IN GESPREK MET SJOERD BOUWMA, DE POST

Vraag de mensen in het dorp eens wie Sjoerd Bouwma is en de kans is groot, dat ze zeggen "ik ken die man helemaal niet".
Vraag een kind, wie Sjoerd de post is en je kunt een antwoord krijgen zoals " oh, dat is die man met de bril op en die hele oude fiets".
Zo hebben wij hem ook altijd door het dorp zien fietsen.
Op zijn oude "weduwe" met de fietstassen vol post en een lading elastiekjes aan het stuur, handig manoeuvrerend tussen heggetjes en hekjes.
Vrijdag 24 november zal het evenwel de laatste keer zijn, dat hij zijn post bezorgt.
Dan heeft hij er 40 dienstjaren op zitten en kan hij de PTT vaarwel zeggen.
Sjoerd Bouwma is geboren en opgegroeid in het dorp Pietersbierum.
Nadat hij de school verlaten heeft, werkt hij eerst ong. 5 jaar op het gemengde bedrijf van zijn zwager in Pietersbierum.
Het bevalt hem daar heel goed, maar na zijn diensttijd in de jaren 54-56 kijkt hij toch uit naar ander werk.
De techniek heeft hem altijd wel getrokken, maar veel werk valt daar dan nog niet in te vinden.
Brommers, motors en auto's zijn dan nog maar net in opkomst.
Het wordt dan de post - in Sexbierum kan hij aan de slag.
Als je binnen een jaar bij de PTT kwam te werken, telden de dienstjaren ook nog mee - dat wist ik eerst niet, maar daar kwam ik al vrij snel achter.
Maar omdat hij daar geen volledige baan heeft en het financieel beter is, belandt hij in Harlingen, waar hij 2 jaar lang post bezorgt.
Hij vindt dat geen succes.
Sjoerd zijn hart ligt nu eenmaal niet in de stad en hij is heel erg blij, dat hij in het begin van de 60-er jaren in Tzummarum de plaats kan overnemen van Auke Walda (vader van Jelle), die er dan mee stopt.
Hij koopt dan het huis van Albert Dijkstra aan de Lytse Buorren, die daar zijn woonhuis en winkeltje had.
In 1962 trouwt Sjoerd met Anne Stellingwerf uit Oosterbierum en samen krijgen ze een zoon Wybren en een dochter Yvonne.
Ze wonen nog steeds in hetzelfde huis - de kinderen zijn nu de deur uit.
Zo komt Sjoerd dus in Tzummarum terecht.
Ik ben nooit gelukkiger geweest, want in een dorp kon ik wel aarden.
Het postkantoor is dan nog in de Buorren bij Ale en Tjitske Travaille.
Tot nu toe waren Auke Walda en Jan Prosje de vaste bestellers geweest.Sjoerd neemt dus de plaats in van Auke Walda.
Als Jan Prosje er later mee stopt, neemt Klaas Bonnema het over.
De Hoarnestreek,Seedyk en de Mieden horen er dan eerst ook nog bij.
Later gebeurt dat per auto.
Sjoerd kan zich de beginjaren nog goed herinneren.
De post werd toen nog met de LABO-bus in Sexbierum gebracht.
De bestellers moesten het daar twee keer per dag ophalen - 's morgens en 's avonds.
Als 's morgens de meeste post aankwam, fietsten er wel 3 man met zo'n 4 zakken op de rug.
Later werd de post met de postauto in Tzummarum gebracht.
De bestellers moesten dan de boel op straat en huisnummer sorteren.
De postkantoorhouder heeft dan nog veel werk van de administratie, omdat de pakjes allemaal onder rembours worden verstuurd (mensen betalen aan de deur).
Er moeten dan eerst kwitanties en lijsten worden ingevuld.
De postbode was in die tijd bijna een rijdend postkantoor; hij verkocht postzegels, briefkaarten enz.
Hij had soms ook veel geld bij zich, maar daar werd in die tijd nog niet over nagedacht - het zou nu niet meer mogelijk zijn.
Er verandert in de loop der jaren heel wat - het postkantoor aan de Buorren wordt opgeheven en er komt een nieuw postkantoor aan de Skoalstrjitte (waar nu de soos is).
Het sorteerwerk blijft ook niet in Tzummarum - in '76 wordt dat voortaan in Sexbierum gedaan in een geheel gerenoveerd postkantoor, dat evenwel ook weer vrij snel zal verdwijnen, omdat alles centraal in Franeker komt.
Klaas Bonnema is daar ook beland.
In Tzummarum, Sexbierum en in veel andere dorpen worden de postkantoren nu veranderd in een postagentschap.
De buitenbussen doen hun intrede en de avondbezorging wordt dan ook defintief afgeschaft.
Op een bepaald moment doet Sjoerd nog maar de ene helft van Tzummarum - Henk Zondervan , de postkantoorhouder wordt postbode in de andere helft van het dorp.
Sjoerd krijgt dan Oosterbierum er bij.
Deze situatie duurt ong. 10 jaar en dan krijgt Sloerd heel Tzummarum weer.
Ik dacht toen, nu ben ik weer op de plaats, waar ik hoor.
Sjoerd gaat voor al het sorteerwerk etc. 's morgens vroeg naar Franeker - om een uur of negen is hij dan weer in Tzummarum, waar hij, voordat hij de post gaat bezorgen, eerst even een lekker kopje koffie met zijn vrouw drinkt.
Hij doet alles altijd op de fiets.
Waarom zien wij hem nooit met zo'n modern karretje lopen?
Ik heb wel eens met de kar gelopen,hoor, maar dat beviel mij heel slecht.
Je moet einden lopen met zo'n kar en je loopt je rot - op de fiets kun je einden rijden en ik ben het zo vanaf vroeger ook gewend.
Vroeger had ik altijd een herenfiets, maar dat is niet goed - je moet een damesfiets hebben, een sterke Gazellefiets.
Daar kwam ik achter, toen ik een keer de oude "weduwefiets" van mijn dochter gebruikte.
Ik wou, dat ik nooit een herenfiets had gezien - je moet dagelijks wel zo'n 500 keer met het been over het zadel en pakjedrager heen.
Maar er is echter nog een andere reden,waarom hij zo'n fiets zo handig vindt en die niet gelijk voor de hand ligt.
Het heeft te maken met een onderwerp, waarover Sjoerd niet gelijk over uitgepraat is.
Hij kan er wel een boek over schrijven, zegt hij en een heel mooi boek.
HONDEN beweert Sjoerd - dat is een hoofdstuk apart.
Is hij dan bang voor honden?
Vroeger wel,, maar ik weet nu, dat ze bang voor mij zijn.
Ik ga op een hond af, al is hij kwaadaardig en zeg : als jij me wilt hebben, zal ik je voor zijn.
Dan gooi ik de fiets zo hard als ik kan boven op hem en dan heb ik voortaan geen last meer.
De fiets is mijn wapen, wat moet ik anders.
Is het verhaal van iemand waar, die beweerde, dat je altijd precies wist , waar Sjoerd was, omdat bij alle boerderijen de honden luid begonnen te blaffen.
Hadden ze nu allemaal zomaar een hekel aan hem of mopperde Sjoerd stiekem op hen.
Hij schreeuwt ‘t uit:
Nee, dat zijn dan valse honden.
Het is heel vervelend, hoor, als je alle dagen zo'n rothond in de gaten moest houden.
En als een hond achter je aangaat, is het altijd de schuld van de postbode en niet van de baas.
En bij navraag is het niet alleen de postbode, die last van een hond heeft - ook gaat het mis bij een man als Jappie Meijer, die folders bij de deur bezorgt.
Is het de kleding van de postbode, waar een hond een hekel aan heeft?
Ik weet het niet, ze hebben een hekel aan alles, wat heen en weer beweegt, aan tassen, regenkleding.
Bovendien kom je op hun erf, aan hun deur.
Politici in Franeker, die menen, dat het afschaffen van de hondenbelasting geen verdere gevolgen heeft, hebben het helemaal mis, volgens Sjoerd, een man, die bij alle deuren langsgaat.
Ach jonge, ja dat is goed te merken, dat die belasting niet meer wordt geheven.
Sommigen hebben wel 2 of 3 honden.
Hele gewone mensen, hoor en het kost hun een vermogen aan voer voor al die honden.
Heeft U weleens een beet van een hond gehad?
Ik weet, dat er een postbode was, die zich liet bijten - hij had een kuit vol met beten en daar bedank ik voor.
Er zijn honden, die ik niet vertrouw.
Ze zeggen dan ijskoud: U moet eerst maar eens afwachten of die hond vals is.
Daarop zeg ik dan: Ik ben Uw karbonaadje niet!
Ik doe altijd de fiets ertussen en als ik de fiets niet heb, duw ik hem altijd de post, die ik moet bezorgen, in de bek..
Ze moeten wat in de bek hebben.
Ze scheuren de post dan kapot en dan is het feest snel afgelopen.
Tijdens het gesprek begint Sjoerd zich steeds meer op te winden over alle valse honden, maar vooral over hun baas, die de honden zomaar los laten lopen en zeggen, dat hij niets doet!
Ik kan me er verschrikkelijk kwaad over maken.
In de nieuwbouw lieten ze een herder gewoon naar me toelopen en dat vind je niet zo leuk.
Dan begint zo'n hond je kruis ook nog eens van voren en achteren te besnuffelen.
Ik zei: U behandelt me als een dweil.!
Laat U hem dat ook doen, als de koningin of een dominee hier komt?
Zolang U de hond niet in huis roept, heb ik hier geen boodschap.
Dan schiet hem nog een akelig verhaal te binnen.
In Firdgum had iemand een Belgische herder, een ruige valse hond.
Die hond pakte mij op een keer - hij beet mijn rubberen klompen lek en er stonden 5 tanden in.
De eigenaar deed alsof - ja, wat een rare toestand, niet - is het niet beroerd!
Maar nieuwe klompen kreeg ik niet.!
Het leven van een postbode gaat echt niet altijd over rozen.
Soms wel over tuingereedschap, dat de mensen zomaar laten slingeren.
Ik zou bij het pad op zoals altijd, had de gang er aardig in, maar er lagen net een tuinhark en een schoffel midden op het pad.
En ook nog met de tanden omhoog.
Twee spiksplinter nieuwe banden naar de maan.
Wat nu, heeft Sjoerd twee lekke banden, zei de man temerig, die daarbij ook nog stond te heg knippen.
Die kun je betalen, schreeuwde ik.
De man wilde niet, maar zijn vrouw zei "dat gebeurt wel".
Ik moest lopend naar huis om nieuwe banden en dat grapje heeft mij twee uur gekost.
Heeft hij wel eens een flater gemaakt door post verkeerd te bezorgen?
Als je duizenden poststukken door de handen krijgt, dan kan je dat nooit voorkomen - dat kan bijna niet anders.
Het ene mens reageert dan heel sneu en een ander maakt het weinig uit.
Het is altijd opletten vooral met nat weer, als de boel aan elkaar plakt.
Controleerden de mensen de post eerst maar, dan was er nooit wat kapot.
Maar ze scheuren de boel rits rats open en dan zeggen ze "dit is niet voor mij, maar ik heb er niet naar gekeken, hoor!
Kun je aan post ook zien, wat voor mensen het zijn?
Ja, direkt, maar verder wil ik daar niet teveel over zeggen, want ik heb een eed afgelegd, dat ik niet over persoonlijke dingen mag praten.
Heeft hij wel zin om te stoppen?
Ik ben 45 jaar bij een baas geweest, ben nu 60 en ik vind het nu wel genoeg.
De winters, met de kou en het vochtige dampige weer worden mij ook te zwaar.
Het is anders wel een gezond beroep, hoor, want je bent veel in beweging.
Nou, dan straks maar met Anne een rondje de Mieden door.
Sjoerd barst in lachen uit, alleen het idee al.
Ha,ha, laatst zag ik twee oude mensen de Mieden omlopen en toen dacht ik; daar loop ik straks ook achteraan, ha,ha, hou op!
Maar vervelen is er vast niet bij, want hij beleeft veel plezier aan prutsen en knutselen.
Hij kan nog tijden vooruit met 3 dezelfde Opeltjes van hem en zijn kinderen - oude onderdelen zijn er genoeg op de wereld.
Sjoerd zit zich erg te verkneukelen.
Nog even en dan kan mijn auto uit de wegenbelasting, omdat hij dan 25 jaar oud is.
Dan kost het me weinig meer.
En dan heeft hij nog een grote wens, die mij eerst wat vreemd in de oren klinkt.
Een klein hondje, zo'n keeshondje lijkt mij wel wat.
Met een pluimstaartje en opstaande oortjes.
Geen valse keeshond, die de nieuwe post Klaas Bonnema straks in de kont bijt.
Nee,nee, geen valse hond, een klein waakhondje, waar een ander echt geen last van zal hebben.
Hij kijkt even genietend voor zich uit, al ziet hij het hondje al voor zich.
Ondertussen streelt hij het stenen exemplaar, dat al naast zijn stoel staat, over het vriendelijk kopje.

Novenber 1995: lnterview: Geartsje van Dyk.

Vertaald van Fries naar Nederlands door Sietie Leistra-Groeneveld.