Foto:
Bij weinmakker Hettema op het erf. Links 3 buurmeisjes.
Rechts Rense Wielenga en zijn mem Trientsje.

Tebek yn 'e tiid deel 40. mei 2006

Achterom no.1.
Toen de Gereformeerde Kerk op het Achterom nog in functie was, woonde hier de koster. Volgens mij was dat Haije Broersma. Toen de kerk verhuisde kwam de familie Broersma in de nieuwe kosterswoning achter de kerk te wonen.
Dit pand dat precies tegenover Achterom 2 ligt, was en is ook nu in 2006 nog steeds eigendom van de bewoners van de hoekwoning Terp-Nije Buorren.
Johannes Hettema, zijn vrouw en zoon Jaap, waren lang de bewoners van dat herenhuis met aangebouwde wagenmakerij.
In 1942 werd Achterom 1 nog verhuurd als woning.
Fedde Wielenga en zijn gezin woonden er toen.
Mijn herinneringen aan dit huis zijn ook uit die tijd, want ik was "kameraad" met de jongste zoon Rense die toen ook vier jaar oud was.
Cornelis en Hendrik, zijn oudere broers moesten hun mem al op jonge leeftijd missen, maar hun heit Fedde trouwde later met Trientsje, waar Rense de zoon van was.
Het was een lieve, zorgzame mem, die de oudere jongens ook hoog in het vaandel had.
"Us" Knilles werd volgens mij ingenieur en "ús" Hindrik chauffeur, eerst op een vrachtauto en later toen hij in Noord Oost Friesland woonde, in de buurt van Dokkum, werd hij buschauffeur op de N.O.F.bussen.
Veel later, toen Fedde niet meer leefde, kwam Hindrik geregeld een middag over om zijn mem met het een en ander te helpen.
Als vierjarige speelde ik daar vrij veel. Als je op het Achterom stond, met de rug naar de gemeentewerkplaats, dan was de voordeur aan de linkerkant.
Rechts zaten de ramen van de woonkamer.
Tussen het huis en het hok van Nije Buorren 2 (toen bakker G.K. de Vries) was een smalle steeg, waar je maar net door kon komen.
De kamer zal zo'n 4,5 x 4 meter geweest zijn, zoals bij alle gewone huizen.
In de kamer zaten twee bedsteden met een kast ertussen en een kelder eronder.
Als je door de gang liep, kwam je in een soort "achterhuis"
Hier werd gekookt en de was werd er ook gedaan.
Zomers werd er waarschijnlijk ook nog gegeten.
Via een eenvoudige open trap kon je de zolder op komen.
Verder was er in dat achterhuis een vaste wastafel waar ieder zich kon wassen, zowel door de week als zaterdags, de dag van de grote wasbeurt.
Als je omstreeks die tijd (1942) geboren was, kwam je in de regel pas voor het eerst onder een douche, als je bijvoorbeeld, in militaire dienst ging.
De achterdeur zat ook in het achterhuis. Via het klompenhok en een paar treden naar beneden stond je bij Hettema op het hiem, waar Rense een mooie houten kar had, en een grote slee die we in de strenge winters van die tijd altijd gebruikten om sneeuwhuizen mee te maken.
Zo'n uitgeholde sneeuwbult met een kleed er in en ook nog een brandende kaars, dat was wat.
's Avonds voor het vriezen nog een paar emmers water er overheen gooien en hij werd zo sterk als een iglo zodat je er dagen plezier van kon hebben.
Rense zijn heit was melker bij Mijntje Janzen, de boer van de Pastoriepleats vlak bij de oude spoordyk, waar Freek en Carla Jukema nu wonen.
Er werden daar niet zo veel koeien gemolken. Hooguit een stuk of dertien
Daardoor had Fedde genoeg tijd over om de "rûchskerne" netjes op te zetten.
Het leek wel een plaatje als je daar op het "hiem" kwam.
Het stro aan de buitenkanten was allemaal omgevouwen.
Toen ik jaren later tijdens militaire dienst bij de Demonstratie Compagnie in Harderwijk kwam, lagen de drie dubbelgevouwen lange onderbroeken op de dezelfde manier in de kast, als het stro op de mesthoop van bûthúsman Fedde Wielenga.
Maar dan wel in positieve zin.
Als melker begon je zo ongeveer om vijf uur 's morgens.
Als je alles "aan kant" had, ging je 's morgens om een uur of acht naar huis te eten.
Er werd dan meestal een emmertje verse melk voor dagelijks gebruik voor het gezin meegenomen.
Vooral zomers moest dat in de loop van de dag gekookt worden anders werd het "verkeerd" (koelkasten had je niet).
Die gekookte melk pakte voor mij toch nog verkeerd uit.
Vrouw Wielenga had op een vier-pitspetroleumstel een grote pan melk gekookt en zette die voor alle zekerheid onder de wastafel, zodat niemand er in kon lopen.
Ze had niet op twee kleine jongetjes gerekend die in het vertrek aan het spelen waren.
Op een gegeven ogenblik kwam ik al zingend en achteruit lopend met mijn gat en boven benen in de pan melk terecht.
Het gevolg: Op het achtereind, blaren als theekopjes.
Zuster Bruinsma van het Groene Kruisgebouw aan het Frjentsjerterein heeft dagenlang, dagelijks nieuw verband moeten aanbrengen.
Als drie- of vierjarige kan ik me het nog vaag herinneren.
Wel weet ik dat we tijdens een verjaardagsfeestje van Rense geraspte worteltjes met suiker kregen, ook werd er voorgelezen uit de "Boze Koster".
Toen Trijntsje Wielenga-Leeverink in het huis van Regnerus en Janke ging wonen, schuin tegenover Achterom 1, maakte Jaap Hettema van de woning een garage.
Sikke Volbeda en Flip Mollema hebben er nog jaren hun auto’s in gehad.
Tot zover dit pand.
In september hopen we een kijkje te gaan nemen in het hok van bakker de Vries, van waaruit ook "Moskeflap" activiteiten plaats vonden door Wiebe van de bakker en ondergetekende.
Tot dan,
Harm Zaagsma