30 maart 1895

De vrijheidsboom geplant te Tzummarum, Jan Wytzes wordt na 7-jarige ballingschap door zijn ouders in den kring geleid.
Hij draagt op een speer de vrijheidshoed, zijn moeder een Romeinsch wapenschild met opschrift:
Wij deelden in de droefheid, nu deelen wij in de vreugde, zijn vader torschte een versleten juk op de schouders.
Na de toespraak van een der commissieleden werpt de oude man het juk ter aarde en wordt hem een palmtak gegeven met nationale linten, waarna het juk onder een gestadig hoezee wordt verbrijzeld.