Foto l :
Rond 1905had architect Lettinga een plan gemaakt voor een nieuwe weg vanaf het Terppaed, die aansloot op het oude Vliet, toen Zevenhuisterlaan genoemd. Zie xxx
Aan het Terppaed 0000 stond alleen nog maar no.2.
No. 4(Klaas en Anna Faber) staat nu op de plaats waar de nieuwe weg was geprojecteerd.
Het plan is dus niet doorgegaan.
Kadaster no, 336 is het huis van B.Groothof.
Foto 2:
Rechts: funderingsresten
Links: Boomresten onder wegdek Achterom Sept.1998 deze bomen hadden een doorsnee van 40 en vormden de West grens van het dorp in ± 1900.

Tebek yn 'e tiid deel 35. november 2005

Het Achterom
Als we oude plattegrondtekeningen van Sexbierum onder ogen krijgen, dan zien we dat omstreeks 1850 de Alde Buorren reeds tot aan de Pastorybuorren aan twee kanten bebouwd is.
Vanaf café De Harmonie tot aan wat nu Brussels Brêge is, is eveneens bebouwing aanwezig.
Ook om het kerkhof stonden reeds woningen.
Op het terrein van Garage de Boer, Kade 6-2 en dan richting het Achterom, stonden ook een stuk of zeven huizen getekend.
Die stonden aan wat toen in de volksmond het Vliet werd genoemd.
Ze waren te voet te bereiken over het heechhout, dat bij de doorgang Alde Buorren- café De Harmonie lag.
De Nije Buorren was helemaal volgebouwd vanaf de "hoeke" tot aan wat nu het Fliet is.
Op die plaats ging de dorpsvaart onder de weg door richting Kade en dan verder naar de Rie.
Het Achterom heeft zijn naam te danken aan het feit dat je zo bij de achterkant van de panden aan de Nije Buorren kon komen.
De naam is dus spontaan door de bevolking gekozen, net zoals de Alde en de Nije Buorren.
Van gemeentewege was in die tijd de naam Achterom zeker wat minderwaardig, want op uitbreidingsplannen werd de naam Zevenhuisterweg - en zelfs Zevenhuisterlaan- meerdere keren gebruikt.
Want, zo werd gezegd: om de zeven woningen met kruiwagen, hondenkar of paard en wagen te bereiken moet je over deze weg. Maar in de volksmond bleef het: Achterom.
Bij de officiële naamgeving begin jaren vijftig van de vorige eeuw werd dit dus ook bevestigd.
Het was toen nog steeds een puin- en -modderpad en het behoorde toe aan de Nederlandse Hervormde Gemeente.
Omstreeks dezelfde tijd werd het aan de gemeente Barradeel verkocht voor één gulden.
Zo was de kerk van het onderhoud af.
Om het regenwater af te voeren was er voor de hokken aan de westzijde een greppel, waarover iedere eigenaar zelf een "batte" of iets dergelijks had gelegd.
In de praktijk stonden de heaweinen, ploegen en geulentrekkers half in de greppel geparkeerd, anders was er geen doorkomen aan.
Voordat de westzijde bebouwd werd, dus rond 1850, zat je hier aan de rand van het dorp en kon je vanaf het Achterom, Pietersbierum zien liggen.
Het Achterom was toen een stuk smaller.
Vanuit de erfscheidingen van de oostzijde gemeten was het ± 4 meter.
Een rij bomen vormde de grens tussen dorp en open veld.
Vandaar de naam “Zevenhuisterlaan”.
Toen in 1998 het Achterom afgegraven werd ten behoeve van diepriool kwamen de boomstronken van zo'n 40 cm doorsnede aan de oppervlakte.
Op de foto's die ik hiervan heb gemaakt zijn de half verrotte stobben goed zichtbaar.
De hokken aan de westzijde zorgden samen met de uitritten en veestallingen aan de oostkant voor veel drukte.
Al die paarden en koeien die links en rechts gehouden werden kregen 7 dagen per week hun natje en droogje.
Na het kauwen en herkauwen kwam alle voer in andere kleuren geuren en vormen weer tevoorschijn en dat moest afgevoerd worden naar melkfabriek, jarreput en dongbult, vaak meer dan 100 meter ver.
Tot zover eerst het algemene beeld.
Ik stel voor om even een kuier te maken en bij elk huis of hok even stil te staan en te zien wat we er nog van kunnen vertellen.
We beginnen bij de Terp met het huis op de hoek.
Het staat bekend als Terp 3.
Hier was het eerste postkantoor van Sexbierum.
De woning werd in 1889 gekocht en betrokken door Douwe Hollenga die toen al brievenbesteller was.(Twaalf uren post lopen per dag was toen geen uitzondering.)
Hij was dus de eerste kantoorhouder van ons dorp en had de leeftijd van 42 jaar.
In 1917 ging het postkantoor naar Sjoerd Postuma aan de Alde Buorren 15( nu H. Houtsma).
Hollenga bleef aan het Achterom wonen en stierf in 1923.
Op zijn grafsteen ( direct links op weg naar de zuid deur van de kerk) staat: In leven 40 jaren briefgaarder in Sexbierum.
In 1924 trouwden Frans Faber en Geertje Visbeek.
Ze kochten deze woning en hadden er een sigarenwinkel die goed liep.
Faber was postbesteller en zijn vrouw deed overdag de winkel erbij.
Toen er meer kinderen kwamen, werd er een stukaangebouwd met plat dak.
De "ruften" aan de waslijn op het dak droogden daar "dat het klapte".
Rond 1943 gaat het gezin verhuizen naar wat nu Tsjerk Hiddesstrjitte 21 is.
Hille en Stien Schoelier-Algera komen dan aan het Achterom wonen.
Ze hebben dan al zes kinderen en de 10de zal op 29 december 1947 geboren worden ( maar dat wisten ze toen nog niet).
Hille was ook bij de posterijen.
Zijn heit Dooitze en broer Willem waren melkboer in Pietersbierum ( nu Breed Plak 6).
Als Hille even naar zijn heit en mem wilde, dan ging hij vaak met de LABO.
De bushalte was toen voor de woningen Terp 2 en 4.
Alle buschauffeurs kende je in die tijd bij de voornaam en voor een sigaret namen ze Hille even mee en zetten hem uit voor de winkel van Geertrui Koudenburg in Pietersbierum.
Tegenwoordig zou zo'n chauffeur waarschijnlijk de sigaar zijn.
De gezinnen van Faber en Schoelier bestonden beide uit 10 kinderen.
Er moest dus brood op de plank komen. En dat moest ook nog gesneden worden.
In die tijd was er vaak maar één groot mes in de keuken aanwezig, waarmee zowel het brood, de kool als het vlees gesneden moesten worden.
Een scherp mes was dus het halve werk.
Zoals bij veel gezinnen bracht ook hier de buitenmuur uitkomst.
Ik weet nog dat Hille bij schemer het mes scherpte op de gele buitenmuur naast de deur.
De vonken spatten er dan af.
Klaas en Dries Faber vertelden me dat hun heit dat op dezelfde plaats deed.
"De stenen vertellen hun verhaal". Als u in de buurt bent, kijkt u maar even naar de afgesleten stenen.
Met z’n twaalven emigreerden de Schoelieren in 1950 naar Amerika.
Fokke en Anna de Vries van de Slachte (bij Getswerdersyl) kozen enige jaren later dezelfde weg.
Zoon Willem Schoelier trouwde daar met Annie van Fokke en Anna de Vries.
Van Griet Terpstra - Schoelier kreeg ik de namen van Hille Stiens tiental: Dootze, Geertje, Sjoeke, Jan, Anna, Willem Pieter, Pieter Willem, Tjeerd, Doetje en Hendrik.
Voor de liefhebbers van familierelaties: Hille was de neef van Uilke Schoelier en Stien was de zuster van Erik Gevekes beppe Sybrigje.
In 1950 trouwden Philippus Mollema en Anneke Santhuizen.
Het huis aan het Achterom was intussen door de gemeente Barradeel gekocht.
Flip, die chauffeur bij de gemeente werd, ging er wonen.
Hij kreeg de sleutel van de gemeentewerkplaats en kon daar tevens een oogje in het zeil houden.
Hij overleed zeer plotseling in 1992. Hun kinderen Sietske, Baukje, Jellie en Klaas hebben hier nog steeds hun "húske fan hâldt oan".
Nu, in 2005, woont Anneke er nog steeds en we hopen dat we nog lang daar de hand even naar haar op kunnen steken.
Ik ga ervan uit dat u deze Silhouet nog voor de feestdagen in de bus krijgt en wil u dan ook goede kerstdagen toewensen en vooral een gezegend 2006.
Groetend,
Harm Zaagsma

Ald Nijs fan Klaas Tjipkes Hibma (1909-1993)

Stasjonswei no. 6
De eerste eigenaar van no.6 hebben wij zelf niet gekend, maar we weten wel dat het Bauke van der Pol was‚ bijgenaamd Bauke Skipper.
Dat had mogelijk te maken met zijn beroep.
We herinneren ons dat ús heit een pols had, die ooit van Bauke was geweest, want Bauke was ook visser en jager, want het hok achter zijn huis had een overkapping, waar hij zijn fuiken kon drogen.
Aan die pols hebben wij als jongens nog een hoop plezier beleefd en zelfs onze kinderen hebben er nog “mei ljept”.
Toen Bauke overleden was, heeft zijn vrouw Sjoukje er nog een aantal jaren met dochter Johanna en beppesizzer Sjoukje gewoond.
Deze Sjoukje heeft ús mem nog wel eens geholpen.
In de wintermaanden als het ’s avonds vroeg donker werd, moesten we bijtijds in huis komen, want dan vertelde Sjoukje ons uit het boek “Alleen op de wereld”.
De jonge Sjoukje is later getrouwd met een zekere Eppe van Dorsen.
Ze begonnen een groentehandel in Franeker.
De groentekar met de kêde ervoor raakte daar op zekere dag op het Noord van de wal in de stadsgracht.
Na enkele jaren verlieten ze de groentewinkel in de Dijkstraat en waagden de oversteek naar Amerika.
Muoike Johanna van der Pol heeft nog een tijdje op no.6 gewoond. Ze was niet getrouwd.
Tijdens een oranjefeest zat het “koninklijk gezin” op één van de praalwagens.
Johanna was toen de koningin.
Na Johanna bleven de bewoners van no.6 van der Pol heten, want Siebe en Anne v.d. Pol betrokken toen de woning.
Siebe werkte toen bij het spoor, dat in die tijd van 1903 tot 1935 voor veel bedrijvigheid zorgde.
In en om het station was altijd voor drie man werk.
Maar het personenvervoer per bus en het vrachtvervoer per auto nam in die tijd sterk toe, zodat de spoorwegen langzaam maar zeker het loodje moesten leggen.
Siebe en Anne verhuisden toen naar station Visvliet op de grens van Friesland en Groningen.
Toen wij op het spoarrûntsje kwamen wonen, hadden Piet en Afke Siebesma op no.6 al hun thuis. Wij hebben meer dan 45 jaar met genoegen naast de Siebesma’s gewoond.
Toen op het laatst buurvrouw Afke naar haar dochter Durkje in Burgum ging, is het huis verkocht aan mensen die er niet lang gewoond hebben. Jan Miedema en Jeltsje de Vries betrokken daarna de woning.
Al vrij vlug daarna was voor ons de tijd daar om ons vertrouwde adres te verlaten.
We kunnen terug zien op een genoeglijke tijd daar aan het spoarrûntsje.
Te nei mear
Hertog van Saxenlaan 76C‚ Klaas en Willemke Maart 1992