Foto l. Boven: Klaas Scheepsma van de Alde Buorren op de laarzen van de reus.
Foto r.boven: Krantenknipsel.
Foto onder: Nanning Glazema, Doede de Boer, Ate Glazema en Klaas van Jan en Anna Hibma-Jorritsma.

Tebek yn ‘e tiid no 84 september 2015

De zomer is bijna voorbij. De versieringen van de buurten en de wagens zijn weer opgeruimd. De verwijderde stoeptegels en straatstenen liggen zo goed mogelijk weer op hun plek. Ieder heeft op zijn manier bijgedragen tot het slagen van het tweejaarlijkse dorpsfeest. En wat voor een feest. Wijzelf en heel veel mensen uit de wijde omtrek hebben met verbazing aanschouwd hoe in onze dorpen alles was geregeld. En ook de uitvoering was perfect. Hulde aan het comité en ook aan allen die voor zo’n prachtige en grote optocht hebben gezorgd. Ook het hele “tentgebeuren” met veel dorpsgenoten om utens was een feest op zich. Hier kunnen we weer twee jaar op teren. In gesprekken met dorpsgenoten spraken we over vorige feesten en optochten. Zo kwam de wagen van de familie Klaas Scheepsma, fam. Piet Pasma, en de vissersfam. Joh. Ykema ter sprake die de toen actuele fabeltjeskrant op een wagen voor het voetlicht bracht. Ook de grote “oudejaarsploeg” met Paul Engel en vele andere “kopstukken” deden de dorpen soms op hun grondvesten schudden. Denk aan “de Tour de France” en “Massakassa” niet te vergeten. Weken van te voren werd er door middel van personeelsadvertenties in de “Um- Krant” al geheimzinnig over gedaan zodat sommigen hun baan al op de tocht hadden gezet en op advertenties reageerden die om winkelpersoneel vroegen. Ook sommige middenstanders zagen in gedachten hun omzet al kelderen.
Ook Klaas Scheepsma van de Alde zette de boel eens op stelten. Hij stelde Kleinduimpje voor die in de laarzen van de reus liep, terwijl de reus zelf op een wagen lag te snurken. Op metershoge kuierstokken wandelde hij de hele lange route van de optocht mee. Ongeveer op goothoogte wel te verstaan. Hier moest natuurlijk wel voor geoefend worden. Maar dat kon niet overdag want een optocht is altijd een verrassing. Er werd dus pas gelopen als het donker was en menigeen al op bed lag.Onopgemerkt bleef het echter niet want niet iedereen slaapt als een “okse” Zo kon het gebeuren dat Klaas oog in oog kwam te staan met iemand in nachthemd die naar de kajuit was gelopen om eens te kijken wat voor getik dat toch buiten was. Die kregen de schrik van hun leven.
Zo hadden we allemaal onze verhalen. Jan Postma en Jaike Postma-van der Veen waren net voor het feest overgekomen uit Canada.Jan de broer van Jochem, Liepy-de Vries-Postma en Hein, groeide op als gardenierszoon aan de Alde Buorren. Zijn vrouw, Jaike van der Veen werd geboren aan de zeedijk onder Oosterbierum. Ze was één van de oudste kinderen van een groot gezin. Haar heit hield onder andere een flink aantal kippen. Deze leeftijdsgenoten van mij emigreerden als jong echtpaar. Via Hein en Wieke lezen ze ook altijd nog onze dorpskrant. Zo hadden we het op het feestterrein ook even over de Torenstraat en de verhalen die er bij horen. Niet alleen Wijbren Klaver kwam daar om het leven. Maar ook Piet de broer van Jaike verongelukte daar in 1971 op bijna achttienjarige leeftijd. De Oosterbierummer Piet van der Veen was een jongen die “aanwezig” was. “Iedereen” in de omgeving kende hem. Hij maakte op “De Hoeke” graag even een praatje met je. De melkwagen die vaak ’s nachts ter hoogte van de Gereformeerde pastorie geparkeerd stond werd hem noodlottig. (ziekrantenarikel)
In 1964 was het dorp ook al in grote verslagenheid, want de vierjarige Jan van der Bosch verdronk hier ongeveer op dezelfde plaats. Hij was het zoontje van Oene en IJtje van der Bosch-Rinsma en een broertje van o.a. Pier. Dat stukje Herenstreek ter hoogte van de Gereformeerde Kerk kunnen we echt wel een verkeersader van ons dorp noemen want we schreven al eens eerder dat in mijn jongensjaren, karrijder Andries Jellema met zijn paard en wagen inclusief de vracht, in de vijver van de pastorie “belandde” De “Kahrelsrepen” die bestemd waren voor de winkeliers in het dorp, dobberden tussen de pompeblêden, waar ze door de jeugd van de Torenstraat met “tuinklauwers” uitgevist werden.
Nog één “briek” ongeval probeer ik even uit mijn geheugen op te diepen. Het zal denk ik omstreeks 1959 geweest zijn. De betrokkenen zullen het wel precies weten. Het was op een zondagmiddag omstreeks vier uur. Zoals wel vaker kuierden we dan op de Easterbjirmerdyk. In dit geval stonden we wat te kletsen op de “Reade Tille”,toen vanaf het dorp een personenauto naderde. Het zou best eens een Opel geweest kunnen zijn, maar zeker weet ik het niet. Zaten er ook niet wat roodachtige sportieve lijnen aan de zijkant op?? Het rijgedrag trok echter onze aandacht want het leek alsof er meerdere personen het stuur bedienden maar we konden het niet precies vaststellen. Toen het voertuig dichterbij kwam zagen we dat de “voerman” zijn wagen “volgeladen” had met een stuk of drie jonge dames die er voor zorgden dat de chauffeur zijn werk niet goed meer kon doen zodat ze met z’n allen vlak voor de tille met auto en al in de onderwal belandden en tot stilstand kwamen tegen het aanwezige riet en struikgewas. Ze kwamen dus met de schrik vrij. Wie het waren? Eén van de jonge dames was volgens mij een zekere S v.d.V. uit een naburig dorp. De “voerman zou best eens een jonge expediteur uit een ander naburig dorp geweest kunnen zijn die volgens de “Omrop” nog dagelijks zijn eitje tikt. Als ik het mis heb, zal er wel gereageerd worden en lezen jullie het een volgende keer.

Tot dan, Harm.