Gjin minske dy’t wit wer’t it leit.

KOEHOAL een gehucht aan de voet van de zeedijk.
Wie er de weg niet kent, komt er niet zonder de hulp van een wegenkaart.
Geen bord verwijst naar het gehucht.
Een wit vlekje op de kaart, een gekke naam ook: Koehool, een handvol huizen en een varkenshok, aan de voet van de zeedijk tussen Sint Jacobiparochie en Sexbierum.
Als je niet weet dat je in Tzummarum rechtsaf bij de school langs moet, kun je eigenlijk slechts bij toeval in Koehool geraken.

Een stil en guur plekje aan de rand van ons land.
Maar zoals zoveel woongemeenschappen aan de dijk, heeft ook Koehool tijden van grote bedrijvigheid gekend.
De visserij heeft een beduidende rol gespeeld in het ontstaan van de nederzetting.

Die tijd is allang voorbij.
Wat rest is een handvol herinneringen aan gemeenschapszin, aan gekke regeltjes en gewoonten.
Zo’n gewoonte was het boot-slepen.
De vissrsbootjes moesten in het voorjaar over de dijk.
Lieren waren er niet.
De vissers trokken daarom destijds met vereende kracht de vaartuigen over de dijk.

Het was de tijd dat iedere dijkbewoner van het bestuur toestemming had om twee hennen en een haan te houden.
Het was de tijd dat je in het begin van het visseizoen een rijksdaalder betaalde om fuiken in de dijkwal te zetten.
Je kreeg het geld na het seizoen terug, mits je de dijk niet had beschadigd.
Het was de tijd ook dat in het café van Koehool de ,,fiskjagers” van Harlingen de vangst afsloegen.
,,Mar it fiskjen is foarby.
Dat komt nea wer.
Se hawwe de hearring fuortpest”, zegt één van de dijkbewoners.

,,Gjin minske wit węr Koehoal leit.
Lęsten hiene wy famylje op besite.
Dy wiene al yn Harns belâne.
Sy koene Koehoal net fine,”Trientje Bonnema-Bonnema, 87 jaar geleden geboren in Koehoal, noemt het ,,mar nuver” dat de ANWB nooit een bord heeft geplaatst dat naar Koehool wijst.
Maar het gehucht heeft niet eens straatverlichting , waarom zou er dan wel een verkeersbord moeten komen?

Acht huizen staan er.
En van die acht zijn er slechtsvier permanent bewoond.
De rest is recreatiewoning.

Dat zal voor een buitenstaander wellicht spookachtig aandoen, maar de vaste bewoners hebben er mee leren leven.
Hoewel ze meteen toegeven dat er in de zomermaanden, als ook de vakantiehuisjes bewoond zijn, gewoonlijk een stuk gezelliger is.

Vroeger, weet Trientje Bonnema nog, was Koehool een en al levendigheid.
,,It wiene hjir doe allegearre lytse fiskershúskes en arbeiderswenten.
Yn Koehoal wennen meast fiskers dy’t yn ‘e simmermoannen ek wol by de boer arbeiden.
Maklik wie it net yn dy tiid.”

Niemand weet eigenlijk precies tot hoever Koehool loopt.
De herkomst van de naam is ook onduidelijk.
Heel vroeger was er in het gehucht een café dat Koehool heette.
Misschien dat de naam daar vandaan komt?
Wie zal het zeggen, de kroeg is inmiddels woonhuis geworden.
Trientje Bonnema vertelt dat er in de loop der jaren zeker acht huizen in Koehool zijn afgebroken.
Ook haar eigen geboortehuis.
Maar ze woont nu weer op dezelfde plek waar haar geboortehuis stond.

In het najaar en in de wintermaanden is het echt stil in Koehool.
,,Net sa gesellich,”geven Trientje Bonnema en haar 60 jarige dochter Griet toe.
,,Mar wy binne der al wat oan wend.”
Er is een tijd geweest dat er nog drie keer in de week een bakker naar de huisjes aan de dijk reisde.
Nu komt er alleen op maandag nog een SRV-wagen.
De bewoners zijn er tevreden mee. ,,De molkboer hat fan alles.”
Trientje Bonnema denkt nog vaak terug aan de tijd dat Koehool voornamelijk bestond van de visserij.
,,Dat wie in aardige tiid, de fiskerij begűn yn’e maitiid.
En doe spile der noch wol ris in draaioargel.
De oargelmân krige dan ek wat, want yn dy tiid waard der wat fertsjinne, no.”

DE KRŰME STOK

,,Yn’e maitiid wie it hjir drok de dyk lans.
De skippers makken hjarren fűken skjin yn’e sleat en leine se yn’e wâlkant te droegjen.
Dan waarden se mei de krűme stok skjin slein,”vertelt Griet Bonnema.
,,It wie eartiids dochs fleuriger.
Jo gongen by elkoar op besite, jo hiene buorlju.
Wy hawwe no yn’e simmer noch wol wat oanrin fan de rekręanten, mar yn’e wintermoannen binne wy wol wat isolearre.
Mar foar minsken dy’t de rest sykje, is dit in moai plakje.
,,Och,”zegt Trientje Bonnema, ,,it is allegearre ferline tiid.
Eartiids koest yn’e Waadsee swimme.
No is 't ien en al drek.
De 67-jarige Gerrit Boomstra is met zijn vrouw ook permanent bewoner van Koehool.
Boomstra heeft 44 jaar aan de dijk gewerkt, is verknocht aan die bult in het Friesche landschap.
Als het spookt op zee, zal Boomstra altijd- met de pet stevig op de kop- even op de dijk gaan kijken.

Ook hij weet nog hoe je eens kon zwemmen in de Waddenzee.
,,Der komme hjir noch in soad minsken, mar dy moatte no op ‘e dyk sitte.
It wetter yn kin net mear.
Jo steane oan ‘e nekke ta yn ‘e blabber.

Boomstra is er van overtuigd dat sinds de aanleg van de Afsluitdijk de stroomverdeling in het Wad ernstig is verstoord.
,,De Hiele dyk is eigentlik dea makke troch dy fertoaning.
Destiids is de dyk sa’n bytsje skjin fage.
De minsken krigen in habbekrats as se fuortgongen.
Us heit hat seishűndert gűne krigen.
No, dan witte jo it wol.
En asto dan om dy hinne sjochst hoe folle jild der fergriemd is.Dy minsken krigen doe neat.Dat wie skandalich."
Met het verdwijnen van de visserij kwam volgens Boomstra ook een einde aan de saamhorigheid onder de dijkbewoners.
,,By âlds wie it in ienheid", zegt Boomstra.",,Mar ek dat is foarby".
Het wil allerminst zeggen dat hij en zijn vrouw het niet naar de zin hebben in Koehool.
,,Wy hawwe it hjir sa frij en sa moai as wat.
It wennet hjir dochs hiel oars as op in doarp. Under oan de seedyk binne de minsken noch echt meiďnoar".
Hij vertelt dat het in de zomermaanden flink druk kan zijn in Koehool.
,,Jo sjogge dan, dat hjir dan samar fyftjin, sechtsjin auto's efter elkoar rűnride.
Der wurde hjir dan wolris skiep deariden.
De gemeente is leau'k, dwaande mei plannen om Koehool foar it ferkear ôf te sluten".
Nu de gemeente toch ter sprake komt: Bomstra koestert een diepe wrok jegens het bestuur.
,,Se hawwe ús hjir fergeten en no moatte der sinten op it kleed komme".
Dat zit zo: vroeger werd in Koehool het huisvuil niet opgehaald. De bewoners verbrandden het afval zelf.
Dat is veranderd, sinds enkele jaren komt de huisvuilwagen ook in het gehucht en moeten er reinigingsrechten worden betaald.
Tot ergernis van Boomstra.Hij heeft er een tijdlang met de gemeente over gebakkeleid, maar trok uiteindelijk aan het kortste eind.
Eartiids moast dysels mar ręde. Mar no kinne se oan dy fertsjinje. Dan hawwe se dy ynienen nedich".
Met de straatferlichting in Koehool is het ook al niet zo best geregeld.

De bewoners hebben jaren geleden al eens handtekeningen opgehaald voor een straatlamp, omdat het er 's nachts zo pikdonker kan zijn.
Maar wat wil je met een paar handtekeningen. Het is noch steeds donker in Koehool.
,,We hebben thuis drieëntwintig stopplaatsen voor de autobus voor de deur.
Moet je nagaan. De bus stopt bij ons om de vijf minuten.
Het verkeer maakt er een oorverdovende herrie.
Ons raamkozijn is zwart van het roet van de uitlaatgassen.
Kun je je voorstellen hoe weldadig deze rust voor ons is".
Henk en Tiny Neleman zijn bijna elk weekend in Koehool te vinden.
Vijf jaar geleden kochten zij een oud huisje in Koehool.
Ze noemen hun woning ,,ons paradijsje", iedere vrijdag om drie uur proberen ze uit Den Haag weg te komen, naar Friesland.
Ze zijn van Koehool gaan houden, want ,,het is hier zo heerlijk vrij.
Tiny Neleman heeft die vrijdag juist een doos hazelnoot-gebak meegenomen voor het hele dorp.
Ze was een tijdje ziek geweest en de buurt had haar een bloemetje gegeven om het herstel te vieren.
ALS het maar even kan, zijn Tiny en Henk in Koehool.
Ook in de winter. ,,De familie kan het niet altijd waarderen.
Want je komt nooit meer op verjaardagen. Ze krijgen zo een hekel aan je, da's wel vervelend".
Het Haagse echtpaar zegt dat de relatie met de andere dijkbewoners uitstekend is.
,,Ze zeggen dat Friezen stug zijn, maar dat is niet zo.
Het zijn hier echt fantastische mensen. Ze zijn behulpzaam, ze letten ook altijd op ons huis".
In het begin had Tiny Neleman altijd de gewoonte om na een weekend bij vertrek uit akaoehool de gordijntjes dicht te schuiven.
Voor inbrekers en zo.,,Dat vonden ze niet zo leuk.Het lijkt wel alsof jullie de hele dag in bed liggen, werd verteld.
Ik kon me het wel voorstellen, het leek natuurlijk ook niet zo gezellig.
Nu laten we de gordijnen altijd open. Hier staat trouwens ook niks van waarde. Maar als je zoiets bij ons zou doen, dan roven ze het hele zaakje leeg".

De betrokkenheid
Tiny en Henk Neleman kunnen zich heel goed voorstellen dat dorpsbewoners de ongebreidelde verkoop van woningen aan recreanten niet zo leuk vinden.
Vooral niet in een kleine gemeenschap als Koehool.
,,Natuurlijk, ik begrijp dat heel goed", zegt Henk Neleman.
,,Je bent niet betrokken bij het dorp.
Maar wij zijn nog steeds van plan om in de toekomst permanent in Koehool te gaan wonen.
Dat is een hele stap, want al onze kennissen en vrienden zitten in Den Haag.
En de afstand, 168 kilometer, is wel erg groot".
De stilte in Koehool was wel even wennen voor het echtpaar.
Henk Neleman bekent dat hij in het begin 's nachts de tikkende klok in de woonkamer een keer heeft stilgezet.
Hij kon niet slapen van het lawaai. De stilte was oorverdoved.,,Maar je went er gauw aan", zegt Tiny
,,Och, als het er op aan komt ligt het voor een groot deel aan jezelf hoe je het hier vindt.
Toen we hier kwamen wonen, hebben we de bewoners allemaal bij ons uitgenodigd.
Dat hebben ze geloof ik wel gewaardeerd". De tien-jarige Joris Dijkstra komt binnenlopen om Tiny en Henk Neleman te verwelkomen.
Joris is juist met zijn ouders vanuit Leeuwarden gearriveerd bij hun tweede woning in Koehool.
De knaap komt regelmatig even buurten bij de Nelemans.
,,Zondags dan is het hier soms druk", weet Joris te melden.,,Dan laat ik me niet zien'.

Uit L.C. 10-12-1983.