Ald Nijs

Januari-------------Inleveren
Er zijn van die woorden, die in het taalgebruik zomaar komen opduiken en hoe het komt weet niemand, maar velen nemen het over en het wordt heel vaak te pas of te onpas gebruikt.
Zo m.i. ook het woord ,,inleveren”
Wij kunnen er maar niet aan wennen, maar het laat bij ons een indruk achter, als een uiting van ongenoegen of ontevredenheid.
Het is opvallend hoe vaak en door hoevelen er de laatste tijd is ,,inge1everd,,
Bij ons doet ,,inleveren” altijd het eerst denken aan de bezettingstijd 1940-1945.
Toen vond men ook in onze dorpen op veel plaatsen, borden, waar de bezettende macht bekendmakingen aanplakte, waarop elke burger kon lezen waaraan men zich moest houden.
Tevens werden daarop de straffen aangegeven, bij het niet nakomen van het ,,befel”.
Zo kwam er ook ,,inleveren” te staan.
Eén van de eerste dingen was koper.
Alle koperen voorwerpen moesten worden ,,ingeleverd” op het gemeentehuis, en bij wie na het verstrijken van de gestelde tijd nog ,,koper” in huis werd aangetroffen, die was strafbaar.
Maar ondanks die strafbaarheid, heeft deze "inlevering” niet veel opgeleverd.
Ook moesten er paarden geleverd worden.
wij herinneren ons, dat bijmijn vader enige dagen een paard is ondergedoken geweest.
De eigenaar liet die paarden thuisblijven, wanneer hij wist dat de Duitsers die ook niet konden gebruiken.
Later moesten alle boeren een deel van het aanwezige hooi inleveren. De wagens met hooi werden op de plaats van inlevering streng op kwaliteit gecontroleerd.
In 1943 waren de torenklokken aan de beurt.
Dat metaal kon door de bezetters als materiaal dienen voor ’t maken van geschut.
Ook onze torenklokken werden opgehaald.
Het was de 15e maart.
Aan de zijkant van de toren werd een gat in de muur gebroken.
De klok van Wijnaldum mocht blijven.
De klok van Wijnaldum werd vaak ,,it wetterklokje” genoemd, want als men hier die klok kon horen, was er vaak regen te verwachten.
Wat ook ingeleverd moest worden was ‘t radiotoestel.
De eerder genoemde goederen betreft het materiële, maar de Nazi’s wilden met het in beslag nemen van radiotoestellen bereiken, dat alleen de informatie van hun kant zou komen, meenden de mensen hierdoor totaal in hun greep te krijgen.
Daarom mochten ook de kranten alleen het voorgeschreven nieuws brengen, en sommige kranten die zich daar niet stipt aan hielden werden verboden.
Het gemis van de radio was een strop, want dat was de enige manier om het nieuws ook van de andere kant te horen.
Maar niet alle radio’s waren,,ingeleverd,,.
Velen luisterden ondanks de risico’s naar de Engelse zender of, naar Radio oranje.
veel toestellen werden aan het oog ontrokken, achter een wand op zoIder, in kelder of hok, en belangrijke berichten werden mondeling doorgegeven.
Mijn schoonouders die in Tzum woonden, waren het in die tijd niet eens over de radio, want beppe Djoke, denkend aan de gevolgen, wou maar,,inleveren” maar pake Durk zei: ,,Myn radio krije hja net” dan bring ik him yn ’t hok op ’t lân.
Bijna alles moest worden,,ingeleverd” b.v. graan, maar veel werd achtergehouden.
Zo hebben wij in die tijd nog wel graan gedorst met de (knuppel) maar toen de Duitsers met hun inleveringsdrang zover gingen, dat alle mensen opgeroepen werden, om voor hun te werken aIs slaaf, toen was de maat vol.
Er werd massaal en spontaan gestaakt in vrijwel het gehele land.
De staking werd al gauw met geweld gebroken.
Friesland heeft het langst volgehouden.
Veel en vooral jonge mensen werden opgepakt.
Ook uit onze dorpen.
Maar deze zijn later toch weer vrijgekomen,tenslotte bevrijding in 1945.
Maar wie zou denken dat toen ook met ,,inleveren gestopt werd, die kwam bedrogen uit.
Er moest orde op zaken gesteld worden, en omdat er veel ,,Zwart geld” in omloop was, moest alle geld worden,,ingeleverd” en iedere burger kon toen ,f 10,- krijgen om mee te beginnen.
We zijn weer met een nieuw jaar begonnen.
Als je wat nieuws aantrekt dan wordt het oude en versletene aan de kant gedaan.
Er is in ’t oude jaar weer veel te doen geweest om ‘t,,inleveren” Voor mij kan dat woord ook wel worden ingeleverd, want alle Aktie ’s, prik, of hoe men ze wil noemen, laat ze niet weer komen in 1984.
,,Wij ha der gjin nocht oan”

K. Hibma.

Maart-------Rients Westrastrjitte.
Toen we één dezer dagen bezig waren om een puzzel op te lossen uit de radiogids, kwam er een woord uit, van 15 letters, nl . Februaristaking.
De omschrijving luidde:staking van plm.40 jaar geleden.
A1s ik het goed heb, herinnert het standbeeld van ,,De Dokwerker” te Amsterdam nog aan het feit, dat één in februari 1942 (naar aanleiding van de deportatie van alle Joden) uitgebroken staking, onder de havenwerkers door de Duitsers in bloed is gesmoord.
Onwillekeurig gingen onze gedachten weer terug naar de oorlog 1940-1945.
Deze proteststaking, gevolgd door een jaar later de Meistaking, hebben er ongetwijfeld toe bij gedragen, dat er in ons land een georganiseerd.
Verzet tegen de bezettende macht ontstond.
Dat georganiseerde ondergrondse verzet was ook in onze dorpen aktief .
We meenden om in aansluiting op, wat we in de vorige nummers van Silhouet over personen en feiten naar voren haalden, hier nog een naam te moeten noemen nI. Rients Westra, want deze persoon was het, die het verzet in onze omgeving heeft geleid.
Rients, één van de 4 zoons van Pieter Westra, (Pieter en Marie) zou eerst boer worden.
Hij kwam met zijn Aukje Bruinsma op ,,in pleats”, maar hij hield het er niet lang uit.
De handelsgeest dreef hem weer terug uit Zurich.
De aardappelhandelsfirma P. W. & zn. was toen na de wereldoorlog 1914-1918 al bekend.
Rients legde zich toe op de handel in zaaizaad en pootgoed.
Alle drie Westra’s, Harmen, Rients en Klaas kwamen aan ’t Spoorrountsje” te wonen.
Eèn van de vier broers Matthijs was naar Franeker verhuisd.
In de jaren twintig, werd de nu nog bestaande aardappelloods gebouwd, dicht bii ‘t spoor.
De trein was toen nog één van de belangrijkste vervoermiddelen.
Voor Rients werd er een woonhuis met pakhuis gebouwd, wat heden eigendom is van Tom Kuurstra, de schilder.
Jarenlang hebben deze gebouwen dienst gedaan en mede door de geregelde treindiensten met personen en goederenvervoer en de zuivelfabriek, gezorgd voor veel bedrijvigheid.
In deze omgeving heeft Rients zich thuis gevoeld, en mede door de vriendelijke omgang, bij velen in ons dorp respect en waardigheid gevonden.
Toen ook hier ,t verzet tegen de overheersing begon te ontstaan,werd Rients de aangewezen persoon geacht om hier leiding te geven.
Zijn vele kontakten als handelsman, door ‘t gehele land, kwamen hier ook goed van pas.
Tevens was hij beheerst in zijn optreden, voorzichtig, naar niet wijfelend, een man van ‘t woord, maar ook van de daad en wat ‘t allerbelangrijkst is, werd hij gedreven, door een vaste overtuiging dat men moest strijden tegen een demonische macht.
De meesten van ons weten, hoe de afloop is geweest, maar toch kunnen we niet nalaten, iets te schrijven over ’t verraad, dat het leven heeft gekost, aan Rients Westra, maar ook nog vele anderen, omdat de verrader, Frans Michon, op meerdere plaatsen in Friesland heeft vertoefd.
Wijzelf, hoewel we heel dichtbij woonden, hebben in de nacht van de overval eerst niets gemerkt.
De verrader, had alle gegevens, adressen, schuilplaatsen enz., aan de Duitsers doorgegeven, zodat niemand de gelegenheid kreeg om de ander te waarschuwen.
We herinneren ons nog, dat Harmen Westra in de vroege morgen geheel overstuur bij ons kwam (wij waren aan ‘t melken) riep: ,,Gean fuort, ‘t binn hjir allegear Dútsers”.
Door het verraad van Frans Michon hebben totaal 8 mannen het leven verloren.
Tijdelijk hebben gevangen gezeten: Jelle Bruinsma, H. Sijtsma, Ph. Bakker, Klaas westra, Rients Westra is in Duitsland gestorven.
Men heeft het stoffelijk overschot, dat ergens in Duitsland was begraven, na de oorlog hier op ‘t kerkhof herbegraven.
Enkele weken geleden is de vrouw van R. Westra Aukje Bruinsma, ook hier ter aarde besteld.
Een eenvoudige gedenksteen is aangebracht tot nagedachtenis van een man die in e angstige tijd van onderdrukking, van ons volk, In grut man útmakke hat ! ! ! ! !
Over de verzetsman Rients Westra, en de rol die hij daarin heeft gespeeld konden we moeilijk een volledig verslag geven, maar dat is ook niet de bedoeling.
Ook zullen velen die het lezen, zich maar weinig aangesproken voelen.
Toch mogen we niet ophouden aan hen te denken en te gedenken die alles, zelfs hun leven op het spel hebben gezet voor de vrijheid.
Vrijheid is een groot goed, laten we er zuinig op zijn.

K.T. Hibma

Mei --------Ut de âlde doas.
Nu de winter voorbij is, al is ‘t dan nog erg koud, beleven we weer als andere jaren (de húshimmelerstiid.).
Het gebeurt tijdens de ,,schoonmaak”, dat je iets in handen krijgt, dat je meer dan 40 jaar geleden geschreven hebt en al die tijd in een oude schoenendoos is bewaard.
Zo vond ik ook een vergeeld papier terug van december 1938, met een verslag van wat er in die laatste tijd van het jaar 1938 was voorgevallen.
Voor de oorlog 1940-1945 had je nog meer politieke partijen zoals A.R., C,H.R.K en deze partijen hadden ook weer hun jongeren afdelingen.
Zo had je de Arjos van de A.R. de A.J.C. van de S.D.A.P. en de C.H.J.G.
En bij die laatste Chr. Historische Jongerengroep waren wij aangesloten.
Eén keer per maand werd er vergadert en om de beurt kwam er dan ook een overzicht van wat er de laatste tijd was gebeurt, in ‘t algemeen maar ook in politiek Den Haag.
Het leek mij wel interessant om een deel van dit verslag nu na verloop van 46 jaar in ,,Silhouet” te plaatsen.
Het gaat over: Twee wedstrijden.
Deze zouden plaats vinden in december 1938.
De ene in ’t begin van december en de andere in eind december 1938.
Er bestond deze overeenkomst bij die beide nl . dat deze twee van tevoren aangekondigde wedstrijden niet zijn doorgegaan.
Hier volgt dan het verslag van de eerste niet gehouden wedstrijd.
In ’t begin december 1938 zou er in Rotterdam een voetbalwedstrijd gehouden worden. Het Duitsche en Nederlandsche elftal zouden in ‘t stadion tegen elkaar spelen.
Maar dan komt er een verbod van de burgemeester.
‘t Is burgemeester Oud.
De wedstrijd gaat niet door.
En dit verbod heeft in Duitschland veel kwaad bloed gezet, zooveel dat men alle sportbetrekkingen met Nederland voor onbepaalde tijd heeft verbroken.
Dit verbod van de voetbalwedstrijd, kan men zien als een protest tegen het onmenschelijke optreden van de Duitsche Naziregering tegen de Joden, wat hier in Nederland een algemene verontwaardiging heeft opgeroepen.
Het optreden van Burgemeester Oud" heeft veel stof doen opwaaien, vooral ook in de pers, waar het gedrag van de burgemeester om de beurt werd gelaakt en geprezen.
Zelfs in de tweede kamer is deze zaak aan de orde geweest.
Eén van de afgevaardigden van de N.S.B. de nationaal socialistische beweging in Nederland, die toen ook in de tweede kamer zitting hadden, heeft toen van minister de Geer, een flinke terechtwijzing gekregen, toen hij de opmerking deed, dat het Nederland nog wel eens kon berouwen, (dat opnemen voor de Joden in Duitschland) en dat Duitschland wel eens verder kon gaan in ’t nemen van maatregelen tegen ons land.
Gelukkig staan de N.S.Bers in hun haat tegen de Joden nagenoeg alleen
Nu komen er steeds meer Joden over de grens naar ons land toe.
Tot zover het verslag over de ,,voetbalwedstrijd” deafge1asting daarvan.
De andere wedstrijd betreft de ,,Elfstedentocht”
Hierover heb ik destijds in 1938 het volgende gemeld.
,,In december 1938, de weken voor Kerstmis, heeft menigeen het tot zijn schade ondervonden, dat het ook nog vriezen kon.
De enkele dagen dat de strenge vorst heeft geheerscht, beteekende een les voor zorgelooze menschen (hier worden bedoeld zij die hun veldvruchten onvoldoende voor de winter hadden beveiligd), maar tevens vreugde voor iedere liefhebber van de ijssport.
Het duurde nog maar een paar dagen of de traditionele ,,Elfstedentocht”werd reeds in het uitzicht gesteld.
Toch is die tocht tot veler teleurstelling niet doorgegaan.
De belemmering kwam weer van hogerop, maar nu in de vorm van sneeuw, waarvan we zoo rijkelijk bedeeld, werden, dat de ijswegen onbegaanbaar werden gemaakt.
Er mocht echter geen geld worden besteedt voor ,,baanvegers”, door de gemeenten en van de ,,elfstedentocht” moest daarom worden af gezien.
Maar nog eenmaal herleefde de hoop, toen de Friesche ijsbond met het eerste kamerlid Pollema uit Leeuwarden aan twee ministers vroegen, om zoo spoedig mogelijk hier iets aan te doen.
Het mocht niet baten.
Men scheen in Den Haag niet overtuigd te zijn van de noodzaak van deze (in hun ogen) weelde.
Eerst toen onze koningin Wílhelmina tot veler dankbaarheid, weer eens blijk had gegeven van medeleven, ook met Friesland, veranderde ook de houding van ,,Den Haag”, want er kwamen toch nog baanvegers op het ijs, maar toen was inmiddels de dooi a1 begonnen.
Voor velen heeft de ijsvreugde van 1938 veel te kort geduurd, maar we hebben goede hoop dat de (sportbetrekking) met koning winter, niet voor altijd is verbroken.
Dit over de elfstedentocht van 1938.

K. Hibma.

Oktober--------------Bouwe as Ofbrekke.
Flak foar ús rúten is men dwaende om de ,,Enna” óf te brekken en dermei de âld súvelfabryk.
Sa’n 9o jier ferlyn is der de bûterfabryk bouwd.
Yn dyselde jierren nl. yn 1897 is yn Seisbjirrum it mesiekkorps “Concordia”oprjochte.
90 jier hat de febryk oan folle minsken wurk en brea jown, en no wurdt alles oan’e kant reage, spytich.
En no kin men wol allerhande fragen stelle b.g. hie it net oars kinnen, mar dat is no te let.
Wy rnoatte it hjir yn ús doarp en gemeente wol raar ûntjilde, Barradiel fourt, in gemeentehûs fuort.
It oansjen fan ús doarp foroaret en sakeminsken komme it yn’e bûse te fielen.
It hat net folle sin om hjir op troch te gean, mar it is en bliuwt in spytige saek, foar de iene mear en foar de oare minder.
Wysels dy ’t hiel ús libben op it ein fan ‘t doarp wenne ha, en derby ek fierwei de measte tiid der arbeide ha, omdat de Enna op ús tún bouwt is, hiene nea tinke kinnen dat it sa gean soe.
En hoe moat it no fierder?
Behâlde en bouwe.
Men heart tsjintwurdich wol gauris sizzen ús doarp wurdt in dea doarp.
Is dat sa?
Dat leit him dan oan úsels en ús dwaen en litten.
Lit ús yn ús doarp wiis wéze mei hwat wy noch ha.
Lit ús net stinne oer hwat wy kwyt rekke binne, b.g. ús winkels.
Flean net to gauw om fan alles en noch hwat nei de stêd, hwat men hjir krekt sa goed krije kin.
En dit jild ek foar ús ferienings.
En no kom ik op foar ús mesykkorps ,,Concordia”.
Wy ha ’t yn ’t begjin al neamd, it is hast líke âld as it gebouw foar ús rúten dat no ôfbrutsen wurdt.
Lit it net sa fier komme, dat ek it mesykkorps ôfbrutsen wurdt, hwant as wy net oppasse, dan komt it faeks al sa fier.
Hwant foar ófbrutsene gebouwen der kin wer hwat oars foar yn ’t plak komme, mar in korps stampt men net samar ut ’e groun.
ln libbene mienskip.
Der wie praet oer in dea doarp hwat makket dat in doarp libbet?
It sit him net yn it tal ynwenners.
Der binne lytse doarpkes mei in mesykkorps de helte grutter dan by ús.
Hoe hat men dat?
Dat komt omdat elk dér mei docht, ta de dumny en dokter ta.
En dat jild net allinne foar it korps , alles dat it doarp oangiet stjit men achter en elk docht mei.
En werom soe dat, by ús yn Seisbjirrrum-Pitersbjirrum ek net kinne?
“Concordia sukkelt no al in jier as 15 mei to min anirno.
En hoe wurdt der dan praet?
It korps is ek net folle mear.
Mar men kin dochs yn ’e goedichheid dy minsken net de skuld jaen?
Dy ’t oanhâlden ha?, dy ha der dan dochs mar foar soarge dat der in korps bleun is.
En sjoch ris om ús hinne.
Der binne doarpen neist ús der ’t twa korpsen, de helte grutter, as úzes bestean.
Wy ha sels sa’n 50 jier by it ikorps west en ‘t wie in stik fan ús libben.
Derom ha wy ús ek biprate litten om te prebearjen wer op’e nij goun waerm te krijen foar it behâld fan in stik doarpsmienskip.
Wy sille elk tige oanriede wolle, om har derfoar te setten.
En wat de kosten oangiet, it is de goedkeapste manier om mesyk te beoefenjen.
It ynstrumint is foar it brûken.
As men apart oan in mesykskoalle giet, kostet dat gâns mear en moat elk foar syn eigen instrumint soargje en dat kryt men faeks net under de 1.000,-- goune en as it dan net slagget is it weismiten jild.
Dan binne der faak guon, dy’ t it te min is om in koperinstrumint te hawwen.
It moat dan in gitaar as in dwarsfluit wurde , mar dat rint ek faek op in teloarstelling ut.
It wurde no ienkear net allegeare (Thijs van Leer)
Dus minsken fan Seisbjirrumen Pitersbjirrum, set jim mejiinoar yn foar it opkearen fan noch mear ôfbraak.

Klaas Hibma.

November
Dizze kear wat oer ús koar “Blier en Frij’.
Hoewol wy safier net gean wolle om ússels "een bruisende club" te neamen, Sa’t wy léze koene oer “de Bjirmen”, gong it de leden fan "Blier en Frij" aI in bytsje sneu óf, om by gelegenheid fan ús lêste koffiekoncert ynt ‘t programma mei “onze oudjes” neamd te wurden.
It is wier wy binne in koar fan âldere minsken en foar’t gemak wurdt men dan as groep ,,bejaarden neamt.
Fersjoch jim mar net op ”onze Oudjes” hwant wy hjitte nét fergees “Blier en Frij”.
Oan de foto fan ús koar fan in mannich jier tobek, is klear to sjen, hoe hurd it feroaret, hwant fan’e koarleden fan ’e foto binne der no mar 1/3 part oer.
Der is in part nei ‘t résthûs, en goun binne stoarn.
Wiene wy yn ’t begjin fân ‘t jier noch mei 4 man by de tenor, no binne wy er noch togearre en de Bâs moat him mei ien rede.
Mar ek by de froulju is de besetting gans úttinne.
Doe't nei de fekânsje wer mei ‘t siongen útein set waerd, wiene der goun by dy’t net folle moed hiene.
Mar lokkich ha wy in dirigent, dyt it net gauw sitte lit, trochgean!!!!
Wy ha war dien om nije leden to krijen, mar ’t wie om ’e nocht.
En dan tinke jo wolris: hwat bin der âlle jierren in protte minsken dy’t 65 wurde yn ús doarpen, wy rûze it wol op 40.
No hoeche wy der alle jierren gjin 4o by, mar 5 of 6 koene wy wol brûke.
En der binne faeks in soad minsken dy ’t it tige tafalle soe, as hja mei ús sjonge soene.
Fansels elk hat net sa’n geve stim en der mankeart wol hwat oan, mar jimme soene raar ophearre, hwat ús (lytse Melle Veenstra) der fan makket.
En Fierders ha wy ús gesellige moandei tomiddei dèr op ta.
Wy ha in pear jler Iyn ús koarliet "Blier en Frij” songen en der stiet: Sa’t wy hjir meiinoar sjonge, binn wy wol 3.OOO jier! ! !
Dat wie doe sa, mar it sil no wol mei in 2.OOO ophâIde.
Wy binne koartlyn noch in lid fân 9O kwytrekke en dat telt oan.
Mar sa’t wy seine wy hâlde oan, hwant as it heal kin, dan litte wy wer fan ús hearre, by ’t winter mei ‘t koffíeconcert.
Wy dogge ús bést en wachtsje op nije kréften.
Meitsje de 3.000 jier wer fol!!!!

K.T. Hibma.

December-----------Oer en te folle.
Wij libje hjir yn ús lântslje mei fole rninsken ticht op enoar .
Mar dochs binne wij yn Nederlân enFryslân, ien fan de lânnen dy’t fierwei (ferhâldingsgewiis) it grutste part fan ús lân en túnbouwprodukten exportearret nei oare lânnen.
Us doarpen binne ek in foarbield fan it produsearjen fan fiedsel (iten).
Wij ha in soad oer, en as jo dan tsjintwurdich de bielden sjogge foar tillefyzje fan einleaze rigen minsken dy’t fan honger stjerre, dan kinne wij ús dat net yntinke.
Wij tinke dan wol ris tebek nei de winter fan 1944, dat der minsken de ofslútdyk oerswalken om hjir wat iten te krijen.
Yn ús tsjerken (lang net alle tsjerken mear) wurde nog tankûren halden foar ‘t gewaeks, mar ‘t hat net folle sin mear, seit men.
Der is dochs al fiersten te folle, bûterbergen, molkpoeier, trochdraaien fan griente, allegearre oer en te folle.
Der wurd al praat oer boskoanplantsjen op lânbougrûn.
Wij ha oer, mar is der tefolle ?
Grif net, mar it ferpatsjen oan dy ’t ferlet ha, skynt ôf te fâllen.
Né as rnen sjocht nei harren yn earme lânnen, hat hjir nimmen reden om te krimmenearjen, mar dochs wurd it wol dien, ek hjir bij ús.
Doe ‘t wíj in pear wike lyn ús winteriten (bêste reade star) krigen, kaem it praet ek even oer hoe bést wij it hiir nog ha.
Doe ‘t de man fuortgie sei er: “En de minsken hjir mar seure”!
Alle dagen kinne wij it op de reklame sjen; lekker ite en drinke, sels de aldertierste en sinnichsten kinne hjar gerak krije, ta hûnen en katten ta
Wij ha nea echte earmoed as honger kind, mar tusken 1800 en 1900 hawwe ús foaralden it wol meimakke.
Want doe ‘t op in kweade dei de ierappelsiekte (Phytoftora) opsetten kaem, bliuw der dy winter hast net in ierappel oer
Men iet dan faek ‘hynstebeane" en as de húshâldster fan myn oerpake dan frege: “Wat ite wij hjoed Ts jipke”, dan wie ‘t altiten: ”Beànepotstrou”. (stampot van tuinbonen).
Oer èn te folle.
Binne der faeks ek minsken oer en te folle.
As men sjocht nei de grutte tallen minsken sûnder wurkr soe men ‘t al sizze, mar oan de oare kant, der is nog sa folle wurk dat lizzen bliuwt.
En it liket faeks wol sa, dat hoe mear de wittenskip ta nimt, hoe minder der each is foar it gewoane, it ienfâldige, wat foar de hân leit.
Wij hiene it oer de earmoed en de honger.
Gelokkig liket er no op dat elk wekker wurdt.
Der sil wat oan dien wurde, net allinne foar ‘tmoniint, mar ek op de langere dúr.
San aktie kin en moat slagje, as elk der fan út giet dat wat der oer is, net te folle is, mar tsjinje kin om in oar der mei te geriven.
‘t Is hast December (wintermoanne) mar ek wer de moanne fan Sinterklaes oan ‘t begjin en Krysttiid oan de ein.
Sinr erklaes is de persoan dy ‘t útdielt en wei jouwt fan wat er hat mar it krystbern jouwt alles, himsels foar ús allegear.
“Alleen wanneer wij geven, krijgt elk zijn part en deel”
“en heeft op aarde niemand te weinig en te veel”
Wij mienden dizze kear ris wat fierder gean te moatten as ús beide doarpen.
Wij hearre op ’t lest ta de wiidweidige mienskip fan ús wrâld.
K. Hibma.