Bakkerij Bandsma 100 jaar.

Foto: Hiltje en Jan Bandsma en 2 van hun 4 dochters Gelbrigje en Tiny.
Jan Cristiaan Bandsma (63) is de derde generatie van de familie die honderd jaar lang heeft geleefd en gewerkt in de bakkerij aan de voet van de Tzummarumer toren en kerk.
Grootvader Jan Cristiaan Bandsma begon op 12 mei 1885 in het pand, dat hij overnam van bakker Visser.
De huidige bakkerinne, mevr.Hiltje Bandsma, laat een advertentie zien uit de Franeker Courant van die tijd, waarin Bandsma minzaam wordt aanbevolen door bakker Visser.
Het ging om de bakkerij annex winkel in papier-,kantoor-en schrijfbenodigdheden, ze verkochten ook nog hoedjes voor de vrouwen.
Dat kwam zo: grootvader Jan Cristiaan trouwde met Afke Dijkstra, een dochter van de bekende Friese schrijver Waling Dijkstra.
Beppe Afke had gewerkt bij de hoedewinkel van Dechesne in Franeker en had daar het vak van hoedenmaakster geleerd.
Een raam van de bakkerswoning werd omgetoverd in een etalage met hoedjes.
In 1912 nam Cristiaan, de vader van de huidige eigenaar, de zaak over.
Er is toen een tijdje een compagnonschap geweest met een broer, die een bakkerij had in het pand van bakker Struiksma.
Een advertentie van dec. 1913 wijst daarop.
Aangeboden werden “Béste búterletters 12 cent” te bekomen bij de “brood-klein-en- beschuitbakkerijen C.J. en C.Bandsma.
Er waren toen wel 7 bakkerijen in het dorp, weet Jan Bandsma zich te herinneren.
Hait was een hele fleurige man. Als er feest was in het dorp zorgde hij voor de revu en schreef hij gedichten en liedjes.
Jan Bandsma was aanvankelijk niet van plan om bakker te worden.
Hij had het Mulo diploma gehaald en wilde gaan varen.
Toen brak echter de oorlog uit en werd het toch de bakkerij, die hij samen met zijn vrouw Hiltje in 1951 overnam.
Het was toen wel een erg slechte tijd om te beginnen.
De concurrentie was groot en de klanten hadden niet veel geld te besteden.
Jan Bandsma begon ’smorgens om 4 uur te bakken en ging dan om een uur of acht op de transportfiets met hulpmotor tot in de verre omtrek de bakkerswaren uitventen. Er waren wel klanten die vier bakkers bij de deur kregen en de spoeling was daardoor soms dun.
Na het venten moest er banket gebakken worden om de winkelvoorraad op peil te houden.
De gezelligste tijd bij bakkerij Bandsma was altijd zo rond de sinterklaas, dan werd er achter in de bakkerij sinterklaasavond gehouden en konden de klanten sjoelen en andere spelletjes doen om lekkere prijzen .
Jan Bandsma heeft dat in het begin nog wel even aangehouden, maar later raakte dat in onbruik.
We moesten altijd met de hele familie in het spier in deze dagen.
De vier dochters van Jan en Hiltje zijn daar ook niet aan ontkomen.
Allemaal hebben ze overigens met plezier in de bakkerij geholpen.
Vorig jaar is Jan Bandsma in de vut gegaan, maar zijn ventwijkje heeft hij nog voor drie dagen in de week aangehouden.
In de winkel is alles nog hetzelfde.
Erg lang zal het waarschijnlijk niet meer bakkerij Bandsma blijven.
Een opvolger is er niet en in de toekomst zullen Jan en Hiltje het toch wat rustiger aan gaan doen.
Uit de l.c. 10-5-1985.