Foto1 links: Groep in Fries kostuum. Genomen in 1925.
Staande v.l.n.r. Klaas Dokter, Dine van Diekum, Pieter de Jong, Groep in Fries kostuum. Genomen in 1925.
Staande v.l.n.r. Klaas Dokter, Dine van Diekum, Pieter de Jong,Trijn van der Schaaf, Wiecher Andriesse, Lieuwkje van der Meulen, Gelske van der Meulen, Daan Dokter, van Calsbeek, Adriana(Zus) Dokter(gehuwd met van Calsbeek)
Vooraan zittend v.l.n.r. Jikke van der Schaaf, Zweitse van der Zwaag, Tjeerd Anema, Geis van der Meulen.
Vooraan hurkend: Auke de Boer en Martha Dokter.

Foto 1 rechts: Joukje van der Meulen-Gerbens in 1912 met haar vier dochters.
v.l.n.r. Lieuwkje, later gehuwd met Wiecher Andriesse
Gelske, later gehuwd met Eeltje de Boer .
Annie, later Gehuwd met Jan Landstra.
Geiske later gehuwd met Job Hazewinkel

Foto 2 links: De Molen.

Foto 3 links: Badpaviljoen van de ”Franeker Zwemclub en Omstreken” in 1937 aan de zeedijk onder Oosterbierum. (uit het archief van Miedema, Franeker.)

Onderste foto rechts: Zwemclub “De Dolfijn” vrij zeker genomen in 1924 aan de zeedijk onder Sexbierum.
Jongeman rechts: Wiecher Andriesse. Dame links vooraan vermoedelijk Zus van Calsbeek- Dokter.
De rest van de personen is niet met zekerheid te zeggen

Tebek yn ‘e tiid no 69 Januari 2013

Zoals wel vaker kom ik via de administratie van de begraafplaatsen in contact met mensen die hun “wortels” in onze dorpen hebben liggen. In februari 2012 sprak ik met de heer Dirk Andriesse uit Naarden. Zijn pake en beppe, Rein van der Meulen en Joukje van der Meulen- Gerbens liggen begraven op het kerkhof van Pietersbierum. Hij is dus een neef van Joukje (overleden) en Antje, de dochters van slager Eeltje de Boer en Gelske van der Meulen. Dirk zijn tante Annie van der Meulen trouwde met Jan Landstra. Hun dochters Nelie en Joukje zijn dus zijn nichten.
Deze laatste familie bewoonde de pleats aan het Frjentsjerterein wat nu woonboerderij de Homeije is. Voor de familie Jan Landstra ging Rein van der Meulen uit Marsum hier met zijn vrouw Joukje wonen. De laatste had de pleats met de landerijen van haar heit Jouke Gerbens geërfd. Die woonde toen in Pietersbierum links van het gemeentehuis Walburga-State. Dirk Andriesse is een zoon van Lieuwkje van der Meulen en Wiecher Andriesse. Zijn tante Geiske van der Meulen trouwde met Job Hazewinkel. De volgorde van bewoning van de pleats is dus: 1 Rein van der Meulen, 2 Jan Landstra 3 Homeije. De heer Andriesse stuurde me uit het familiealbum, voor onze dorpskrant, een aantal foto’s voorzien van veel namen. De eerste is genomen in 1912 bij de ouderlijke boerderij. Hierop staat zijn beppe Joukje met haar vier dochters.
De tweede afbeelding is in 1925 vermoedelijk ook bij de boerderij genomen. Veel oud-dorpsgenoten staan hier afgebeeld in Fries kostuum. Bij welke gelegenheid is niet bekend. De derde foto, van de Sexbierumer zwemclub “DOLFIJN” verbaasd me nog het meest. Andriesse denkt dat deze kiek genomen is ergens bij een zeebad tussen Sexbierum en Oosterbierum in 1924. Aan de afbeelding van het “haad” zou je nu in 2013 bij laag water misschien kunnen zien waar dit ergens is.
Zeker is volgens mij, dat onze dorpen wat de zwemsport aan gaat in die tijd niet achterliepen. Meer informatie over de lokale zwemsport in die tijd vond ik toen www.oudtzummarum.nl ingetikt werd. Onder” wonen en werken aan de zeedijk” kwam ik het volgende tegen: 15 Juli 1932: oprichting Franeker Zwemclub. Deze club ging zwemmen in de Waddenzee onder Oosterbierum. Direct traden 49 leden toe. In 1936 was dit aantal uitgegroeid tot 425 leden. Vrouwelijke en jeugdleden stonden apart te boek, n.l. nog eens 283 en 439 leden.
In het jaar 1937 waren deze aantallen reeds 432, 180 en 465. De naam was toen al lang gewijzigd in “Zwemclub Franeker en Omstreken.” In het jaar van oprichting mochten de damesleden zich verkleden in een schuur van de heer Ennema, terwijl de heren genoegen moesten nemen met de zeedijk. Het jaar daarop had de club al een tiental badhokjes laten plaatsen. Ook een consumptietent was aanwezig, terwijl een autobusdienst van en naar Franeker voor vervoer van de badgasten zorgde.
Het bestuur stelde voorop dat zwemmen en baden met een goed toezicht het doel is. Het diende geen centrum van vermaak te worden. Zelfs vanuit Leeuwarden kwam men deze bij uitstek geschikte badplaats bezoeken. Verschillende jongelui kwamen zaterdags aan de zeedijk kamperen. Op een mooie zondag in Juli 1933 werden wel zo’n duizend personen geteld. Dat kwam ook omdat er toen net een ander gebouw met wel 30 badhokjes was geïnstalleerd. Het was een verbouwde keet afkomstig van Cornwerderzand.( waarschijnlijk overbodig geworden door het gereedkomen van de Afsluitdijk) Al deze gebouwen waren uitneembaar, omdat voor de herfststormen alles weer gedemonteerd en afgevoerd moest worden.
Ook in de gemeente Het Bildt, in de Westhoek, bevond zich toen een badinrichting aan zee welke de naam “Lyts Begjin” droeg. In een advertentie lezen we verder dat de”Nederlandsche Reisvereniging” afdeling Leeuwarden op een zondag een tocht naar Bad-Boekelo organiseert. Ook een excursie naar de badinrichting van de Franeker Zwemclub in Oosterbierum stond voor zaterdag 23 Juni op het programma. Een advertentie uit 1936 voor de verpachting van de daar aanwezige consumptie-localiteit trekt nog mijn aandacht. Hij is ondertekend door het bestuur van de “Zwemclub Franeker en Omstreken”
Het blijkt dat J.A.Moulijn voorzitter en J.C. Annokkee secretaris is. Na enig speurwerk kom ik er achter dat deze voorzitter tandarts in Franeker was en een broer van dokter Moulijn van de Heerenstreek van Sexbierum. In diezelfde stamboom kom ik de bekende naam Coen Moulijn tegen. Hij zal een achterneef van deze artsen geweest zijn. Coen (1937-2011) voetbalde bij Feyenoord en ook bij het Nederlands elftal tussen 1957 en1969.
Ook met het oog op zee mijnen stelt het bestuur in 1940, het eerste oorlogsjaar, voor om de grote tent na de winter toch maar weer op te bouwen. De gemeente Barradeel had n.l. toegezegd om twee keer per dag te surveilleren. Dat wordt dan ook met algemene stemmen aangenomen. Veel informatie voor deze aflevering haalde ik dus van oudbarradeel.nl.
U weet misschien nog wel dat we in aflevering 7 van Tebek yn’e tiid een foto met beschrijving van Douwe en Jannie Vrij met de ijscokar op deze lokatie plaatsten. De foto van de badinrichting uit 1937, stelde de ansichtkaartenverzamelaar Willem Miedema uit Franeker beschikbaar. Nogmaals onze dank hiervoor.

Tot een oare keer Harm.

Gevaarlijke Hond.

Sexbierum ongeveer 1940/1945

Vanaf de Oosterbierumerweg kon je als onbekende ”zonder gevaar voor zwaar letsel” het pad naar de molenaar niet opgaan. Deze bezat n.l.een zeer agressieve bouvier, die het terrein van de molenaar goed bewaakte, en waar aan het begin van de toegangsweg, een zwaar draaihek was geplaatst. Wat toentertijd ook nodig was, gezien het feit dat er s`nachts vreemd volk op en om de erven heen scharrelde.om een buit te bemachtigen. De molenaar ging er dan ook prat op, dat bij hem dan ook niemand het lef zou hebben zijn toegangsweg te betreden, zonder het ondergaan van een afschuwelijke metamorfose.! Ja - dat was in het hele dorp algemeen bekend. En van zelfsprekend ook - de door mij eerder genoemde interessante dorpsgenoten - mevrouw Nammensma uit Pietersbierum. (Jan Jorisz. Dijkstra, Rijwielhandel en taxibedrijf trouwde later met haar dochter Annie) Een zeer charismatische persoonlijkheid met een “fin mear as in bears” die in haar jonge jaren met paard en sjees door het dorp galoppeerde , en even bij de smid langs, waarbij myn heit Klaas de hoeven even mocht herstellen. Ook zij wist van de goede waakhond van de molenaar, maar wou dat toch wel eens testen of dat nu echt wel zo was, en vroeg de molenaar of zij zijn hond wel eens mocht testen op zijn betrouwbaarheid.
De verbaasde molenaar wist even niet wat hij met deze vraag aanmoest, en of mevrouw hem hierover enige uitleg kon verschaffen. Jawel beantwoorde mevr. Nammensma, wij spreken een bepaalde tijd af , daarna doe ik het draaihek open en betreed de toegangsweg naar uw molen, en stuurt U daarna de hond op mij af. De molenaar keek haar met een verbaasde blik aan, doch twijfelde op dat moment aan haar geestelijk welzijn, en vroeg dan ook of zij wel goed bij haar hoofd was, en daar meteen aan toevoegend, dat de volledige gevolgen , inclusief de ziekenhuis kosten voor haar rekening kwamen. mevr. Nammensma knikte met een kalme beweging instemmend. De molenaar twijfelde daarna een moment aan zijn goedkeuring voor deze gevaarlijke actie, doch ook hij wist, met andere dorpsgenoten dat mevrouw licht paranormaal begaafd was. Zij spraken samen dag en tijd af voor deze bijzondere gebeurtenis af. Tot ongenoegen van de molenaar, hadden een groep dorpsgenoten die vanzelfsprekend al bekend waren met deze bijzondere gebeurtenis zich al bij het hek opgesteld.
Mevr. Nammensma, met gevoel voor entertainment kwam een minuut of 7 later. De indruk wekkend dat zij aan de late kant was, kwam ze op haar fiets aanracen , zette de fiets tegen het hek en smeet haar jas er overheen. Onderhand hadden een flink aantal dorpsgenoten zich rondom het hek gepauzeerd, wachtend op datgene wat staat te gebeuren. Mevr. Nammensma opende heel langzaam het draaihek, waarbij zij na twee stappen op het weggetje naar de molen bleef staan, stak haar hand op naar de molenaar, ten teken dat hij zijn grommende hond kon los laten. Het publiek inclusief de molenaar en z,n hond waren zeer gespannen over dat wat stond te gebeuren, behalve Mevr.N. die de rust zelve was, en zeer gedecideerd afwachtende houding aannam. De hond werd los gelaten, en kwam grommend het pad af stormen, terwijl mevr. Nammesma met kalme tred naar de hond toeliep, waarna de hond langzaam vaart minderde ging mevr. N. halverwege het pad op enige afstand van de van de hond in hurkstand zitten. Met haar beide handen gebaarde zij de hond bij haar te komen; langzaam kwispelstaartend kwam de hond nabij en legde daarna langzaam zijn kop in de nek van mevr. Nammensma. Het publiek bij het hek was sprakeloos bij het aanschouwen van zoveel genegenheid tussen mens en dier.
De aanwezigen gaven daarna een jubelend applaus; en de molenaar ? hij was ziedend !....ook hem moest mevr. N. kalmeren ….met de woorden jij hebt een prima en zeer betrouwbare hond, wees trots op hem..hij kan het immers niet helpen, dat ik hem de baas ben.
Geschreven door oud Pietersbierumer Gerrit Herrema, geb. Tzummarum 1936 overl. Leeuwarden 2013.