Tekst bij foto 1:
Achterom Oostkant rond 1975.
De stenen tuinmuur links behoort bij de achtertuin van Nije Buorren 4.
Het huis met de dakkapel N.B. 5 v.h. Bijlsma rechter woning fam. Tjalingii.
Rechts Kerk/schuur Afgescheidenen ± 1940.
Foto: 2
Schuur IJ. Bijlsma voorheen afgescheiden schuilkerk 1834
Foto 3:
Jan Vijver met zijn blauwe trompen vol “snypsnaren”uit Franeker, hier in Sexbierum bij de korenmolen.
Foto 4:
Vanaf het oosten, dak van de oude school nog zichtbaar.
Op het land stekbieten (bietenzaad) op ruiters.

Tebek yn 'e tiid deel 44 november 2006

We komen nog even terug op het woord "Hoarpaed"
Waar slaat het eigenlijk op?
Volgens overlevering zou het om een pad gaan, dat door de horigen werd gebruikt.
Een heel oud pad dus.
Voor en in de middeleeuwen, had je edelen met adelijke state’s die alle landerijen bezaten, zoals de Liauckama's, Eelsma's en Adelen in Sexbierum.
In Pietersbierum, had je o.a. Cronenburg.
Deze adelijke state die al heel lang verdwenen is, lag vlakbij de Roptavaart, aan de Pietersbierumer kant.
Dus niet ver van de plaats waar nu de Wijnaldumer Roptapleats ligt, met zijn mooie Roodbaardtuin.
De fam. D.R. de Jong, woonde er in de vorige eeuw.
Een paar stukken land hebben daar in de buurt nog de naam Kronenburg 1 en Kronenburg 6.
Deze state die dus vlakbij een strategisch vaarwater lag, moet vermoedelijk ook boerderijen met horigen hebben gehad.
Horigen waren mensen in dienst van de adel.
Onvrijen dus.
De adel hield ook gericht over deze mensen.
Ze werden ook wel lijfeigenen genoemd.
Het konden dus zowel boeren, keukenpersoneel of ambachtslieden zijn.
Als boer kreeg je een boerenhoeve met land toegewezen, waar de kasteelheer grotendeels de opbrengst van moest hebben.
Na de 16e eeuw, toen in West- Europa de boerenopstanden begonnen, kwam er voor de boerenstand enige verbetering.
Pas na de Franse Revolutie, omstreeks 1790 kwam er echt verbetering en moest de meeste adel, letterlijk en figuurlijk het veld ruimen.
Dit pad, veel gebruikt door de horigen, liep in 1960 nog door tot "Gerbranda-state".
Deze "modderreed" werd toen in de zomer nog wel eens gebruikt door de postlopers, als ze via de woning van Age Koudenburg naar Bendien gingen, waar ze wel eens door Peter, de hond opgewacht werden.
Maar daar over hoop ik later nog eens meer te schrijven.
We gaan eerst verder met het Achterom.
Na het “efterom” van Piet Houtsma de groenteboer kreeg je een soort inham.
Dat was het “hiem” van de Bijlsma’s.
Joh. Bijlsma en zijn vrouw Maaike woonden hier voor de Tweede Wereldoorlog met hun kinderen en gebruikten de voormalige kerk van de Afgescheidenen van 1834 als boerenschuur en veestalling.
En het was ook een echte boerenschuur want het was een schuilkerk.
De ingang, was toen aan de Nije Buorren: door de brede steeg tussen de COOP supermarkt no5-6-7-8, en de woning van Henk Broekhuizen, no 9.
Gooitzen Scheffer woonde vroeger in no 9.
Hieruit blijkt dus dat de COOP supermarkt vroeger uit vier wooneenheden bestond, nl. nummer 5. fam. Bijlsma no 6, drogist en dorpsomroeper Pieter Telenga, no. 7 fam.
Piet Klaver, die café “De Harmonie” ook heeft gehad, en aan de achterkant de woning nummer 8 van de fam. Frans Tjallingii, rechts op de foto te zien.
In de loop van de oorlog ging weduwe Maaike Bijlsma naar de Alde Buorren te wonen en maakte plaats voor de kinderen.
Klaas en Trijntje Bijlsma-Okkinga betrokken de woning omstreeks 1946.
Hun kinderen waren: Jopie, Klaas, Saakje, Maaike, Tonny en Douwe.
Ik weet nog dat Jopie in 1947 een witte geit had.
Wij hadden toen een bonte geit.
Als we als jongens hiermee op het Achterom liepen, hielden de geiten wel eens schijngevechten.
Jopie kreeg later verkering in Haarlem en ging daar ook wonen.
Hij is enige tijd geleden overleden. Douwe de jongste woont met zijn Piety nog in ons dorp.
De fam. Bijlsma-Okkinga verhuisde omstreeks 1952 naar het boerenspultsje aan de Leane numer 3 in Pietersbierum, samen met die andere boerenbedrijven, in de volksmond wel "it Swartslot" genoemd.
Dit was de woning van pake Klaas en beppe Saakje Okkinga.
Ymke en Anna Bijlsma-Stoer betrokken toen het gardeniersspul aan de Nije Buorren 5 Achterom.
Ze kwamen toen van de Sixtuswei en hadden al enkele kinderen.
Later werden er aan het Achterom nog een paar geboren.
Hun namen zijn: Auke, Maaike, Johannes, Douwe, Doedtje, Tsjitske en Piet.
Auke was student en studeerde in Amsterdam.
Later was hij daar ook politiek actief.
Je zag hem wel eens voor de TV, in één of andere actiegroep.
Auke werd dan bij de naam genoemd en voerde het woord.
Douwe doet dat in eigen provincie voor de FNP.
Bij mijn weten in de Fryske Staten.
Met al die kleine gerniers en jeugd aan het Achterom was er altijd leven en beweging.
Paard en wagens, bakfietsen en handkarren bepaalden het straatbeeld nog in de jaren ’50.
Zo zat Jan Vijver uit Franeker eens ‘s middags “tusken skoft” zijn hapke op te eten, op de regenwaterbak die bij de Bijlsma’s op het hiem stond.
Hij had een blauw geëmailleerd kruikje bij zich waar hij zo nu en dan wat uit dronk.
Zijn handkar met de blauwe trompen stond in de buurt.
De Oudheidkundige vereniging Oud Barradeel, heeft nog een foto waar hij opstaat.
De Korenmolen van Hage Verduyn staat op de achtergrond.
De kwaliteit van de foto kon beter, maar als je hem daar ziet met zijn mattenkloppers, kun je zijn piepstem bijna horen.
De andere foto laat het hiem van de Bijlsma’s zien met de achterliggende woningen.
Tot de volgende keer.
Harm Zaagsma