Bij de foto's:
Foto 1:
Piet J. van Zon op de achtergrond de Jei ikker, rechts de dobbe van Bokke Yntem.
Links van de weg lag de boot van fam.Jurjen Kuurstra.
Later stond daar nog de woonwagen van Renze en Maartje Post.
Foto 2:
Advertentie uit 1938.

Tebek yn'e tiid Deel 9 december 2001

Zemelsbuurt
Zoals afgesproken gaan we verder met het beschrijven van de woningen op de Terp richting Pietersbierum.
We beginnen bij het huis van de familie Abraham Faber.
Dit was één van de vele adressen in onze dorpen waar men rijwielen verkocht, ook kon men ze er natuurlijk laten repareren.
Tevens had Faber een taxibedrijf.
Dirk die zijn heit in de zaak hielp, speelde in 1938 ook mee in het grote openluchtspel "Liauckama door de Eeuwen".
Hij zat in het "Grauwe pak".
Toen Abraham Faber in 1955 op 64-jange leeftijd zeer plotseling kwam te overlijden, zette Dirk, tot op de dag van vandaag, de zaak voort.
Ik denk dat in onze dorpen op dit moment Dirk de persoon is, die het langst op een en hetzelfde adres heeft gewoond.
De burgerlijke gemeente heeft veel moeite gedaan om deze woning destijds ook tegen de vlakte te krijgen.
Maar de familie Faber bleef standvastig in hun besluit: "sa as it is, Sa moat it bliuwe", vandaar de "rots in de branding" tussen de nieuwbouw.
Naast de woning van de familie Faber stond het huis van Hessel en Trien Keegstra.
Dit waren de pake en beppe van Anne en Hessel van der Meer.
Het was ook een vrij grote woning.
Ik denk niet dat Hessel Keegstra zijn eigen sokken moest stoppen, want hij had een vrouw en maar liefst elf dochters.
Hierna komen we aan bij wat eigenlijk de Zemelsbuurt is: acht aan elkaar gebouwde woningen haaks op de hoofdweg met de ramen uitziend op de Pietersbierumer vaart.
De enige toegangsdeur kwam uit op een massale stoep of bestrating, waar iedereen voor langs kon lopen.
Tegenover iedere deur had elk huis dan nog een hok.
Zoals reeds vaker beschreven, had een bakker deze huizen laten bouwen, als een soort oudedagsvoorziening.
Maar het verhaal ging dat deze huizen waren gesticht door zemelsbrood en lichtgewicht.
Na verloop van tijd werden de bewoners eigenaar.
Hier hebben in de loop der jaren veel mensen gewoond.
We zullen proberen ze op een rijtje te zetten.
Toch zullen verschillenden onder u nog wel iets aan te vullen hebben.
Familie Bastiaans
Familie Haje Stellingwerf
Familie Jan van der Zee
Familie Anne Douma
Familie Willem van Zon
Familie Hille Schoelier
Pieter de Jong
Pieter van der Zee
Familie Auke Feenstra
Familie Tjibbe van Keimpema
Familie Fedde Lautenbach
Familie Berend Hoekstra

Piet van Zon
De tweede zoon van Willem van Zon gaan we even nader onder de loep nemen.
Piet van Zon, geboren in 1925, werkte na zijn lagere schooltijd jarenlang als los werkman net als zoveel anderen.
Ook heeft hij jaren lang schillen opgehaald voor de geiten die ze hadden.
Motoren trokken echter hoe langer hoe meer zijn aandacht. In 1947 kocht hij zijn eerste motorfiets en ging er ook op naar zijn werk.
Hij kreeg de smaak te pakken en sleutelde met hulp van deskundigen en motorvrienden aan de motoren.
Veel kennis werd op die manier aangeleerd.
Er werden motoren bij gekocht, opgeknapt en weer verkocht.
Twee tot vier motorfietsen in het hok was bij Piet van Zon een normale zaak.
De kopers kwamen van heinde en verre.
Wie Piet van Zon zei, dacht aan motoren en bromfietsen, want bromfietsen rezen in die tijd ook als paddestoelen uit de grond.
Solex, Flink, Berini, Kaptein-Mobilette, Sparta en Zundapp, teveel om op te noemen.
Problemen met de motorfiets?
Even naar Piet van Zon.
In 1953 werd Piet monteur van o.a. bromfietsen bij Engelsma en Wijnia, die toen hun zaak nog in Franeker hadden.
Piet mocht ook graag een beetje showrijden.
Als we als “Jongfeinten" op de hoeke stonden en je zag op de kade Piet aankomen, dan riep je: "Jonges, dêr komt Piet van Zon oan".
Hij maakte dan soms op de Nije Buorren even een extra slinger en ging dan geconcentreerd plat door de bocht richting Pietersbierum.
Je ziet het nog voor je: leren jas en vliegeniersmuts op en stofbril voor de ogen.
Motorhelmen zag je toen bijna niet.
Maar de echte show was weggelegd voor de Goodijken en de Hollenga's aan de Slachte: tussen het woonwagenkamp en de bocht van Leyendekker op het rechte stuk Slachte, ging Piet wel eens als een volleerd circusartiest boven op de rijdende motor staan.
Dat zie je niet iedere dag.
Zo zie je maar weer, hier aan de "Waedkant" lopen we helemaal niet achter.
Praten ze in Fryslâns lege midden in 2001 al het hele jaar over de "Steande mast route", wij hadden in die jaren al de "steande Piet van Zon route".
In 1954 verhuisde de familie van Zon naar de Tsjerk Hiddesstrjitte, naar de woning waar Jelte Posthumus nu woont.
In 1957 werd Franeker de woonplaats.
Toen ik een paar weken geleden even een foto voor de Silhouet bij de familie Van Zon zou ophalen, zei ik tegen Maartje: "Oer trije ketier bin ik wer thús”.
Maar dat werden er bijna drie uren.
We raakten over van alles en nog wat aan de praat, uit de verleden tijd kent hij onze dorpen en de families en bijzonderheden nog op zijn duimpje.
Het is maar goed dat ik niks wist over kerkorgels en gevechtsvliegtuigen en hun bemanningen, anders had ik er nu nog gezeten.
Piet vertelde me nog,dat bij een bezoek aan de Harlinger kermis, hij ook een kijkje nam bij de steile wandraces.
De “kermisbaas" zag dat hij er met meer dan gewone belangstelling naar keek.
Hij vroeg dan ook of hij er voor voelde om het ook eens te proberen.
Om kort te gaan, Piet ging een paar weken mee op tournee.
's Morgens oefenen en 's middags en ,s avond optreden.
Piet: “Het optreden ging goed, maar van dat rondje rijden werd ik op het laatst duizelig."
Op de vraag hoeveel motoren hij in de loop der jaren heeft verhandeld, zocht hij even tussen zijn "documenten" en overhandigde hij mij paar schriftblaadjes met daarop het bouwjaar en het merk van de verschillende motoren.
Het waren er meer dan vijftig!
Na een genoeglijke avond heb ik afscheid genomen van de familie van Zon en dat doe ik hierbij ook van u.

Harm Zaagsma.