HARLINGER VISSERS BELEEFDEN ANGSTIG AVONTUUR OP WADDEN.

Motorbootje (voor vakantie naar Ameland) sloeg bij Koehool om.

Twee jonge vissers uit Harlingen, Hielke Veldman (22 jaar) en zijn vriend Herman Wilbrig (20 jaar) hebben gistermorgen om ongeveer elf uur op de Wadden bij Koehool onder Tzummarum een angstig avontuur beleefd, dat echter gelukkig nog goed is afgelopen.
Om tien uur waren ze met een kajuitbootje uit de haven van Harlingen vertrokken voor een vakantiereis naar Ameland.
Zover is het echter niet gekomen.
Bij de Bjirmen weigerde n.l. tegen elven de kleine buitenboordmotor en moest deze door een aan boord aanwezige zwaardere worden vervangen.
Deze zegde echter na een paar minuten ook de dienst op.
Toen was de boot stuurloos.
Het anker werd buiten boord gezet en de vissers trachten de motor te repareren. Maar door de uitkeping in de spiegel van het schip, waar de motoren werden bevestigd en die recht op de stevige wind stond, maakte het scheepje al gauw water, liep binnen enkele seconden vol en kapseisde.

De beide mannen ,die wel gewend zijn aan de zee (ze varen al zes jaar), maar hier toch niet zo vlug op hadden gerekend, konden zich met moeite aan de boot vastklemmen en er tenslotte bovenop klimmen.
Het gros van de kleding werd aan het water toevertrouwd (truien en bovenbroeken) en door met kledingstukken te zwaaien trachten ze de aandacht van de kustbewoners te trekken.
Spoedig had men aan de wal de drenkelingen ontdekt en met de motorsloep van de heer D.Bouma, konden deze en de landbouwer K.P.Bonnema het tweetal uit hun benarde positie redden.
Ze waren toen spoedig aan de wal en ontvingen kleren en een goede warme maaltijd.
Wilbrink ging met een taxi naar Harlingen, van waaruit het bootje, dat door Bouma en Bonnema op een enigszins hoger gelegen gedeelte was gesleept en leeggehoosd, door het garnalenschip van de familie Veldman terug naar Harlingen is gesleept.
De jongemannen hebben zelf van het avontuur geen schade ondervonden en het bootje had slechts enkele ruiten kapot, maar wel misten de vakantiegangers veel kleren, een grote plunjezak met allerlei vakantiebenodigdheden, de kleine vijf pk Archimedes- aanhangmotor, die bij het omslaan overboord was geraakt en een jas met f 230 vakantiegeld.
Een triest einde van een vakantie, die nog maar net was begonnen.

L.C. 4-8-1958

n.b.

Dit weet ik nog als de dag van gisteren, want ik heb het zien gebeuren.
Het was een mooie zondagmorgen en ik zat op de zeedijk bij de Bunker over het Wad te kijken.
En daar gebeurde wat in het artikel staat omschreven.
De namen zijn niet correct geschreven, want het waren Veltman en Wilbrink.
De laatst genoemde Wilbrink heeft bij ons wat droge kleren uit mijn schamele persoonlijke uitrusting aan gekregen.
Als beloning mocht ik (als matroos zonder gage) het tochtje met de visserboot van Veltman die het gekapseisde bootje naar Harlingen terug heeft gebracht.
Herman Wilbrink heeft in de week daarna op een avond de kleren weer netjes terug gebracht.

Lieuwe Heeringa.