Het schoolhuis.

Dit is het huis waar de familie Wynia gewoond heeft van af 1946 tot 1957.
Het is in 1905 gebouwd en door de architect B.D.Kalma ontworpen.
Er is gebruik gemaakt van witte en rode zandsteen, nog niet zo lang bekend als bouwmateriaal.
Ook de indeling volgt de toen gangbare ‘chaletstijl’: beneden: twee kamers en suite met achter een serre en voor de erker.
Achter de voordeur een halletje, dan de gang, waar op uitkwamen de deuren van de beide kamers, de wc, de trap en de keuken.
Achter de keuken de bijkeuken aansluitend aan de serre onder een plat zinken dak.
Op de verdieping twee grote slaapkamers, daartussen de trap naar de zolder.
Onder het aflopende dak de overloop met twee kamertjes.
De zolder besloeg het gehele huis.
De grote achter slaapkamer was die van mijn ouders en had openslaande deuren naar het platte dak.
De voorkamer was voor Dieneke en Minny, het voorste kamertje voor Lars en het achterste voor mij.
Op de overloop was een emaille wasbak met een ‘koude’ kraan.
De waterleidingbuizen liepen langs de halfsteens muur aan de noordoostkant van het huis via een keldertje onder de trap.
Bij vorst liep die leiding ernstig gevaar te bevriezen.
Daartoe moest ik met mijn vader de leiding leegblazen.
Dan werd er ’s avonds water een wasbakje gedaan, dat ’s morgens gedeeltelijk bevroren was; dan moest je eerst die bonk ijs er uithalen om met het restantje water te wassen.
Wanneer er een logee (hoge lieden van de AR en Trouw, bv.) was, sliep ik op zolder op een z.g. zigeunerbed, een matras op de grond.
In de loop van de eind jaren-40 en begin jaren-50 zijn er verschillende aanpassingen aan het huis geweest.
We begonnen met gasverlichting.
Er waren witte bollen in de beide kamers, in de keuken, de gang en de overloop.
De witte gaskousjes werden geactiveerd door aan een kettinkje te trekken.
Het licht was helder wit en warm en het gas ruiste.
Hierna kregen we elektrisch licht.
Ik volgde de monteur met grote aandacht wanneer hij metalen buizen door het hele huis aanbracht.
De keuken werd uitgebreid met de bijkeuken.
Daarvoor is de achtermuur gesloopt.
Er werd een ‘doorgeefluik’ met de serre gemaakt.
Moeder bedacht samen met timmerman Haitsma het keukeninterieur, wat sterk leek op een Bruynzeelkeuken, zelfs met de zachte groene kleur.
Met de komst van aardgas kregen we nu ook verwarming in de keuken.
Een gevelkachel, ‘Dru-gasojaar’, werd gemonteerd.
In de kamers bleven de Jaarsma-haarden die op ‘nootjes’ werden gestookt.
Soms gebruikten we ’s zondags in de winter ook de voorkamer.
Door de week was het daar ijzig koud.
In de kamer maakte mijn vader met opgerolde kranten de naden van de deuren in de serre dicht.
Ook ijzig koud in mijn kamertje.
Kleine ijspegels hingen aan de noesten van het dakbeschot en mijn adem bevroor op de ‘gestikte’ deken.
uit halen om met het Mijn kamer was gemeubileerd met een bed wat er net in paste, waartoe mijn moeder de timmerman had gevraagd een stukje uit de balk te zagen.
Het schoorsteenkanaal van de keuken nam aardig wat ruimte in.
Ik had een kastje van 3 sinaasappelkisten, door mijn vader gebeitst en door mijn moeder van een rood gordijntje voorzien.
Tussen de balk en de achtermuur had ik een plank waarop mijn ‘museum’
Het dakbeschot hing vol met naar beneden hangende tekeningen.
Boven mijn hoofdeinde was een wereldkaart, waarop ik virtuele reizen maakte. Aan de schoorsteen hing een foto van mij in volle ridderuitrusting.
Het langwerpige raam kon schuin open met een kettinkje. Dat raam bood uitzicht op het schoolplein en op het dak van de kerk, waar kauwtjes, spreeuwen en het balkon waar zwaluwen op de waslijn te zien waren.
In de 50-er jaren werd op de hoek van de keuken een bijkeuken gebouwd en kwam er een schutting met deur tussen de serre en de heg.

Het achtertuintje werd omringd door een grote uitgegroeide heg.
Tussen het erf van dokter Keestra en ons was een soort greppel met daar naast nog een grote heg een haagbeuk.
Ernaast had mijn moeder een bordertje met allerlei bloemen.
Het gras werd met de zeis gemaaid door koster Statema.
Achter de heggen was de steeg en het schoolplein.