Twaalf

Nog maar twaalf,eigenlijk nog een kind
moet ze nu trappen tegen de wind
en moet nu elke dag nog meer presteren
en nog veel van het leven leren.

En heit en mem moeten haar een beetje loslaten
maar houden haar stiekum in de gaten
hun prinsesje mag niets overkomen
een mooie toekomst is waar ze van dromen.

Grappen en grollen op de fiets
lachen en lachen om niets
te klein voor het tafelkleed,
te groot voor het servet
hebben elke dag dolle pret.

Ze zit plots in de pubertijd,
is het kleine meisje in haar bijna kwijt
in de ene hand de telefoon, de andere het stuur,
fietst ze naar de grote school vol vuur.

Een mooie toekomst ligt in het verschiet,
als zij het rechte pad blijft gaan
vele deuren zullen dan voor haar open staan,
als ze zelf het belang ervan maar ziet.

Daar gaat ze met de haren wapperend in de wind,
lachend naar de toekomst die voor haar ligt.
een mooi meisje, met een lief gezicht,
nog maar twaalf, eigenlijk nog een kind.

Geartsje Suierveld-Kramer