In 1794 is de kerk gesloopt.
De aansluiting van het (verhoogde)dak tekent zich nog in de oostgevel af.
Uit onderzoek ter plaatse bleek dat de toren is gebouwd tegen en op de westgevel van de kerk.
In de negentiende eeuw zijn met kleine steen de tuitgevels vernieuwden een gotisch venster of galmgat in de tweede geleding van de oostgevel dichtgezet.
Naast de gotische inzet is met dezelfde steen veel metselwerk vernieuwd.
De leien zijn toen vervangen door geglazuurde friese golfpannen.

Restauratie in 1922
In 1922 is de toren onder directie van de Leeuwarder architect G.J.Veenstra gerestaureerd.
Op zijn voorstel zijn de tuitgevels i n een te vermoeden vroegere toestand” vernieuwd, waarbij nieuw gebakken kloostermoppen zijn toegepast.
Voor de ontwerpen van deze “te vermoeden toestand”liet hij zich inspireren door een copie van de tekening van J. Stellingwerf uit 1722.
Zijn in het algemeen de tekenigen van Stellingwerf onbetrouwbaar, dan geldt dat zeker voor een copie.
Hoewel de tekening van Stellingwerf eenvoudige tuitgevels weergeeft, laat de copie een opklimmend fries in de top en een boogfries onder de dakvoet zien.
Voorts tekent Stellingwerf in de tweede geleding van de oostgevel een romaans venster, terwijl op de copie een gotisch venster staat weergegeven.
Op dit onderdeel is de copie waarheidsgetrouw.
Een stoute gedachte zou zijn dat de copie ten behoeve van het restauratieplan is vervaardigd.

Veenstra maakte een zestal ontwerpen, (bewaard gebleven in het Fries Museum te Leeuwarden) waarvan één met een eenvoudige tuit, gevuld met een driehoekig ornament.
De overige zijn varianten met een opklimmend fries, waarvan er één is uitgevoerd.
Ondanks de wens vande kerkvoogdij om de toren, met behoud van de tuitgevels, te pleisteren, even vóórdat het advies van de directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg was uitgebracht, liet Veenstra de werkzaamheden volgens zijn ontwerp uitvoeren.
Het Rijksbureau vond echter “het voor de hand liggend, nu de gevels verdwenen zijn, de toren af te dekken met een lage voorzijdige spits”.
Het advies ging van een schets vergezeld.
Zowel de “reconstructie”als het advies, wekken thans de nodige verbazing op.
Beide oplossingen wijken essentieel af van die in 1917.