Deze persoon is Sjirk Buren.

VLASBRAKEN: ZWAAR EN ONGEZOND WERK TZUMMARUMMER BRAAKHOKKEN EINDE VAN ZWARTE EPISODE.

Laatste braker, Teakele Groendijk, haalt herinneringen op. Groendijk woont aan de Skùtebuorren en mag zich de laatste vlasbraker van het dorp noemen.
Zeker, zijn broer Skelte, Gerrit Dijkstra en Sjirk Buren ( trouwe leden van de kioskraad), naar het populaire gebouwtje in de Buorren, kennen de braakhokken ook heel goed van binnen, maar onze gastheer heeft tot in 1947 in zijn eigen braakhok gewerkt en hier volgt zijn vakkundig relaas.
Wij braakten van Allerheiligen (22 nov.) af tot dat we naar het land toe moesten; dat was meestal in maart.
Er waren sommigen die braakten met drie man, maar ik deed het altijd alleen.
Het waren meestal arbeiders die er winterdag de kost mee moesten verdienen en wij moesten zelf voor ons braakhok , de braak en de sliepbraak zorgen.
Het braken werd aangenomen bij het bundel; dat was 6 pond en 2 ons.
Daar kregen we dan 10 stuivers voor.
Als alles goed ging, hadden wij in anderhalf uur een bundel gedaan, hoewel het ene vlas veel beter was dan het andere.
De bundels werden als ze schoon waren op een bord gelegd in het hok, maar wel onder de pannen en zaterdagsmiddags werden ze ingeleverd bij de boer of koopman, die het vlas voor de boeren verkocht .
In het begin moesten we het vlas met de kruiwagen zelf ophalen.
Later is dat veranderd en kregen we 200 schoven tegelijk in het hok.
Dit bracht de boer.
Ik ben 19 jaar bij Minne Hiddinga arbeider geweest en winterdag voor hem gebraakt.
Sommigen begonnen 's morgens om 4 uur al en gingen dan door tot 's avonds 6 uur toe.
Het eten kwam er meestal niet van.
Het stoof altijd zo, want vlas moest goed droog zijn.
Daar hadden we dan bakken voor om het op te drogen; een gat in de grond met brandende sjudden.
Dat werd afgedekt met stenen.
Het bovenste kreeg je de andere dag weer.
Later zijn er stenen hutjes gekomen; daar konden wel 50 schoven in staan.
Later kwamen de maschines; dat was al voor de mobilisatie van 1914-18 een braakmaschine en een sliepmaschine, maar niet iedereen kon dat direct betalen.
Noch weer later kwamen de vlasfabrieken, die namen het werk over.
Het braken was zwaar en handig werk.
Soms moesten de kinderen ook wel meehelpen.
Onze moeder moest toen ze 9 jaar was ook wel meehelpen, lezen en schrijven heeft ze nooit geleerd.
In die tijd werden de sjudden (kaf) in de kachel gebruikt.
Geregeld hoorde je een plof en dan vloog het kacheldeurtje open en de hele kamer was vol rook.
aldus Teakele Groendijk
l.c. 17 nov.1962.