Op foto een situatiekaartje.

Tebek yn'e tiid Deel 22 maart 2003.

Verdween ten westen van Sexbierum het reeds beschreven Zemelsbuurt ook aan de oostkant moest een gebied op de schop waar veel herinneringen en voetstappen van de oudere dorpelingen liggen.
Hier was de Boerefinne, eigendom van de Ned. Hervormde Gemeente, waar de koeien, schapen, paarden, keddes, geiten en wat al niet meer, konden grazen tegen een redelijke vergoeding.
Vooral bedoeld voor de kleine man als: gerniers, grienteman, kruideniers en oare sutelders.
Meestal eigenaar van 1-8 dieren, zodat het tijdens melkerstijd één en al drukte was.
De melkbussen werden meestal meegenomen aan een paar haken die aan de pakjesdrager van de fiets gehangen werden.
Of ook wel op de stang van de fiets, die met een jute zak of iets dergelijks tegen het afglijden omwikkeld was.
Anderen hadden een fietskar of een transportfiets.
Het kleine onderhoud van de finne was de taak voor de koster zoals "stikelstekke" en onderhoud van de 'stikeltrie' afrasteringen.
In mijn jongenstijd was dat Tjipke Tolsma die met zijn Richtje (dochter van Jochem Postma) in de kosterswoning achter 'it tsjerkhôf' woonde (nu Tsjerkepaed 7).
Maar in de finne was veel meer bedrijvigheid.
Wat te zeggen van de meer dan 30 finnehokken die allemaal verschillende eigenaren hadden om over de functies eerst maar te zwijgen.
Achter de finnehokken was een sportveld afgebakend met palen en prikkeldraad.
Om het gras kort te houden liepen hier wel schapen die na de lammertijd ook gemolken werden door de verschillende eigenaren.
Meestal voor "skieppetsiis" oa. Kees Túnman (Dijkstra) en Rijers-Ettje (die ook petroleum verkocht).
Van de hervormde school gingen we hier zomers ook heen om gymnastiekoefeningen te houden of een balspel te spelen, want een gymnastieklokaal voor de scholen was er voor 1955 niet.
Ook de dorpsfeesten van de Oranjevereniging vonden hier plaats.
Aan de volksspelen werd door zeer velen meegedaan van 3 tot wel 70 jaar.
Prachtige taferelen had je dan.
Soms om de bûsen út te skoarren, zoals die keer toen dûmny Kaastra tegen gemeentesecretaris Vries moest schommelen om te proberen het eerst tegen een bel aan te schoppen.
Onvoorstelbaar ze kwamen geen meter voor of achteruit, hoe ze ook probeerden.
Lytse Douwe de Boer daarentegen was met 4 “halen" bij de bel.
De toegangswegen naar de Finne waren voor iemand die plaatselijk niet bekend was bijna niet te vinden.
Op bijgaande plattegrond heb ik de vroegere situatie weergegeven.
Ging je vanaf het kerkhof of de Rottefâlle via het stekje bij Klaas en Sjoerdje (Sijswerda-Schoonbergen) naar de Finne, dan had je direct links eerst de keet van de Chr. Landarbeidersbond.
Wanneer die precies gebouwd is, weet ik niet.
In elk geval na 1931, want op de mooie luchtfoto van "ús doarp"op blz. 4 van het fotoboek "Hjoed en juster" dat in "simmer 2000" aangeboden werd staat de houten keet nog niet.
Laten we maar aannemen dat hij ± 1935 gebouwd is.
Het is aan te bevelen dat u dit nummer van Silhouet even bewaard, zodat we de volgende keer op de tekening kunnen zien wie in welke huizen woonden en welke functie de verschillende hokken hadden.
Tot dan.
Vr. groetend: Harm Zaagsma.