DERDE LEVEN DUITSE BUNKER.

De bunker van Koehool wordt een educatie- en documentatiecentrum.
De Duitse stelling wordt nu opgeknapt en opent half oktober de deuren.

MARSCHA VAN DER VLIES
Het vocht kwam van boven en beneden, in de muren zaten kieren, de deur was dichtgespijkerd en de kozijnen stuk.
Op het oog was er weinig reden de bunker van Koehool te redden van de slopershamer.
Toch gebeurt dit wel.
De bunker van Koehool, ten noorden van Tzummarum, wordt zelfs een educatie- en informatiecentrum.
Half oktober opent de Stichting Bunker Koehoal feesteliik de deuren.
Marten Siegersma van het gelijknamige gevelrenovatiebedrijf en Wessel Strikwerda en Jelko Achttien van Hielkema Vloeren stoppen gaten, herstellen de muren en het dak en vervangen kozijnen en deur.
De muur die er in de jaren zestig omheen is gemetseld,, is gesloopt.
Alles krijgt de grijze betonkleur terug die de Duitsers de bunker gaven.
,,lk ha hiir noch boarte as jonkje", onthult Siegersma.
,,Doe hawwe wy der ek wol yn west.
Ik fyn it hiel bysûnder dat ik hjir no oan wurkje.
Ik gean no echt werom yn de tiid.
Wy blaze no nij libben in dizze bulte beton."
Het kale stenen huisje in de slaperdijk diende in de Tweede Wereldoorlog als stelling.
De Duitsers bouwden het voor de manschappen die er schuilden en het afweergeschut bovenop de bunker bedienden.
Zij kregen een seintje van de radarpost Tiger op Terschelling wanneer ze in actie moesten komen.
Dat was als Engelse vliegtuigen weer overvlogen om Duitsland te bombarderen.
Na de oorlog kwam de dijkbunker in handen van Wetterskip Fryslân dat het sindsdien gebruikte voor opslag.
Andere, gelijksoortige bunkers langs de Friese kust sneuvelden bij het ophogen van de Deltadijk.
Toen het dak van de Koehoolse stelling in 2008 dreigde in te zakken en het dus onveilig werd, wilde het waterschap hem alsnog tegen de vlakte gooien.
Maar mensen uit de omgeving protesteerden tegen de sloopvergunning en de Stichting Bunker Koehoal werd opgericht.
Het waterschap doneerde het geld aan de stichting dat voor de sloop was gereserveerd.
Gemeente en provincie en de stichting Nij Bethanië zorgden met subsidies voor in totaal € 40.ooo.
Hiermee kon de stelling gedegen opgeknapt worden en behouden tot tenminste de volgende generatie.
In de bunker komt een expositie over het oorlogsverleden in de regio, zegt stichtingssecretaris Rikus Sinnema.
,,Buiten en binnen het gebouw komen informatiepanelen met anekdotes, informatie en foto's.
We zijn heel blij dat we de bunker hebben gered van de sloophamer.
Het is de enige stelling die nog in een zeewerende kering staat.
Zes keer per jaar openen we de bunker en op afspraak natuurlijk."
De bouwvakkers vonden tot op heden niets bijzonders in het gebouw.
Geen gekras op de muren of een achtergelaten oorlogsrelikwie.
Van een monument kan niemand ook spreken.
,,It is net hiel fraai. Mar it is dochs goed dat sa'n kultureel, histoarysk gebou bewarre bliuwt", vindt Siegersma.

Op de foto: Jelko Achttien, Wessel Strikwerda en Marten Siegersma (van links naar rechts) klussen aan de bunker.

foto: DicK Manshande