Foto l boven: Team Sexbierum en Leeuwarden (Friso)
Boven v.l.r. P.Kuipers(ass.boterfabr.), … Hiddinga, Rinze Fr. Post, Sierd A Dijkstra, v/d Laan (trainer), Taetse Fennema, ? Willem Fennema Willie v. Calsbeek, Sjoerdtje Ferwerda, ? Jan Boutsma (Wijnaldum)
Onder Sippie v/d Meulen, ? Sippie Houtsma, Corrie v Calsbeek, Liepie Hibma.
De anderen zijn Friso spelers. (uit verzameling van Hein en Sippie)

Foto l midden: Spelers en publiek op het voetbalveld van A.V.C. (uit verzameling van Hein en Sippie)

Foto l onder: Herinnering aan het kranige spel van de aspiranten in de competitie van 1948 tegen Lekkum.
Boven v.l.n.r. Sippie Houtsma, Liepie Hibma, Johanna Brouwer, Antsje Post, Iefke la Fleur, Jannie Koster.
Onder: Willem Koolstra, Piet Wieringa. Willem Fennema, Klaas A de Boer, Jan Koolstra, Johannes Hiddinga, Rinze? Hiddinga.(van de theebus) (uit verzameling van Liepie Kuiken.

Foto r boven: Genomen na het jaar 2000 van de uitspanning “RUSTENBURG”
Tussen Franeker en Dronryp (uit verzameling van Willem Miedema).

Foto r onder: Dezelfde club.

Tebek yn ‘e tiid no 74 februari 2014

Korfbalvereniging “Tjerk Hiddes” en uitspanning “Rustenburg”

Toen in 2001 begonnen werd met het plaatsen van de stukjes “Tebek yn ‘e tiid” was het al snel de familie van Calsbeek uit Pietersbierum die aan kwam dragen met aanvullende foto’s en ander materiaal aangaande de inhoud. Vooral Sippie van Calsbeek-van der Meulen (van oorsprong uit Wijnaldum) de vrouw van Hein zorgde vaak voor bruikbare tips. Ook de gegevens over de korfbalclub kwamen van dat adres. Later zorgden Klaas Bouma en Liepie Kuiken-Hibma voor nog meer verhalen en foto‘s. Hoe lang deze club bestaan heeft is moeilijk te zeggen. Vermoedelijk is hij omstreeks 1930 opgericht.
Willem van Calsbeek (de heit van Hein) die toen op Frjentsjerterein no 8 woonde was waarschijnlijk één van de oprichters en zat ook heel lang in het bestuur. Eén zoon en drie dochters waren ook lid. Klaas Bouma vertelde dat hij op achtjarige leeftijd al lid was. De datum van opheffing is eveneens moeilijk te achterhalen. Vermoedelijk is het omstreeks 1960 geweest. In de bloeiperiode waren er totaal wel zo’n zestig leden. Ze kwamen uit Sexbierum, Pietersbierum en Wijnaldum. We leefden toen nog heel sterk in de tijd van de zuilen.
In onze dorpen hoofdzakelijk Gereformeerd, Hervormd-rechtzinnig en Hervormd-vrijzinnig. Alle drie met een eigen kerk en dominee. Alle drie een vrouwen, mannen, jongemannen, meisjes, knapen en kleine-meisjes vereniging of iets in die geest. Bij elke kerk was er in het winterhalfjaar op zaterdagavond ook nog een bibliotheek geopend met een eigen bestuur. Voor jong en oud was er keus uit honderden boeken. Sommige spannende jongensboeken waren helemaal stuk gelezen.
De Vrijzinnig-Hervormden kerkten in Pietersbierum. Je kunt wel stellen dat bijna alle leden van de korfbalclub “Tjerk Hiddes” uit die groepering kwamen. Meestal wel gelovig maar veel minder streng dan de andere twee groepen. Wij dorpelingen hoorden dus bij de “finen” of bij de “openbaren”. Of ook wel: “hij heart bij Pitersbjirrum” Nu moeten we niet denken dat het in “ús bjirmen” moord en doodslag was want verschillende dingen deden we gebroederlijk samen. Denk aan “ouden van dagentochten , volksspelen en inzamelingen. Dan waren we “Meienoar Ien”. Door de leden van de korfbalclub werd fanatiek spel gespeeld Meestal op het kaatsveld/ijsbaan/kermis terrein schuin tegen over café “de Harmonie” wat toen nog gescheiden was door de haven en dorpsvaart. Vaak lagen daar zondags, als er gespeeld werd, wel een paar skûtsjes van onze Sexbierumer turfschippers.
In de(openbare) kermisweek, in de tweede helft van juni, lag hier natuurlijk ook het skûtsje waar de draaimolen en zweef mee naar onze dorpen kwam. Voor de meeste “finen” was sporten op zondag er niet bij. Er openlijk naar kijken kon er eigenlijk niet eens op door. Van de overwegend kerkelijke gemeenteraad of burgemeester mocht er in onze dorpen zondags alleen na kerktijd gespeeld worden. Als de kerkdienst eens wat uitliep kon het gebeuren dat sommige huiswaarts kerende kerkgangers die langs de kade liepen daar niet her of derwaarts keken maar de blik op oneindig gericht hielden.(behalve de jeugd dan.) Voor de “openbaren” was dat vermakelijk want die wisten heel goed dat er bij de chr. kaatsvereniging “D.I.O.S.” op het kaatsveld in de boerefinne niet alleen de kaatsbal zo nu en dan naar de boppe geslagen werd, maar dat er ook wel eens een “flok” door het luchtruim vloog.
Toen de vaart en haven gedempt werden en de woningen Kade 8-10-12-14-16 en 18 gebouwd werden is er bij Jan Landstra, nu tegenover de “Homeije” nog wel op een weiland gespeeld. Waar Jelle en Sapie Hoeksma-Jellema nu wonen (Frjentsjerterein 18) stond toen een houten hok. Dat werd dan als verkleed ruimte gebruikt. Ook is er wel naar Wijnaldum uitgeweken wat het speelveld betreft. Op de voetbalvelden aan de Spoordyk werd ook wel gespeeld, maar voor de palen met de korven moesten wel gaten in de grond geboord worden en dat viel bij A.V.C. niet altijd in goede aarde. Het spelmateriaal had een plaats in een steeg bij de familie van Calsbeek. Het zal omstreeks 1940 geweest zijn dat de junioren in Leeuwarden een wedstrijd moesten spelen. Klaas Bouma was toen een jaar of acht. Het vervoer naar de wedstrijden ging meestal per fiets. Omdat de jongeren in die tijd niet altijd een rijwiel tot hun beschikking hadden liften ze ook wel eens mee bij iemand op de “pakjedrager”
Die keer waren er zeker niet genoeg fietsen want er moest iets anders geregeld worden. Dat was geen probleem want Rients Bierema die later met zijn vrouw Maaike Goudberg en dochters aan de Slachte onder Oosterbierum woonden, (de latere tegelfabriek) bewoonde toen het stationsgebouw Sexbierum-Pietersbierum. Hij verzorgde vervoer met paard en rijtuig maar had deze voertuigen en koetsjes ook te huur. (Er is nog een foto waar je hem voor het gemeentehuis op de “bok” ziet zitten van een trouwkoets. Hein van Calsbeek huurde hier voor de club een paard met een open rijtuigje, ook wel janplezier genoemd. Het was mooi weer en de passagiers hadden een goed humeur want er werd onderweg ook gezongen, zodat de bemanning het rijtuigje zijn naam alle eer aan deed. Op de terugweg toen de watertoren van de oude academiestad al in zicht kwam zei Hein:”hjir stekke we even oan”. Aan de rechterkant van de straatweg stond een flink woonhuis met wat bijgebouwtjes. Een sik stond even verderop “oan it tsjoar” niet ver van een “pikestjelp” met een paar konijnen. Boven de deur van deze nederzetting stond op een wit geverfde plank: RUSTENBURG.
Buiten tegen de muur stond een bank en er waren ook een paar tafeltjes en stoelen. Het eerste wat Hein deed was voor het hynder een emmer water uit de regenwaterbak putten. Nadat ze de benen even gestrekt en wat gedronken hadden werd de thuisreis voortgezet. Het ging nu via Saakstra’s brug,dwars door de binnenstad richting Hertog van Saxenlaan op huis aan. Het was een mooie dag geweest. Zelf heb ik ook nog een paar herinneringen aan uitspanning “Rustenburg” De eerste keer zal ongeveer in 1952 geweest zijn. We waren op Hemelvaartsdag als kameraden naar de blomkemerk in Leeuwarden geweest. Toen we op de terugweg ’s avonds om een uur of zeven tussen Dronrijp en Franeker aan de rechterkant de uitspanning “Rustenburg”zagen, riep Piet de Jager opeens: hjir stekke we nog even oan. Ik dacht dit wordt helemaal niks want het was een gewoon woonhuis.
Maar toen Piet “folluk” had geroepen werden we door de vrouw in de “gelachkamer”gelaten, waar we inderdaad later om gelachen hebben. We konden plaats nemen aan de tafel waar het echtpaar aan de broodmaaltijd zat. Nadat we de sinas opgedronken hadden wat achter de “bedsdoarren” vandaan kwam zijn we weer op de fiets gestapt. Twintig jaar later ben ik daar nog een keer geweest. Dat vertelde Maartje toen ik vertelde dat ik van de heer Willem Miedema uit Franeker een afbeelding kreeg van deze uitspanning. Deze verzamelaar heeft zo’n 9000 afbeeldingen van Franeker en omgeving. Maartje en schoonzusster Thea Zaagsma-Mulder kwamen in de volkswagen Kever terug uit Leeuwaarden toen het voertuig in de buurt van “Rustenburg”begon te pruttelen en zonder brandstof kwam te staan. Toen ze vanuit dat adres mij opbelden moet ook ik wat geprutteld hebben. Met een halve jerrycan benzine heb ik toen de ergste dorst van de Kever gelest.
Bij bijzondere gebeurtenissen weet je vaak later nog precies waar je toen was. Op de warme elfde augustus in 1972 voltrok zich op camping Duinoord op Ameland een vreselijke ramp. Een windhoos trok over het terrein waar 2000 vakantiegangers vertoefden. Vier doden en meer dan 100 gewonden waren het gevolg. Meer dan 20 helicopters van marine en luchtmacht vlogen af en aan. Sieds Swart en mijn persoon verrichtten op die dag timmerwerkzaamheden aan de gebouwen van landbouwer J.L.Blanksma Hoarnestreek 5 te Sexbierum. Op een gegeven moment zagen en hoorden we meerdere hefschroefvliegtuigen langs de kustlijn vliegen. Uit Sieds zijn transistorradio hoorden we even later van de ravage op die camping. Maartje vertelde me dat het gepruttel van de Kever op die dag plaats gevonden had. In 1992 en 1997 werd dat kampeerterrein opnieuw door winhozen getroffen.

Oan’t een oare keer.
Harm Zaagsma.