-


Sportvissen in de jaren zeventig.

Even na de dijkverhoging was er volgens de sportvissers Jappie Althof- Wietse Leistra- Pieter Jellema en Janus Bos bijgenaamd rode Janus afkomstig uit Franeker nog wel eens een visje te vangen. De ervaring had hun geleerd dat dit een goede plek was, liefst onder Sexbierum-Pietersierum, voor de meeste haarden (pieren)was daar een stroomgeul waarin je de meeste vis kon vangen. Hoe verder naar het oosten des te minder water, dat is nu nog zo. Ook de tijd van het vissen was heel belangrijk. Meestal s,morgens heel vroeg. De beste tijd was de eerste uren van opkomend tij en de laatste uren van hoog water, dan staat er namelijk de meeste stroming.
Even over de vangst: Meestal enkele Botjes-Scholletjes en een heel enkel Scharretje in de nazomer bij hogere watertemperatuur soms paling. Dit was even over de plaats en tijd van het vissen en de vangst.
Nu nog over: wat hadden we alzo mee?
Ieder had meestal 2 werphengels mee en de zeepieren werden meestal gekocht bij Jelke Hiemstra in Franeker.
Vervoer van ons was een paar oude brommers.
Jappie Althof en ik hadden ook altijd een kan koffie mee met daarin een (klein scheutje?) Berenburg. Vaak was dit echt nodig en niet alleen tegen de kou dat verteld onderstaand. Jappie en ik waren meestal de eersten en hadden dan het mooiste plekje.
Janus was getrouwd met Neeltje Weidenaar afkomstig uit Tzummarum Vleesmarkt en was vaak even later. Nu dus ook weer.
Het was nog heel vroeg en schemerig toen we Janus met een luid gekreun hoorden aankomen. Nu volgt het verhaal van Janus:
Mede door het steeds groter wordende gezin werden op advies van de huisarts de dag hiervoor de zaadleiders van Janus doorgeknipt en dat deed hem nog ontzettend veel pijn. Wij hadden dit wel niet meegemaakt, maar door dit steeds langer wordende verhaal en de uitdrukking van Janus zijn gelaat voelde we dit wel.
Hoe langer zijn verhaal des te pijnlijker werd het. Jappie en ik hadden ondertussen de flessen met koffie en Berenburg al uit de tas gehaald, welke na een poosje geheel leeg waren.
Dit was dus echt niet alleen tegen de kou. Maar we wisten dit wel heel zeker: Janus kreeg van ons geen navolgers!!
Wietse.