Sjoerd Dijkstra geb.1881, in het dorp Tzummarum destijds beter bekend als Sjoerd Ytsjes.

Hij was meestal opslager, maar in het perk was hij ook goed.
Hoog en ver was zijn kracht, maar niet altijd even wis.
Och bij wie niet?
Sjoerd moest zijn dag hebben.
Mede daardoor was het aantal prijzen niet geweldig hoog, maar er waren wel sommigen bij van kwaliteit.
De overwinning op de Bondswedstrijd van 1909 in Harlingen.
In het allerlaatst van de dag moesten de mannen alles geven, want Taekele Swart kreeg mankement aan zijn voet en kon eigenlijk niet meer.
Maar ze wonnen en partuur Dijkstra kreeg de krans.
Het was destijds de gewoonte om op Pinkstermaandag een koning uit te roepen.
Dijkstra zijn naam ging al snel de provincie door.
Zo kreeg hij in 1903 al een uitnodiging van Dokkum, dat op Koninginnedag een grote partij op touw zette.
Van die reisjes bleven een paar centen over, want Dijkstra werd meewinnaar en kon f.20,- in zijn zak steken.
Bij “Oostergoo” zijn ze nooit krenterig geweest.
Eigenlijk hadden Dijkstra en Sijtse Vijver de f.60,- tezamen uit het vuur gesleept, want de 3e man was alleen er maar bij voor de regionale reputatie.
Dijkstra had daarom die dag een dubbele functie; opslager en achterin.
Twee jaar later was hij weer nr.1 in Dokkum.
In 1911 was hij present op de Internationale te Leeuwarden.
Vier parturen uit België en vier parturen uit Friesland vochten om de centen en de eer.
Het slaagde Dijkstra met Albert Terpstra en Hyltsje Rollingswier om te winnen, maar er moest geweldig om gevochten worden.
Uit Harlingen haalde Dijkstra in 1912 ook nog eens 60 gulden vandaan.
Voor het laatst kwam hij op het grote kaatstoneel in 1915.
Hij en Jan Draijer fietsten naar Kimswerd en pakten de prijs.
Ook op de P.C. was hij actief.
In 1914 met broer Pieter en Jan Draijer.
Het was de premie.
Een paar dagen later brak de eerste wereldoorlog uit en toen was het voor dat jaar gedaan met het kaatsen.