4

Hoewel mijn vader van origine hoefsmid was, legde hij zich ook op andere zaken toe, zoals het aanleggen van gasleidingen bij de mensen thuis en later waterleidingen toen het dorp op de waterleiding was aangesloten en electriciteittoen de stroom kwam (pas na 1945).
En natuurlijk de fiets verkoop en reparatie. Hij had een aparte fietswinkelaan de overkant vad de hoofdstraat.
Wat dat betreft was hij nogal inventief en toen de moteren en auto’s kwamen, wist hij daar ook wel raad mee.

Voordat er gas in huis was kookte mijn moeder op petroleum en hadden we een carbit instalatie voor de verlichting en voor het autogeen lassen in de smederij.. Je kon toen nog geen gas in flessen kopen.

Dankzij het hoefbeslag was mijn vader zijn werk nogal op hetboerenbedrijf gericht en hadden we veel boeren als klant.
Dus ook landbouwgereedschap had hij in de verkoop en in onderhoud.
Er zijn nog twee gebeurtenissen die mij zijn bij gebleven.Een betrof mij zelf.
Marten was gek op motoren en als er één voor de werkplaats op zijn stander stond, klom hij er op. Op een goede dag stond er een Harley Davidson en Marten in het sadel en het mooie was dat de motor nog liep ook. Marten wist hem in de versnelling te zetten en prompt schoot de motor met Martenop de moter vooruit.
Het geheel stopte aan de overkant van de Hoofdstraat in een kruidenierdwinkel, met het stuur klem tussen de toonbank en de muur(de winkels waren toen nog klein).
Wonder boven wonder mankeerde hem niets.