Dit is het verhaal bij de foto’s

Tebek yn’e tiid no 82 mei 2015

In de periode dat ik dit schrijf, vinden in mijn geboorteplaats en op vele plaatsen in Nederland herdenkingen plaats, gevolgd door feestelijkheden omdat zeventig jaar geleden voor ons de tweede wereldoorlog eindigde. Van dat alles is hier, waar ik me nu bevind niets te merken. Op een hoogte van 1600 meter en meer dan 1200 km. van huis verwijderd probeer ik dus maar wat gedachten op papier te zetten. We zijn hier in het geboorteland van A.H. de persoon die zo’n tachtig jaar geleden onze wereld op zijn kop zette. En dan heb ik het niet over de grootgrutter uit Zaandam.In deze contreien werd hij door hele groeperingen op handen gedragen want voor de gewone man was hij het die voor werk en betrekkelijke welvaart zorgde. Toen hij dan ook de mensen opriep om zich voor het grote Duitse rijk in te zetten was dat niet aan dovemans oren gezegd. Maar toen na 1945 de balans werd opgemaakt bleek dat van de mannelijke bevolking meer dan 80 niet zouden terugkeren naar hun geliefden. En dat voor een bergdorp dat half zoveel inwoners telde als Sexbierum en Pietersbierum samen.
U begrijpt dat ik het over Oostenrijk heb, waar onze kinderen, Jaap en Marta met hun gezin een nieuw bestaan proberen op te bouwen. Honderd jaar geleden deden vier Zaagsma omke’s van mij in Amerika hetzelfde. Het doet me wel wat als ik zie hoe Jaap op dit moment naast modern gereedschap ook het oude handgereedschap van mijn oerpake Hendrik en pake Roelof van het Sexbierumer Vliet weer gebruikt. De haalmessen voor het schillen van het rondhout en de gutsen voor de sierlijke rondingen komen hier goed van pas.Want je gaat hier voor speciale gevallen nog het bos in om een geschikte boom uit te zoeken om hem vervolgens te vellen en naar de zagerij te brengen. Alles in overleg met de eigenaar natuurlijk. De bomen die op deze hoogte groeien zijn fijndradig omdat de groei gestaag verloopt. De kwaliteit van deze lariksen is daarom zeer goed. Het “Tebek” plaatje wordt voor mij bijna helemaal compleet als ik zie dat Jaap tegen de zijkant, onder het overstek van zijn werkplaats de “dûbele sile”hangen heeft die een paar jaar geleden nog onder het overstek van het “tek” hing, bij de boerderij van Nammensma aan de Hearewei te Sexbierum. Nog veel eerder werd de voorganger van dat gareel gebruikt om het stuk land te bewerken waar de landbouwprodukten geteeld werden, die verkocht werden om het “waschlicht” in de aloude Sixtuskerk mee te bekostigen, zo verteld de historie.
De sponsor van de Paaskaars zouden we tegenwoordig zeggen. De namen van de wegen hier in midden Europa doen soms ook historisch aan. Het geeft aan dat bijvoorbeeld de Galliërs en de Turken hier geen onbekenden waren. Ook “onze” stinseplanten hebben hun oorsprong hier, want je ziet ze overal in de bossen en de bermen volop bloeien. Ook voor de liefhebbers van de fauna is het hier genieten. Veel soorten mezen, goudvinken en notenkrakers vliegen voor je voeten op, om over de reeën, herten, marters en vossen maar te zwijgen. Zelfs een auerhoen kruiste ons pad. Tussen dat alles zie je dat Marta haar was hangt te drogen op een “rak” uit de Lage Landen.
Na veertien dagen “ûtfanhûzjen” gaan we weer op huis aan. Dat moet ook wel want op de dag van aankomst verlaat een broedse kip van me na 21 dagen en nachten haar nest met een nieuwe generatie fryske pykjes. De stok staat dus achter de deur.
Een week later hoop ik kennis te maken met Nico Knol uit Heerlen, die het graf van de piloot geadopteerd heeft die in 1944 aangespoeld is bij Oosterbierum. Samen met familie van die militair gaan we naar de oorlogsgraven in Pietersbierum.Ook de plaats waar hij aangespoeld hopen we te bezoeken. Samen met familie van die militair gaan we naar de oorlogsgraven in Pietersbierum.Ook de plaats waar hij is aangespoeld hopen we te bezoeken. Een volgende keer is er misschien wel weer wat over de Torenstraat te verhalen.

Tot dan.
Harm Zaagsma.