De Haringvisserij Barradeel

Uit de gegevens van Lammert Palma van 1905

ln 1905 waren in het Barradeel 60 boten en ongeveer 83 vissers.
Hier volgen de regels (een regel begon op het einde van het “haed“)
1 Koehool onder Tzummarum 13 boten.
2 Tûzen jelmen bewesten Koehool 7 boten (nooitgedacht)
3 De Oosterbierummer harne 12 boten
4 De Siachte 6 boten
5 Teake Palma regel 7 boten
6 De Krim Frousleane 6 boten (genoemd naar hen herbergje De Krim)
7 Ropzijl 1 of 2 boten

ln het vroege voorjaar kwamen de vissers in aktie op de 2è zaterdag in Febr.(lottersdag).
ln de Palma regels werd er met damhoutjes in een pet geloot.
Het lotten gebeurde op Koehool nog in een bijzonder antieke vorm.
Elke visser had daar zijn eigen merk,een teken dat hij zelf had gekozen en dat met een zaag op de stokken en op de las van de fuikhoepen had aangebracht.
Deze merken werden op houtjes aangebracht en werden in een lange stelt gedaan waarna de oudste visser zijn arm in de vaas stak en er een houtje uithaalde, de anderen volgden naar leeftijd.
Op de achterzijde van de houtjes was een cijfer 1 t/m 13 al naar gelang het aantal boten.
De eerstvolgende maandag werden de stokken uit de keet gehaald.
Dinsdag :Boot slepen
Woendag: Uitmeten (hier moest iedereen bij aanwezig zijn)
Elke regel begon op het einde van een “Haed”
Daarna werd vanaf het haed het keerwant (vroeger tenen schutten) in zee gebracht en de fuiken gezet.
Voor 1 Mei mocht men de netten er niet uithalen.
Eerst waren de fuiken voorzien van een lange en korte vleugel, later werden beide vleugels even lang en stonden de fuiken haaks op de keernetten.

De fuiken werden vroeger met de hand gebreit, eerst met touwgaren en daarna met hennepgaren,later kwamen er netten te koop die van katoengaren waren gemaakt, maar dezen moesten geregeld worden getaand.

De haring paaide tot 1932 in de Zuiderzee, maar toen deze werd afgesloten miste de haring haar paaiplaats.
In de Waddenzee kwam in 1932 wel veel haringkuit voor, maar dit kwam niet tot ontwikkeling vanwege de sterke stroom en te hoog zoutgehalte.
Tot 1938 is er nog redelijk haring gevangen,maar daarna was het met de haringvisserij gebeurd.

23-2-1892
De panharingvisschers aan den zeedijk in deze gemeente hebben door de tweeden winter eene groote teleurstelling ondervonden in hun bedrijf.
Ze waren reeds bezig met visschen en de vangst ging goed maar de winter heeft hun genoodzaakt de netten weder binnen te halen.
Het is te hopen dat de winter ons nu voorgoed verlaten heeft en de visschers hun bedrijf vervolgens ongestoord kunnen voortzetten.
Een goede vangst zij hun gaarne toegewenscht.

3-5-1892

Met de panharingvangst in deze gemeente is het dit jaar zoo slecht gesteld als in geen jaren het geval is geweest.
Er wordt zeer weinig gevangen en de prijzen zijn laag.
Sommige visschers die er een knecht op na houden,verdienen soms niet het weekloon van den knecht.
In zoodanige gevallen is het duszarbeiden en geld toegeven.

Franeker Cit. 30-6-1887

Een vijftal jonge mannen,woonachtig aan den zeedijk alhier, die zich des voorjaars bezig houden met panharingvangst, zijn dezer dagen naar Vlaardingen vertrokken om dienst te doen op de haringvloot,waar door zij gedurende deze zomer en herfst meer geld hopen te verdienen dan landarbeid of andere arbeid hun geven kan.
Voor zoover bekend is deze onderneming alhier nieuw.
Wanneer het hun goed bevalt,zal dit in een volgend jaar zeker wel navolging vinden vooral omdat voor veldarbeid veeltijds meer aanbod als vraag is, waardoor dan ook de daglonen dalen.
Vroeger werd aan een goed vakman geregeld per uur 10 cent betaald, thans nog in het drukste van het wieden, moeten velen zich met minder vergenoegen.

8-12-1887

Ofschoon alhier het najaar door de visschers aan den zeedijk eigenlijk niet aan de haringvangst gedaan wordt, zijn er toch altijd hier en daar enkele visschers, die wel eens een paar fuiken uitzetten, zoo ook nu weer, maar even als gewoonlijk met weinig goed gevolg.
De vangst is zo gering dat zelfs bij de hooge prijzen der haring f.3.00 het tal nog geen behoorlijk daghuur overblijft.
Menige visscher geeft dan ook de voorkeur aan het braakhok.

22-4-1888

Er zullen in deze gemeente twee Bokkingrokerij en worden opgericht of liever de vergunningen daartoe zijn gevraagd èèn te Pietersbierum aan den zeedijk en èèn in de bebouwde kom van Oosterbierum.
Ondernemers zijn Douwe v.d.Zee te Pieterbierum en Tjerk Statema uit Oosterbierum.

18-4-1890

De panharingvangst is in de laatste dagen zoo overvloedig dat de afzet zeer veel moeite kost, zoodat de prijzen buitengewoon laag zijn.
Gisteravond werden ze in het dorp verkocht, zoopas uit zee gekomen,voor het emmer vol 10 cent.
De visschers hebben bij zoo’n overvloedigen vangst zeer veel werk en betrekkelijk weinig verdienst.

28-11-1890

Sedert eenigen tijd waren onderscheidene visschers langs den zeedijk uit dezen gemeente bezig met de panharingvangst en dit gaf altoos voor sommigen zeer goede resultaten.
Er werd meer dan gewoonlijk des najaars gevangen en de prijzen waren vrij hoog.
Het is daarom wel jammer dat de vroeg ingevallen winter de noodzakelijkheid heeft medegebracht om de netten uit zee te halen.
Het winterweer heeft tevens een einde gemaakt aan alle veldarbeid.