Tekst bij foto's:
foto 1:
Het laatste stuk 'bosk-reed' naar de Poarte.
Rechts de Finne met dobbe en het zwarte hok in de verte de 'wite hikke' met links het 'bargehok'.
Rechts achter de hikke stond de holle boom.
Op de scheiding van finne en reed zijn in I945 betonnen afscheidingspalen geplaatst.
Deze werden door Feike Bruinsma uit Harlingen gehaald.
Deze Duitse z.g. wehrmachtspalen zijn door een groep opgepakte NSB'ers geplaatst.
Deze palen zijn van goede kwaliteit, want je ziet ze na 55 jaar nog overal.
(Met dank voor de foto en infornatie aan frou T. Bruinsma- Twijnstra )
Foto 2:
Jochem Postma met de melkar 1872-1957.
Foto 3
Links staat hij dan die oude dikke holle vermolmde boom, waar je in dat geheimzinnige gat kan kijken en waar alle lytse bernuit komen.
Foto 4:
Vrdenoord links kinderen onbekend en een dienstbode,daarachter Dolf Hanekuyk met echtgenote,en rechts de boer en boerin en daarnaast misschien de zoons.
Foto 5:
Merriestam no. 8, de Zelly I- nezelly - stam.
Foto 6:
Merry, type ± 1940.
foto 7:
Een afbeelding van de zogenaamde Wehrmachtspalen.
Foto 8:
Latsma State.

Ate Travaille maakte me er op attent dat in het rijtje van de Dijkstra,s en Jan Hibma ook Bieuwe Wielinga als vervoerder aangemerkt moet worden.
Deze vertrok later naar de polder.
Eerder was ook Klaas Sippes Hibma nog karrijder.
Verder vertelde hij dat het meisje van Okke Anema zich zeker aangetrokken voelde tot rijdende voertuigen, want eenmaal kon ze het laddertje van de rijdende LABO (de busonderneming) niet meer loslaten en een andere keer liep ze tussen een boerenwagen en een aangekoppelde hooischudder.
Beide keren heeft Ate haar uit deze situatie gered.

Tebek yn 'e tiid maart 2001

Op een mooie zondagmiddag in de zomer van 1947 gaan we met Heit en Mem een kuier maken naar 'het bosk'.
De weg van het bosk liep toen vanaf het 'Petrus Tiltsje' over de Terp en dan rechtdoor langs de haag van notaris Jollema (het hertenkamp was er nog niet) en zo met een boog richting 'Poarte'.
Waar nu het fietspad loopt, daar had je een grote 'wite draaihikke'.
Dit eerste stuk bosk-reed was helemaal rood gekleurd.
Dit kwam, doordat het was verhard met het puin dat vrijgekomen was bij de ommetseling van de toren met rode stenen in 1904.
Omstreeks 1950 is dit pad verwijderd en het land geėgaliseerd door de D.U.W. (werkverschaffing).
Door middel van kipkarren op smalspoor werd aan de bovenkant van de Terp grond afgegraven en naar het midden gereden.
Alles met handkracht.
We gaan nu door de 'wite hikke' en zien rechts de finne van Rients Bruinsma, de boer van de Liauckema Pleats.
Tegen de bosrand aan en langs het pad, daar werden de koeien met de hand gemolken.
Een alledaags tafereel in die tijd.
Mouwen opgestroopt, pet achterstevoren op, tuolle onder het gat, achterpoten vast zetten, uit een koehoorn vaseline in wrijven en melken.
Eerst een tikkend geluid in de emmer, daarna voller en voller.
't Brūst in 'e amer, 5 present vet.
De melkbussen met de 'tjems' erop staan bij de hikke reeds klaar.
'Opsjitte' want de melkrijder, Jabik Postma ( met paard en wagen met opgebouwd hokje), moet niet hoeven te wachten, want hij haalde sinds de mei-staking in 1943 de melk op.
Daarvoor deed zijn vader ,oude Jochem Postma, het tot zijn 71ste jaar.
Bij het begin van het bosk aan de linkerkant staat het 'bargehok'.
In 1947 zaten er geen varkens meer in, maar een paar jaar daarvoor nog wel.
Deze werden toen natuurlijk even geaaid.
Dan komt er weer een wite hikke die even open en weer dicht moet.
En dan rechts daar staat hij, die oude dikke holle vermolmde boom, waar je in dat geheimzinnige gat kan kijken en waar alle lytse bern uit komen.
Ook die stond er in 1947 niet meer.
Op zo'n mooie zondagmiddag is het bosk vol met gezinnen met kinderen en vooral met jongvolk.
Waar een open plekje is ligt het overal vol.
In het voorjaar tussen het pijpekruid.
De jonge fammen met hagendoornbloemen in het haar.
De jongens proberen geluid uit de stengel van het pijpekruid te krijgen.
Ging je verder naar de zeedijk dan kon je over de 'Frousleane' die toen nog helemaal uit gras bestond met hier en daar een hagendoorn.
Bierwoartels groeiden tussen het gras waar je lekker op kon kauwen.
Op de terugweg kwam je o.a. langs boerderij Vredenoord.
Wit voorhuis, de tuin met skilpaden en dubbele 'fintsjeblommen' in de bloempotten.
De licht groene "linebeammen' en de 'homeijepeallen' maakten het geheel tot een plaatje.
De dichter bij het dorp gelegen pleats van de Fam.Auke Swart deed niet voor Vredenoord onder.
Zonder anderen te kort te doen, moeten we wel vaststellen dat ook al was de week nog zo druk, het geen zondag werd, voordat de perken gewied en de paden geharkt waren.
Voor mijn gevoel is dit in feite nu nog zo.
Deze boerderij werd toen bewoond door Jan Feikes Bruinsma met zijn gezin.
Hier werd niet alleen akkerbouw bedreven, maar werden ook koeien gemolken, zoals op bijna elke boerderij hier in de Bouwhoeke.
Maar wat mij het meeste opviel was, dat er met paarden werd gefokt.
De Bruinsma's van Vredenoord waren grote paardenliefhebbers en gingen er ook mee naar Kampioenskeuringen.
We moeten niet vergeten dat het Fryske Hynder vroeger veel in de Greidhoeke gebruikt werd.
In de Bouwhoeke voor het zwaardere werk was het minder geschikt.
De paarden van de Bruinsma's waren van het Noordelijk Warmbloed Paarden stamboek met Provinciale afdelingen in Groningen, Friesland en Drenthe.
Wij noemen ze meestal Bovenlanders.
In die tijd werden ze gefokt met korte manen en gecoupeerde staarten.
Later is dat verboden.
Er waren verschillende fokrichtingen: voor het zwaardere werk, voor onder het zadel en voor de koets.
In vroeger tijden deden de fokkers ook goede zaken met het leger voor de cavalerie en de artillerie.
In de maand juli gingen de Bruinsma's met een stuk of vijf van de beste paarden naar de voorkeuringen in Franeker.
Daar ging men lopend heen.
's Morgens om een uur of tien zag je ze dan door de Buorren lopen en in de namiddag weer huiswaarts.
Een mooi gezicht, oudere en jongere dieren waar wel wat muziek in zat.
Witte halsters en roosjes in de korte manen.
De mannen hadden er de handen vol aan.
De besten uit zo'n collectie gingen er dan later met de veeauto naar de provinciale of landelijke keuringen.
Het fokken en in conditie brengen van dieren is prachtig werk, maar het vergt veel kennis, inzicht en vooral tijd.
Maar als er zo nu en dan succes geboekt wordt, is het prachtig om met de eer en prijzen huiswaarts te keren.
De foto's en informatie over dit mooie ras haalde ik uit het boek aangaande de fokkerij van dit ras, van Paulus Jan Bruinsma.
Harm Zaagsma.