Tekst bij foto 1:
De woonboot van de familie Kuurstra die in 1946 vlakbij de dubbele bocht lag.
Op de achtergrond de plaats van Jentsje de Jong die in 1971 afbrande.

Tebek yn’e tiid deel 26 augustus 2003

Bevrijdingsdagen.
Het feit dat voor het eerst op 15 augustus 2003 de vlag op de toren stond, is eigenlijk de aanleiding voor dit onderwerp.
Die morgen kwam ik in gesprek met twee dorpsgenoten, die zich afvroegen waarom er gevlagd werd
Toevallig had ik eerder dit jaar ergens gelezen dat het de bedoeling was voortaan 15 augustus ook als bevrijdingsdag te herdenken, omdat op die datum Japan capituleerde en de vele Nederlanders uit de Jappenkampen en Nederlands-Indië toen pas bevrijd werden.
Als zevenjarige jongen weet ik nog precies waar ik dat hoorde.
Dat was in augustus 1945 op de weg vlakbij Pietersbierum, tussen de “dubbele bocht” (wat nu bietenopslag is) en de pleats van Jentsje de Jong (later Bokke Yntema , nu Bosma) Hoarpaed 4 dus.
We waren n.l. op de terugweg van een dag of vijf vakantie in Gaasterland.
Met “we” bedoel ik het gezin van Kloosterman de drogist, het gezin van bakker G.K. de Vries en ons gezin.
Na de oorlogsjaren was er de behoefte om er op uit te trekken.
Maar de middelen waren beperkt.
Vervoer was er praktisch niet.
Zo waren er gezinnen uit de Bargesteech e.o. die met Ype v/d Meulen (de zoon van Frederik en Sjoke) een weekje met het skûtsje de Friese meren opgingen: wat pakken stro, beddengoed, een zak aardappels, potten en pannen in het ruim en varen maar.
Prachtig toch?
Wij gingen dus niet over het water, maar over de weg.
De platte wagen met paard van Sietse Goudberg was ons vervoermiddel.
Heit had banken op de wagen gemaakt, een frame met een kleed erom heen en rijden maar.
Sietse reed ons langs de IJsselmeerkust naar Gaasterland en ging zo goed als ik nog weet,toen we daar waren, op de fiets weer naar huis.
De wagen bleef daar en Sietse haalde ons na een dag of vijf weer op.
Ons verblijf was bij een boer op de hooizolder, op dezelfde simpele manier als de gezinnen in het skûtsje.
Vakantievieren was er voor de meesten niet bij, en later ook nog niet.
Dat zou nog jaren duren.
Bakker de Vries, die afkomstig was uit de Zuidwesthoek had in Gaasterland dus wel een adresje, want hun “beppe bosk” woonde daar ook.
Ook daar in Gaasterland moesten we alle afstanden te voet afleggen.
Maar je was er even uit.
Ik denk dat de heiten en memmen ook wel blij waren dat de vijf dagen weer om waren en Pietersbierum en Sexbierum weer in zicht kwamen.
Toen we dus door de “dubbele bocht” waren, zagen we dat Folkert de Vries (een gemeente timmerman) daar bezig was om telefoonlijnen op te ruimen., die waren nog van de bevrijders.
(Die gekleurde lijnen lagen in de bermen of hingen soms in de bomen.
In de naoorlogse jaren kwam je ze overal nog tegen, ze werden ook wel als waslijn gebruikt.)
Toen Folkert de Vries zag dat het bekenden waren, riep hij: “Japan het capituleert”
Het heeft dus bijna zestig jaar geduurd voordat er voor deze dag gevlagd wordt.
Wij hebben zo langzamerhand nogal wat bevrijdingsdagen:
16 april: Friesland. 5 mei: Nederland. 15 augustus: het totale Nederlandse volk, ook hebben we nog de slag bij Warns.
En dan zei muoike Hendrikje op 18 juni altijd nog tegen ons als ze op de scheurkalender keek: it is hjoed “Waterloo-dag” (mouike Hendrikje was een oudere zuster van heit die bij ons in woonde).
In 1815 op 18 juni werd n.l. Napoleon voorgoed verslagen bij Waterloo.
Deze onafhankelijkheidsdag werd nog herdacht tot de tweede wereldoorlog kwam.
Ik hoop met u dat we op de 15e augustus de vlag nog lang op de toren mogen zien wapperen.

Harm Zaagsma