Foto boven: De brievenweger
Foto onder: Onderschrift foto heit en mem:
Heit en mem, hier in 1954 genietend van een vakantie bij familie Piet Haan, Hoorn 88 Terschelling. (tegenover café “de Groene Weide” wat nu “Hessel”is)
P.S. Voor de kerstman en Sint Pieter:

Tebek yn ‘e tiid no 67 november 2012.

Pykje , hintsje. aaike

Heit was een echte kippenliefhebber. Hij stond als timmerman-aannemer in het telefoonboek, maar zijn hobby was het houden van pluimvee. Het leek soms wel een “tweede tak”. Gelijk met de geit hadden we dus al een twintigtal legkippen. De eieren die we zelf niet consumeerden werden door mem aan huis verkocht. De klanten hadden dan een schaal of zo bij zich waarin ze mee naar huis genomen werden. Kleine eierdoosjes moesten toen waarschijnlijk nog uitgevonden worden. Oudere klanten vroegen soms om een “heal snies aaien”. Een “snies”was twintig. Reken dus maar uit. Bij de melkboer haalde men in die tijd in een pan of emmertje nog een “mingelen molke”.(een liter) Enkele van onze “aaiklanten”die me te binnen schieten waren: “Johannes Tolsma’sMaaike” van de Torenstraat.( Johannes was een broer van Tjipke, de koster van de Hervormde Kerk, en van Piet, Femke en Dukke die in het grote witte huis naast Jan en Maaike Winsemius op het eind van de “Kninefut” woonden). De familie Frans en Geertsje Faber van het postkantoor en Hammie van Jan Posthumus die nu in “Bjirmenstate” woont, maar toen tegenover ons in het bovenhuis van de oude Gereformeerde school, Terppaed 3, kwamen ook iedere week om eieren. De altijd fleurige overbuurvrouw zei dan op z’n Harlingers: “ dat gekookte eiwit is net skapekees”. Volgens de nu geldende maatstaven waren er toen in onze contreien alleen maar scharreleieren.
Omstreeks Pasen waren ze meestal wel wat duurder. Ook al omdat de eiproductie toen veel onregelmatiger was. Legbatterijen waren hier toen nog niet. Toch wilde heit graag nog wat meer kippen. Rinke Goudberg ook zo’n hobbykippenfokker, van de”Kninefokkerij” of “Kninefut” (Pastorij Buorren) zag ook wel brood in uitbreiding van de veestapel. Vermoedelijk zijn ze aangemoedigd door het blad “De Bedrijfspluimveehouder” dat Rinke zowat iedere zondag bij ons in de bus gooide. Zo bleven ze precies op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op dat gebied. Ze besloten beiden om eens een tiental “piken” (aan en tegen de leg) van een nieuwe kruising te proberen Hi-Lines werden ze volgens mij genoemd. Deze Amerikaanse F1 generatie was volgens “de geleerden” het beste van het beste. Ze waren wit van kleur met hier en daar een bruinachtig veertje. Heit maakte er in die werkplaats met de kookkachel een apart hok voor. En inderdaad, we hadden zo nu en dan per dag meer eieren in het nest dan dat er kippen in het hok liepen.
Ook legden ze, zo nu en dan, extra grote exemplaren met een “dûbele djerre”(in het Nederlands: dubbele dooier) Dat ging zo door totdat “autogarage de Boer” de electricien van de Nije Dyk, (later Adelenstrjitte 3, en overgenomen door Piet Verhagen) eens met zijn “foxterrier” een karweitje kwam doen. Toen de kippen die felle hond hoorden en zagen was het met het “moudzjen” en leggen van eieren even gedaan, want ze vlogen al kakelend boven in het hok en tegen het gaas. Heit was inwendig WOEDEND, maar hij hield zich in. Later kocht heit nog eens 100 gesexte eendagskuikens van een vermeerderbedrijf van de Veluwe.
Vol verwachting keken we naar die zending uit. Honderd kuikens, dat moest wel een groot pakket wezen. Uiteindelijk bleken ze in en soort oranjekoekdoos met gaatjes te zitten, waar ze genoeg ruimte in hadden en lekker warm bleven. Bij het natellen kwamen we op 102 stuks. Na enige weken zagen we dat er twee haantjes bij waren. Toen deze jonge hennen na 5 maanden begonnen te leggen was het één en al eieren. Melkboer Terpstra van de “Nije Dyk” (opvolger van Piet Brouwer) kwam wekelijks met zijn bestelwagen voorrijden om honderden eieren op te halen. Ze werden per kilo betaald, maar heit moest ze eerst wel op gewicht sorteren. In een speciaal “aaihokje” stond heit dan elke dag met een aparte “aaihokjebril”op, een uurtje eieren te sorteren alsof het aardappelen waren. Die “aaihokjebril” was één van de brillen die één van de omke’s uit Amerika eens opgestuurd had. Wel 3 of 4 verschillende gewichten eieren kwamen allemaal op stapels, in kartonnen rekjes van 30 stuks. Hoe heit dat deed? Wel, gewoon allemaal “even” op de brievenweger die u hier op de foto ziet.
Duizenden zijn zo door zijn handen gegaan. Over heit “zijn dingen” en “uitvindingen” zou ik, denk ik, alleen al een boek vol kunnen schrijven, maar dat doen we NU even niet. Wel nog even over het kippenvoer. Eén keer per jaar werd er bij een boer graan ingekocht. Tarwe gerst en haver, in een volgens het “bedrijfsblad” aangegeven verhouding. Het werd los opgeslagen in grote houten bakken, die op een stelling stonden, met onderaan een schuif. Een paar keer per jaar werd de hele handel omgezet, anders kwam er mijt in. De schuif dus open, een emmer er onder, boven er weer in en het onderste kwam boven. Heit zijn soldatenkist (1912-1918) was er nog altijd. Deze grote voormalige soldatenkledingkist bevatte nu het zelfgemengde graan. De manier waarop heit toen zijn kippen voerde heb ik tot op de dag van vandaag bij mijn Friese hoenders altijd volgehouden: De hele dag volop droog ochtendvoer (legmeel) en om een uur of vijf in de middag de maag nog even aanvullen met gemengd graan. Zo blijven ze de hele dag in beweging. Het ochtendvoer van het merk “Sluis” betrok heit eerst altijd bij Tjalling Tjallingiï, de plaatselijke Sparwinkelier. Zijn toenmalige compagnon, voormalig Sexbierumer politieagent Molenaar, ook al van de “Nije Dyk” die met een Zeeuwse getrouwd was, bracht het meestal. Later kwam het ook bij fouragehandel Freerk de Poel van de korenmolen vandaan.
Zoals u wel begrijpt is het met deze “tweede tak” van heit, nooit vetpot geweest. Dat hoefde ook niet, want deze hobby was naast zijn drukke werk, zijn lust en zijn leven. Als jongen had hij thuis aan het oude “Vliet” bij het “Heechhout”,waar zijn heit en pake o.a. een houtzagerij hadden en timmerman en molenmaker waren, ook altijd al duiven, konijnen en weet ik al wat niet meer gehad. Mijn oudste broer Roelof had andere hobby’s en interesses. Heit leefde dan ook al helemaal met me mee, toen ik al vrij snel na de oorlog mijn eerste duiven van hem kreeg. Maar daarover ”bij sûnens” een oare kear mear. Allemaal, ook namens Maartje prettige feestdagen en een gezond 2013 toegewenst. Harm.