Naast Groendijk woonden Eeltje en Mina Hoekstra en daarnaast Jan Grond met zijn vrouw Saapke, zij hadden een winkel van Sinkel. In deze winkel kon je alles, maar dan ook alles kopen wat nergens anders meer te koop was.Achter dit huis stond het huis van Gerrit Dijkstra, hij was eigenaar van de kiosk. Deze kiosk stond op de stoep aan de overkant van de weg,daar verkocht hij tabaksartikelen. een leuke bijkomstigheid was dat Gerrit door een hele nauwe steeg van achter naar voren moest lopen om bij zijn kiosk te komen. De steeg was zo nauw dat dat menig knoopje van zijn overhemd of jas heeft gekost.

IN GESPREK MET JAN EN SAAPKE GROND.

Veertig jaar lang hebben ze een winkel in de "Buorren"gehad - tegenwoordig wonen ze alweer zo'n 14 jaar in de Skoalstrjitte naast Vishandel Kramer Jan en Saapke Grond.
Hij is in 1910 in St.Jacob geboren, als zoon van een schilder en hij komt uit een gezin van 10 kinderen.
Zijn vrouw werd een jaar later in Hijum geboren als dochter van een veekoopman en ze waren thuis met 11 kinderen.
Als jong meisje diende Saapke bij notaris Sloterdijk in Stiens en Jan werkte toen als timmerknecht in een bedrijf daar vlakbij.
Mevrouw Grond: Daar in Stiens was hij me al opgevallen.
Hij had een prachtige krullenkop. Ze was toen al wat verliefd op hem, maar Jan was zich daar niet van bewust.
Daar kwam verandering in op de Marssumer kermis - Saapke was toen 23 jaar.
Mevrouw Grond: Mijn vriendin zei tegen mij : Ik weet niet hoe jij er over denkt, maar wij blijven over!
Wij moeten naar de kermis in Marssum .
En wie was daar ook? Jan Grond.
Diezelfde avond kregen Jan en Saapke verkering.
Grond: Ik heb vrouwen zat gehad, maar nog nooit eerder verkering - na zo'n 3 weken was het weer over en zocht ik weer een ander.
De verkering met Saapke duurde echter wat langer.
In 1936 zijn ze in Leeuwarden getrouwd en gingen naar Tzummarum te wonen.
Ze konden daar een winkel huren voor 3 gulden per week.
Er lag ook een grote tuin bij.
Het huis moest door Grond zelf worden onderhouden.
De vorige bewoner kon de huur niet meer betalen en was er stiekem vandoor gegaan.
Het was midden in de crisisjaren.
Er waren ook wel mensen, die geen heil in de onderneming zagen, zoals de oude melkboer Wiebren Terpstra, die zei: Deze is ook zo weer vertrokken.
Saapke had toen strijdlustig gezegd: Dat zullen wij nog wel eens zien.
Grond heeft er geen spijt van gehad, dat hij zijn beroep als timmerknecht indertijd moest opgeven, omdat er te weinig werk was.
Vooral niet het oorlog werd.
Grond - er was helemaal niets, alles was op de bon.Wij hadden echter heel veel spullen in kasten op zolder, die met behang waren dichtgeplakt, dus zo zijn er goed doorheen gekomen.
Ook onze ouders konden daarvan mee profiteren.
Hij heeft tijdens de oorlog ook nog wel het een en ander meegemaakt.
Grond: Ze hebben ook nog over mijn hoofd geschoten.
Ik lag thuis met hernia in bed.
Ik moest meekomen, maar ik bleef liggen.
Toch had ik nog geluk: Ik had mijn gebit eruit, ik was kaal en de officier, die mij zag liggen zei tegen de soldaten: Een oude man, wegwezen!
En waar waren die mooie krullen dan gebleven?
Mevrouw Grond: Van die krullen hebben we maar even kunnen genieten.
Oh ja kind, maar dat kon ook niet anders, want hij zat constant met zijn handen, die vet van de vleesmachine waren, in zijn haar te krabben.
Jan en Saapke kregen een zoon, Corrie, een "kleine"baby van 12 pond en 3 ons.
Grond: Een dokter uit Leeuwarden zei later nog: Dit had maar beter een tweeling kunnen zijn!
Naast hun winkeltje zijn ze ook nog 28 jaar actief geweest als koster van de Hervormde Kerk.
Grond heeft zelfs nog een keer de kerk van boven naar beneden schoongespoten, net zoals een boer zijn stal doet.
Het roet van de kachel liep bij de muren langs.
Grond: Wat was de kerk toen mooi schoon - de vrouwen pochten allemaal.
Ook hebben ze Het Groene Kruis, dat toen nog in de voorkerk zat, 28 jaar onder hun hoede gehad, totdat Mevrouw Terpstra het heeft overgenomen.
Omdat Jan zo'n handige man was, werkte hij ook nog anderhalf uur als timmerman bij confectiebedrijf Engel.
Ook deed hij wel karweitjes bij andere mensen.
Er hangt een foto van de winkel aan de muur.
Op de muur van de winkel kan men lezen:
FIJN FRIES DROOG SPEK,FIJN VET, GELDERSCHE ROOKWORST. Deze letters, die door Grond zelf zijn aangebracht, hebben daar 40 jaar gehangen.
Het bleef echter niet alleen bij deze artikelen.
Later kwamen er allerlei winkelwaren bij en toen ze later de achterkamer erbij kregen, nadat Dijkstra van de sigarenkiosk wegging, verkochten ze ook nog luxe artikelen.
Er was geen nee te koop.
Grond: Wij hadden zoveel artikelen en de mensen noemden onze winkel dan ook wel: kleine Vroom en Drees.
Terwijl zijn vrouw de klanten in de winkel hielp, ging Grond er ook vaak op uit te venten.
Was dat eerst het geval met een mand op de fiets, later ging hij met de brommer bij de deuren langs.
Zaterdags maakte hij wel zo'n 100 kilometer! Hij moet ook wel een geheugen als een ijzeren pot hebben, want hij hoefde niets te noteren en kon alle bestellingen uit zijn hoofd.
Op mijn vraag, wat er allemaal in Tzummarum is veranderd,raakt Grond direkt niet over uitgepraat.
Hij vertelt van de rij prachtige bomen in het dorp, die voor zijn ogen zijn gerooid.
Van de 35 winkeliers en waarvan zo'n beetje is overgebleven.
Hij noemt de 5 pond kaas, die hij voor kwartje (25 ct) niet eens kwijt kon en van de Buorren, waar het vroeger nog zo rustig was, omdat er nog maar 6 auto's in het dorp waren (en lachend: mijn buurman heeft er nu alleen al 7).
Jan en Saapke Grond hebben een zoon, twee kleinkinderen en een achterkleinkind.
Er staat op het kastje een prachtige foto van de vier geslachten Grond - Jan Grond, zoon Corrie, kleinzoon Jan en het pronkstuk van de familie: achterkleinkind Cor, het zoontje van Jan en Eke.
Ofschoon Jan en Saapke allebei om en nabij de 80 zijn,zijn ze nog elke dag op pad.
Sinds de gezondheid van Mevrouw Grond wat minder is geworden en zij niet meer alleen mocht fietsen, hebben ze onlangs een tandem aangeschaft, waarmee ze dan in de omgeving van Tzummarum toeren.
Als ze verder weg gaan nemen ze de motorfiets.
Grond: Wij staan elke dag, al 53 jaar lang, om 5 uur op.
Om 7 uur zitten we dan meestal al op de fiets.
Niet dat we dan veel mensen tegenkomen in het dorp, hoor - zelfs om ong. half 8, als ik de krant ophaal, liggen ze bijna allemaal nog te snurken.
Omtrent half 11 is het etenstijd bij ons en daarna doen wij even een tukje,
En dan 's avonds heel vroeg naar bed natuurlijk?
Grond: Nou, meestal pas om een uur of 11, maar het wordt ook weleens half 12.
Wij doen altijd nog zoveel dingen en de dag is nog te kort.
Met verbazing over zoveel energie, neem ik na deze gezellige avond afscheid van Grond en zijn vrouw.
In het hok laat Grond mij trots hun nieuwste aanwinst zien: een heel mooie skootertje.
Wij hopen, dat zij hieraan nog heel lang plezier mogen beleven!

mei 1990 +++++++++++++++++++ ynterview: Geartsje van Dyk.

Vertaling van Fries naar Nederlands door Sietie Leistra- Groeneveld.