Grond.

Een heerlijk ruikend winkeltje vol met grutterswaren, comestibles, kaas en vleeswaren.
Aan de gevel hing een uithangbord met daaronder hangend aan een kettinkje drie realistische emaille worsten.
Ik speelde wel eens met de zoon Corry Grond.
Ooit was er eens een vliegerfeest.
Vader Grond had een vlieger gemaakt van bamboe , touw en papier in de vorm van een windmolen waarvan de vleugels echt draaiden.
Naast het winkel was een zeer smal steegje waar we zijdelings doorheen moesten lopen naar de Fjouwere, een stuk bouwland achter de huizen. Dit was vooral in gebruik wanneer we met veel kinderen “Hazze en houn” speelden.
Het hele dorp en omgeving met al zijn steegjes en paadjes was dan het speelterrein.
Het begon bij de ringmuur op de Skûtebuorren.
Een was hond, de anderen de hazen.
Na zoveel tellen moest iedereen weg zijn.
Iedereen stoof alle kanten uit.
De hond begon te jagen.
Pakte hij er een dan moest de hond hem drie tikken op de rug geven.
Lukte dat dan werd die haas ook hond.
Zodoende kwamen er steeds meer honden en minder hazen.
Niet ieder wist wie er nu haas of hond was Dat was spannend.
Het spel kon heel lang duren tot (soms voorbij) etenstijd.
thuisgekomen bleek soms dat men er niet zonder kleerscheuren was afgekomen.