Bij de foto’s.
Foto 1: Op de achtergrond het stationskoffiehuis nog in volle glorie.
Rechts : sportveld, kermisterrein, ijsbaan.
Foto: tussen 1930 en 1940.
Foto 2:
Zicht op "Sexbierum-Zuid.
Op de voorgrond "Brussels brêge".
Foto 3:
Het "miedhûs" Van rechts naar links: kop-hals en de grote deels afgebroken romp.
Foto 4:
Het vooreind van de "miedpleats" met de ramen op het westen.
Naar links de stookhut en het "miedhok"

Tebek yn'e tiid Deel 18" november 2002.

Klaas Hibma zijn pake had het over de "miedpleats".
Deze stond midden in de landerijen tussen de pastoriepleats (nu bewoond door de Fam. F. Jukema-Wietsma) en de Slachte (toen door Mijntje en Mettje Janzen).
Het meest begaanbare pad was de Hearewei richting Oosterbierum, bij de Ottemaleane, vroeger Jan Gerritslaan, en ook een tijd lang de Australische Reed genoemd omdat de fam. Meindert Nammensma met de kinderen Riekje, Jan en Fonger, die aan die weg woonden, omstreeks 1950 naar Australië emigreerden, bij de Ottemaleane dus, ging je rechtsaf en volgde de reed tot aan de spoorlijn.
Je stak deze over en na enige tijd was je bij het "Miedhûs".
Tot 1937 werd dit bewoond door de fam. Jan Zijlstra-Travaille.
De kinderen Jan Wybren en Lolkje werden hier nog geboren.
Toen de mem van Jan Sr. in 1937 kwam te overlijden, trok het gezin Zijlstra in die woning die tussen de pastorietuin en het huis van Smid Bearda stond.
Veel later was het ook nog de bejaardensoos.
In het "Miedhûs" woonden 2 gezinnen, want Douwe en Maartje Hoekstra woonden daar vroeger ook met hun jongens: o.a. Berend, Arjen en Jelle.
In plaats van de achternaam werden de laatste twee vaak Arjen en Jelle "van de Mieden" genoemd.
De spoorlijn had in de buurt van het "Miedhûs" een splitsing met wissel.
Op de daar aangelegde laadplaats was dus een mogelijkheid om landbouwproducten in de wagons te laden.
In de oorlog was "het Miedhûs" een ideale plaats voor onderduikers.
Toen ongeveer 1946 het huis door timmerman Banning werd afgebroken kreeg zoon Doekle een stukje puin in zijn oog.
Het oog kon niet behouden worden.
Het stenen hok bleef staan, want de Zijlstra's hadden daar zo’n zeven "pûnsmiet lân".
Voor het opbergen van gereedschap en voor het "hapke iten" en koffie drinken was zo’n hok ideaal.
De thermosfles die door de landarbeiders soms in een soort kruikzak schuin over de schouder gedragen werd, als een sjerp, was toen een vrij kostbaar hulpmiddel om een warm bakkie te hebben.
Dit soort hokken en schuurtjes hadden meerdere garniers en kleine tuinders in het veld staan.
O.a. ook bij de "hege wier'' in gebruik bij Piet en Otte Hiemstra van de Hongerpôlle.
Ze stonden er dus niet voor de liefhebberij.
Maar je kon ze op zaterdagrniddag na het werk maar beter niet op slot doen want de kans was groot dat ze diezelfde avond of de avond erna opengebroken werden door de scharrelende paartjes die in de dreven van Sex- en Pietersbierum rond zwierven.
Het hok in de mieden werd omstreeks 1960 afgebroken vertelden Teije en Ruurdtje Zijlstra die nu op Ameland wonen.
De pleats en het land waren vroeger eigendom van de familie Nammensma waar de foto's van oorsprong ook vandaan komen.
Via de tentoonstelling "Simmer 2000" in "It Waed" zijn ze nu in het bezit van Corrie Zijlstra-Draijer:
Aan de bouw te zien lijkt het mij dat het vroeger een kophals- romp boerderij is geweest met een stookhutte.
Op de ene foto is duidelijk de stookhut te zien met links daarvan het miedhok. Op de andere foto, rechts het vooreind, naar links toe de hals en een stukje van de grote schuur is blijven staan.
Dit dakvlak heeft waarschijnlijk doorgelopen tot het uilenbord met de grote schuur erachter.
Maar die werd ongeveer 1870 afgebroken en hergebruikt voor het "stationskoffiehuis".

oant de oare keer,
Harm Zaagsma.

" Ald Nijs" fan Klaas Tjipkes Hibma (1909 – 1993)

Het café "Stationskoffïehuis" (Dit was de stjelphuizinge annex cafe die tussen garage Norder en de dorpsvaart stond.) Zo was de naam sinds de tijd, dat het treinstation in Sexbierum was, maar dat station was er voor 1900 nog niet.
Maar het huis en de schuur waren er al veel eerder.
Het is ons teveel werk om dat allemaal uit te zoeken.
Waarschijnlijk is het gebouwd tussen 1850 en 1890.
“Us pake,, geboren in 1852 heeft wel eens verteld, dat het materiaal voor de bouw, afkomstig was van de "âlde pleats" die vroeger in de "mieden" stond, wat toen vaak gebruikelijk was.
“It miedhûs" heeft er nog lang gestaan en het "miedhok" nog veel langer.
Zolang als wij ons het "stationskoffiehuis" herinneren, kon men er geen echte sterke drank krijgen.
Wel kon men er bruiloften en grotere vergaderingen houden, want de bovenzaal was ruim.
We weten nog dat er op een zondagmiddag een soort meeting van de Mormonen was, waar wij uit nieuwsgierigheid heen gingen.
De sekte van de Mormonen die overal in de wereldl aanhangers heeft en die veel zendelingen uitstuurt, is bij ons nooit echt uitgebreid.
Het Café heeft eigenlijk nooit goed gelopen en is op het laatst uitgedroogd.
Willem Dorenbos, die het pand bewoonde, had er ook nog een vlashandel bij.
Zijn beide zonen, Gerke en Huite deden in maatschap met de gebroeders Anne en Willem Dijkstra.
't Begon met een "snikke" als beurtschip.
Later was het "Dorenbos en Dijkstra,, rnet een motorboot en het vervoeren van vee met een praam met luiken.
Maar toen later in de tijd alles veranderde moest de motorboot plaats maken voor een vrachtauto.
Eén ding uit die tijd is ons bijgebleven, n.l. dat de jongste zoon Johannes op de zeevaartschool is geweest en dat Wllem Dorenbos de eerste op het dorp was, die de draadloze telegrafie beoefende.
Want als Johannes op zee was, kon hij het één en ander overseinen, wat opgevangen werd door de antenne op de ”skuorre”.
Van de maatschap is Dijkstra nog over met het vervoer van vee en andere goederen, en is daarrnee het ouclste farniliebedrijf van het dorp, als wij het goed hebben.
Het café is weg en daarmee ook één van de karakteristieke oude dingen uit ons dorp.
Dat is nog te zien op de oude foto's, met uitzicht op de vaart, "het heechhout” en de gevel van Uilke en Japke (nu Bergsma). Achterafpraat heb je niks aan, maar het blijft jammer dat er zoveel van het oude dorp verloren is gegaan.
"We moate dus noed stean foar wat der noch oer is."
Maar de afbraak van het café had ook zijn goede kanten, want er is geen garagehouder die zo "wiidweidich" reclame kan maken als GARAGE NORDER.
En het wachten is nu op de overheden die het nu voor het zeggen hebben, aangaande het milieugedoe hier op het Frjentsjerterein of zoals met ambtelijke taal gezegd wordt: "Sexbierum Zuid", wat ons betreft is het: "ien grutte jildfergriemerij."

K.H. 12-8-'81
De oare keer: "stationskoffiehuis" vervolg.