Foto l. boven en midden: spreken voor zich.
Foto l. onder: Frederick was born in 1923, Austin.
Foto r. boven: “Vliegend Fort” met bemanning. Tweede van links boven: Frederick Brownell Robinson.
Foto r. midden: “Vliegend Fort“ in vogelvlucht.
Foto r. Onder: Is de plaats waar de vlieger later is gevonden.

Tebek yn ‘e tiid no 81 maart 2015

Het is nu 70 jaar geleden dat onze bevrijding door de geallieerden aanstaande was. Maar bij de oorlogshandelingen die er aan vooraf gingen vielen vele slachtoffers. In de oorlogsjaren werden de bewoners van de sédyk hier in de Bjirmen daar meermalen mee geconfronteerd. We lagen n.l. op de route van de bommenwerpers die als doel hadden: Het vernietigen van de Noord Duitse oorlogsindustrie. Na hun missie werden ze hier vaak opgewacht door de snelle Duitse jagers die op de vliegbasis Leeuwarden waren gestationeerd. Veel bemanningsleden moesten tijdens die luchtgevechten hun toestel verlaten en kwamen vaak in zee terecht waarna ze verdronken. Na korte of langere tijd spoelden ze dan aan op de stenen glooiing van onze kust waar ze dan door sédyksters werden gevonden. De plaatselijke politie werd dan gewaarschuwd waarna de ambtelijke molen in werking kwam. Begin januari van dit jaar kwam voor mij een geheel nieuw verhaal binnen dat was doorgestuurd door Tiny Plat-Tjallingii van de Protestantse Gemeente Sexbierum-Pietersbierum.
De heer Nico Knol uit Heerlen mailde dat hij sinds 10 jaar een graf heeft geadopteerd in Margraten. Op die grote militaire begraafplaats verzorgd hij het graf van een Amerikaanse copiloot, die voordat hij daar herbegraven is, op het kerkhof van Pietersbierum gelegen heeft. De heer Knol schrijft dat er nu voor het eerst familie uit Texas het graf in Margraten komt bezoeken. Natuurlijk wil deze familie nu ook naar Pietersbierum komen om te zien waar hun dierbare eerst begraven is geweest. Ook willen ze graag met eigen ogen zien waar zijn lichaam toen is aangespoeld. Namens de familie vraagt de heer Knol of we willen helpen deplaatsen aan te wijzen waar het één en ander heeft plaats gevonden. Gelukkig kunnen we deze vraag voldoen omdat bij de mail meerdere documenten toegevoegd zijn.
Het rapport van de marechaussee van het gewest Groningen, groep Barradeel geeft al veel duidelijkheid. Dat rapport van 9 maart 1944 is opgesteld door wachtmeester Jan Idsinga van deze groep. Nadat hij een melding had ontvangen dat er een lijk onder Oosterbierum was aangespoeld begaf hij zich “derwaarts” zo wordt geschreven. Ter hoogte van hectometerpaal 41 trof hij inderdaad een lijk aan wat in verregaande staat van ontbinding verkeerde. De burgemeester laat het lichaam aldaar kistten waarna het wordt overgebracht naar het lijkhuisje op de begraafplaats van Pietersbierum.
Op 10 maart wordt de identiteit vastgesteld door een militair van de “Fliegerhorst” te Leeuwarden. Er wordt vastgesteld dat het om een Amerikaanse vliegerofficier gaat met de rang van luitenant. Het plaatje wat op het lijk wordt gevonden vermeldt dat het Frederick S. Robinson is met de letters 0-684556.T43. Op vrijdag 10 maart 1944 om 17 uur wordt het lichaam op de begraafplaats van Pietersbierum ter aarde besteld op regel 29 grafnummer 5. Dit rapport wordt aan de autoriteiten doorgezonden door de hoofdwachtmeester/waarnemend groepscommandant W Koolstra. (de ouderen van ons weten nog wel dat Koolstra met zijn gezin het politiebureau op Terp nummer 8 bewoonde) In de administratie van de begraafplaats van Pietersbierum konden we niet achterhalen dat deze piloot daar begraven was geweest.
In de zeventiger jaren waren immers alle papieren verloren gegaan bij de boerderijbrand van de familie Bokke Yntema die toen als kerkvoogd de administratie van de begraafplaats had en de pleats aan het Hoarpaed bewoonde waar Bosma nu greidboer is. De vermelding van het grafnummer was nu voldoende om vast te stellen waar toen het graf van de vlieger was. De plaatsbepaling bij de Waddenzee was iets lastiger. In de tijd voor de laatste dijkverhoging waren boven op de zeedijk om de honderd meter genummerde basaltblokken ingegraven. Na de verhoging is dat systeem veranderd. Navraag bij Rijkswaterstaat leverde niets op. Tenslotte bij “oudtzummarum” gezocht. Daar vond ik bij “zeedijk/visserij” 671 wat ik zocht.
De waedfiskers hadden in zee allemaal hun haringregels. Dat waren de plaatsen waar ze hun netten konden plaatsen. Zo kon ik zien dat in de buurt van de Slachte paalnummer 44 had gestaan. Zo’n 300 meter ten Noord-Oosten was dus het lichaam aangespoeld want bij Dijkshoek, waar het Bildt begint begon de nummering. Nico Knol schrijft verder: Het was de tweede missie die deze tweede luitenant maakte. Hij was afkomstig van Texas en sinds october 1943 gelegerd in Engeland. In een toegestuurd krantenartikel van 12 december 1943 uit Texas lezen we dat op 11 december bij daglicht vanuit Engeland een enorme luchtvloot richting Emden was vertrokken waaronder Vliegende Forten ,Libereters en gevechtsvliegtuigen. Na Hamburg was nu deze havenstad aan de beurt. De Duitse tegenstand was niet gering maar de Amerikaanse overmacht was verpletterend. Bij de gevechten werden 138 Duitse vliegtuigen neergehaald terwijl ze zelf met 17 bommenwerpers en 3 gevechtsvliegtuigen minder naar hun basis terug keerden.
Toen de tienkoppige bemanning van “onze vlucht” op 11 december 1943 vanaf Emden met hun B17 terug vloog werden ze dusdanig beschoten dat besloten werd om te springen. De piloot en de bomber bleven aan boord. Drie maanden later is Frederick Robinson dus bij ons aan de kust gevonden. Achteraf was springen niet nodig geweest omdat de brand aan de motoren door de bomber geblust kon worden en het “Vliegend Fort” met piloot en bomber veilig in Engeland zijn geland.

Harm Zaagsma.