Foto l. boven: We zien hier een tijdelijke houten damwand (strykdaam) in de vaart voor de Torenstraat. Links de betonbrug Reade Tille.
Foto l. onder: We zien hier vier jongemannen op de stoep van Torenstraat nummer 1 v.l.n.r. Jelle Wierenga, Klaas de Boer, Piet de Jager en Harm Zaagsma.
Foto r. boven: In 1790 werd er ook al over de Roode Tille geschreven. De knipsels vertellen hun verhaal.

Tebek yn’e tiid no 76 mei 2014

Bewoning van de “Toerstrjittewenten”

Laten we maar beginnen bij de laatste foto van het vorige stukje n.l. mooi panorama uit 1975. Hier zijn de 5 en de 7 verwisseld. Omstreeks 1957 is deze foto gemaakt. Ook moeten we nog even vermelden dat het stuk land waarop de Torenstraat gebouwd is vroeger “Bote syn sâne” genoemd werd. Ik heb beloofd dat we nu op “bezoek” gaan bij de bewoners van de Torenstraatwenten. Dat kunnen we doen dank zij Klaas Bouma, Hendrik Houtsma en Liepie Kuiken-Hibma die daar hun jeugd doorbrachten. Jan Wildeboer uit Emmeloord mailde ook nog een paar mooie anekdotes. Een jaar of tien geleden had ik zelf ook nog wat aantekeningen gemaakt. Toch kan dit verhaal nooit volledig en foutloos zijn.
Laten we beginnen bij huisnummer 1.
Volgens de oude huisnummers van voor 1953 is dat waarschijnlijk nummer 327 geweest. Dit is dus de woning die het dichtst bij de Hervormde school en de rode toren staat. Het gezin van schoolmeester Klaas Huizinga heeft hier gewoond. Later gingen ze aan de Herenstreek tegenover de toren wonen. Volgens mij hadden ze vier kinderen: Tjitta die later met de timmermanszoon Jan van der Zee uit Pietersbierum trouwde, Ulfert en nog twee dochters. Siebren en Botje Nieuwenhuis woonden ook in deze eindwoning. Siebren was bode bij de begrafenisvereniging. Ook werd er petroleum verkocht, en zorgden ze er voor dat het Friesch Dagblad bij de mensen op de mat viel. Met de kinderen Sjoerdje, Sippe-Jan, Appalona, Tine, Piet en Siepie vertrokken ze met de Holland Amerika Lijn naar Amerika of Canada. Siebren zou best eens een omke van Jan en Geeske Nieuwenhuis geweest kunnen zijn. Na hun vertrek omstreeks 1948 betrokken Sietse en Zus Wierenga met hun kinderen dit huis. Wat bleef, was de petroleumhandel.
Vanuit de Bargesteeg was deze woonplek een hele verbetering ook al omdat heit Sietse een aandoening aan de luchtwegen had. Dat veroorzaakte een bepaalde druk op het hele gezin waar mem goed mee om wist te gaan. Vanuit het warme nest van mem Zus Wierenga-Sipkema die een hoge leeftijd bereikte vlogen de kinderen, Geertje,Orsie,Jelle,Berbertje en Sietse de wijde wereld in. Vooral de avonturier Jelle (één van mijn schoolkameraden tot op de dag van vandaag) doorkruiste praktisch zonder een cent op zak grote stukken van de wereld.
Met Bonne Bloksma jr. op een oude bromfiets naar Spanje.(sinaasappels plukken) Als dekknecht op een plezierjacht naar Amerika. Vervolgens lopend en liftend op klompen met een fries vlaggetje op de rugzak van farm naar farm. Hulp van een landmeter in Australië, enz.enz. Thuis gekomen, omgeschoold tot stukadoor,getrouwd en in Minnertsga wonend, huisvader met als hobby cactus kweker. Woonde de fam. Hessel Keegstra-Corporaal hier ook nog niet? In het tweede huis woonden Nies en Geiske Kroese. Ze hadden twee kinderen, Wiltje en Griet. Griet was nog maar twee jaar oud toen haar mem kwam te overlijden. Ze werd grootgebracht bij haar pake en beppe Broersma het kostersechtpaar van de Gereformeerde Kerk. Ze trouwde met Harke Hibma nog voor hij als militair naar Indië vertrok. Wiltje kwam in Nederlands Indië door een bermbom om het leven. Naar hem is in ons dorp een straat genoemd.
Scholte en Hillie Zijlman woonden later in dit huis. Scholte had een betrekking bij de boterfabriek op het Frjentsjerterein. Hillie was een zuster van Alie Faber-de Jong van het Fliet. Toen Albert Miedema (schoenmaker) kwam te overlijden werd de woning (met het schip) aan de Alde Buorren verkocht. Jabik en Jetske Tuinstra zijn zuster en zwager, die bij hem inwoonden gingen toen in woning nummer 2 wonen. In huis nummer 3 woonden Willem en Griet Postma-Douma. Daarna was het oude Vliet tegenover café de Harmonie hun woonplek. Hun kinderen waren: Tine, Hein, Jeltje, Hennie en Reinie. Johannes en Maaike Tolsma woonden later in dit derde huis. Boukje, Siebe, Geert, Jantje, Pietje en Femke waren hun kinderen. Hun zoontje Piet is jong overleden. Op het land bij Nammensma kwam Johannes tijdens werkzaamheden plotseling te overlijden. Hij was 48 jaar oud.
Om rond te komen werden er toen kruidenierswaren verkocht. Hun zoon Geert was zeeman en had zijn opleiding op de zeevaartschool op Terschelling gehad. Durk en Reinskje Hibma-van Dieken hebben met Ane, Sippe, Klaas, Riemer, Jurjen en Liesbeth op nummer 4 gewoond. Ook dit hoofd van het gezin heeft zijn kinderen niet volwassen zien worden en dan heeft de mem vooral in oorlogstijd het dubbel zwaar. Veel mensen uit deze omkriten waaronder ik zelf hebben in de zestiger jaren van Riemer rijlessen gehad. Veel neven en omke’s van deze jongens, nakomelingen van hun pake Sippe, hadden iets met transport te maken. O ja Liepie vertelde me nog dat hun vorige huisnummer 330 was.
In nummer 5 woonde ook alweer een groot gezin. Jochem en Anne Mollema waren de heit en mem van: Tsjamkje, Klaas, Geert, Simon, Boukje, Catrien, Jan, Rintje, Warmold, Flip en Anneke. Dochter Geertje is jong overleden werd me verteld. In een groot gezin zijn nogal wat hongerige magen en dat was hier ook het geval. Heit Jochem kon op de ekers achter het huis niet voldoende aardappelen en groente verbouwen. Toen er op het Fliet naast de gymzaal nog geen huizen stonden, waren dat tsjerke-ekers. Dat was dus achter ons huis (Terppaed 8) Geert en Simon zullen 17 en 16 jaar geweest zijn toen ze daar een paar ekers voor hun heit omgespit hebben. Sommige kleine voorvallen zitten rotsvast in je geheugen. Zo moest Geert eens tegen twaalven bij”de Spar” voor zijn mem een boodschapje doen. In die tijd kreeg je bij “Tjalling” iedere week een aflevering van een strip verhaal bij de boodschappen Geert liep toen al lezend met “de avonturen van Fiedelflier” voor zijn neus over de Nije Buorren richting Torenstraat.( Google ze maar eens) Geert deed al heel jong de opleiding tot beroepsmilitair in Weert.
Heit Jochem was ploegbaas van een groep landarbeiders die verschillende werkzaamheden aannamen. We zijn nu toe aan de zesde woning. De familie Jan Sijtsma heeft hier gewoond. Jan was een broer van Jabik en Hendrik die een tuinders bedrijf binnen de gracht van “Liaukema-state”hadden. Jan had een ander beroep gekozen n.l. meer in de sector transport en handel. Hij begon zijn loopbaan samen met Aeble Wielenga. Ze runden de vrachtboot “TJERK HIDDES” die o.a. dinsdags op Sneek en vrijdags op Leeuwarden een beurtdienst had vertelde Jouke, de oudste zoon van Frits en Tryn Douma-Wielenga me. Want Aeble was zijn pake. (daarom heet de plezierboot van Jouke en Griet Douma-Pasma dus “TJERK HIDDES” Toen het vervoer over water op zijn retour was, omdat vrachtauto’s in opmars waren had Sijtsma samen met Jelle Jansz. Pols een samenwerkingsverband. Het was de heit van o.a. Hieke Bruinsma-Pols en Klaske Dijkstra-Pols. Die woonde toen aan de Nije Dyk (Adelenstrjitte) waar hij een vrachtauto bij de woning kon stallen. Later verhuisde hun bedrijf naar het voormalige stationsgebouw. Volgens mij verhandelden ze in hoofdzaak stro en andere landbouw producten.
Jan Sijtsma van de Torenstraat was getrouwd met de zuster van zijn eerste compagnon: Trijntje Wielenga. Samen kregen ze twee dochters: Anne en Afke. Afke trouwde later met de huisschilder Klaas Roorda. Trijntje overleed in 1921 en werd slechts 27 jaar. Jan zijn tweede vrouw was Antje van der Meulen. Ze stierf in 1974. Jan kreeg ook wel hulp van Ymkje Gratama (een zuster van slager Jabik Gratama) Jan overleed zelf in 1979. Wat mij betreft gaan we de volgende keer verder met de familie Durk Anema.

Tot dan, Harm.