10

Ik heb samen met een boerenzoon nog wel zo’n zelfbinder bediend.Hij zat op de trekker en ik zat op de machine.En met zijn tweeën konden we dan een heel korenveld maaien.. Later haalde de boer dan de korenschoven op, om ergens centraal te laten dorsen.
Maar toen was ik al op de H.B.S. in Harlingen. Dasr ging eerst wel een jaar bijles van het hoofd der Lagere School aan vooraf, want je moest wel toelatingsexamen doen.
Nu was ik niet sterk in geheugenvakken, maar ik kreeg hulp van een oudejaars leerlinggie tegelijk proefwerk moest doen. En die zat hnaast ons in de bank om spieken te voorkomen. Zo kreeg ik toch nog een voldoende voor gaschiedenis. De laatste jaren op de lagere school had ik nog een correspondentie vriend in Waarder (N.H. ONDER Hoorn aan de IJselmeer kust)want daar stond een studievriend van onze onderwijzer aan school. Ik heb daar ook nog een zomervakantie gelogeerd. De vader van mijn correspondentievriend was daar boer en maakte ook zelf kaas.Ik vergeet nooit meer de lucht van de kaaszolder, want daar moestet we langsom in ons slaapkamertje te komen. Na de vakantie moesten we voor de klas een mondeling verslag van die logeerderij geven..
Maar daar kwam bij mij niet veel van terecht, ik had kennelijk te weinig voorbereiding gehad, want ik stond met mijn mond vol tanden.
Ik ben nu min of meer aan het einde van mijn verhaal.