Vanuit de Grote Kerk was nog een kleine afscheiding van mensen die toch hervormd wilden blijven.
Men noemde zich de evangelisatie ‘het Mosterdzaadje’ en kerkte in een eigen klein achteraf-gebouw.
Men stemde CHU( volgens mijn moeder toch eigenlijk niet degelijk genoeg) en had hun kinderen toch op onze christelijke school.
De Gereformeerden stemden op de AR en de modernen op de VVD.
Zo leerde ik naarmate ik ouder werd de ‘grote’ wereld kennen door de ervaringen in het zeer heldere en overzichtelijke dorp.
Toen ik negentien jaar was verliet ons gezin het dorp en kwam er definitief een einde aan mijn dorpse kindertijd.
Het is nu 65 jaar geleden dat ik in Tzummarum kwam te wonen.
Die lange tijd trekt een sterke peil op de kwaliteit van mijn geheugen.
Buitengewoon veel gebeurtenissen kan ik nog reproduceren.
Heel veel zie ik nog voor mijn ogen plaatsvinden. En vooral zie ik mensen, gebouwen, straten, etc. die ik scherp kan oproepen.
Maar of ik me alles nog goed kan herinneren is de vraag. Het geheugen als ‘archief’ is zeer onbetrouwbaar.
Wie is die jongen op de fiets vanaf de brug over de Minnertsgaastervaart?
Ik weet dat ik het ben, ik ‘ken’ hem niet (meer).

Hij hoort in een andere ‘verloren’ tijd thuis.
Nu bestaat hij niet meer.
Toch heeft die jongen van alles meegemaakt wat nu nog steeds op een ‘slordige’ manier op te roepen is.
Ik kan niet visualiseren wat in mijn hoofd zit, bv. door het te tekenen of iets dergelijks. Die techniek beheers ik niet.
Ik kan die wereld niet meer oproepen.
Als ik er niet meer ben is dat alles ook verdwenen.
Zo is het ook met het landschap van mijn dorp: in al die jaren is er veel verdwenen, vooral veranderd.
Heel veel van voor mij karakteristieke plekken zijn weg, alsof ze er nooit zijn geweest.
De mensen die er nu wonen weten het niet; het is verdwenen in de Tijd.
Dat is het kenmerk van de tijd: alles veranderd en verdwijnt, soms zelfs zonder sporen na te laten.
De Tzummarumers van nu weten en zien niets meer van die tijd ‘van mij’.
Tenzij er nog wat foto’s juist uit die tijd overgebleven zijn.
Maar die zijn dan een schamel overblijfsel van toen en geeft bij lange na niet een adequaat beeld.
De bedoeling van dit boekje is eigenlijk een zeer eenvoudig A LA RECHERCHE DU TEMPS PERDU
Het gaat dus vooral om de beelden.
Sommige passen precies bij wat ik me herinner.
De summiere teksten vertellen alleen een paar feiten.
Volledig vertellen wat er op die plekken was of gebeurde, gaat de bedoeling van dit boekje verre te boven.
Dus de meeste zaken blijven toch in mijn hoofd opgesloten.
De foto’s tonen een deel van mijn dorpslandschap, waar ik speelde, doorheen fietste, grote en kleine mensen ontmoette, van alles beleefde.