In de oorlog is het is het nooit zwart-wit .

In Stelling Koehoal wordt de oorlogsgeschiedenis van de Friese kust verteld.
Sippie Miedema .
Tzummarum . De Friese en de Nederlandse vlag wapperen aan het kleine, witte gebouwtje in de zeedijk bij Tzummarum. Het witte gebouwtje is het enige overblijfsel van de stelling Koehoal die de Duitsers er aan het begin van de oorlog bouwden als onderdeel van de luchtverdediging.
Wetterskip Fryslân wilde af van het obstakel in de zeekering, maar omwonenden staken een paar jaar geleden een stokje voor sloop: dankzij dit gebouw gaat de oorlogsgeschiedenis van de Friese kust leven.
Sinds zes jaar houdt de stichting rond 4/5 mei een. open dag. Elk jaar komen er toch zo'n twee- tot driehonderd mensen op af. Oud-schoolmeester Halbe Hageman heeft een tentoonstelling voor het gebouwtje samengesteld. Voor een eurootje mogen de bezoekers binnen en geeft een van de vrijwilligers uitleg in het koude, vochtige onderkomen.
Elk jaar gaat de rondleiding over een ander thema, want anders. komen mensen niet meer terug. Dit jaar heeft hij voor het eerst een speciale lezing voor kinderen gemaakt. Op school leren ze over Anne Frank. Dat moet ook. Maar de kinderen moeten ook weten wat zich heeft afgespeeld in hun eigen dorp.'
Heel veel spannende verhalen over de stelling zijn er niet. Het was rustig toeven bij Tzummarum, voor de Duitsers. Koehoal was een tweederangs stelling, volgens Hageman.
Lang zo belangrijk niet als die op de Waddeneilanden. Waarschijnlijk waren wat oudere soldaten er gelegerd. Dat concluderen Hageman en Siebren van der Zwaag tenminste op basis van de foto's die bewaard zijn gebleven. „Neffens my hiene se it hjir wol nei it sin”, zegt Van der Zwaag, voorzitter van de stichting.
Waarschijnlijk waren ze blij dat ze niet naar het Russische front hoefden, waren het ook jongens van het platteland. Zeker weten ze het niet. Veel verhalen over wat er bij de stelling is gebeurd zijn niet opgetekend en in de archieven van Vliegbasis Leeuwarden is ook weinig bewaard gebleven over Stelling Koehoal.
De geschiedenis van bóven de stelling, of eigenlijk boven zee, is wel spannend. Daar vlogen de Engelse en Duitse bommenwerpers. Alleen al in Fryslân liggen op 54 kerkhoven zevenhonderd vliegeniers. „En dat binne de vliegeníers dy't op lân telâne kamen of oanspield binne. Op see is in mearfâld dęrfan omkaam.”
In de bunker een zijden kaart met de West-Europese kust en daarboven het noodgeld dat de vliegeníers bij zich droegen voor het geval ze niet terugkwamen naar Engeland. De kaart was van zijde zodat die in het water niet uit elkaar zou vallen. Waarschijnlijk was de kaart van de Amerikaan Robinson, die in de oorlog omkwam. Van zijn verhaal is relatief veel bekend.
Het vliegtuig werd bij Emden door afweergeschut geraakt. De bemanning sprong overboord toen het vliegtuig dreigde neer te storten, maar twee mensen bleven achter. Een van de bemanningsleden kreeg de parachute niet goed om, de piloot hielp hem. In de tussentijd ging het vuur uit en raakte het vliegtuig weer in balans. De twee besloten te proberen Engeland te bereiken: dat lukte. Eenmaal thuis werd hun verhaal in officiële rapporten opgenomen.
De Amerikaan overleefde zijn sprong niet. Hageman heeft een foto gevonden waarop de man werd begraven door de Duitsers. Opvallend: op de foto werd een eresaluut afgevuurd voor de vijand. „Apart no, dat se dat diene. Dat wie midden yn de oarloch. Dat is ek wat ik de bern mei jaan wol. It ferhaal oer deoarloch is noait Swart-wyt.

Friesch Dagblad 08-05-2017.