HET ORGEL

Het orgel dat zich boven de met beelhouwwerk versierde kerkafsluiting bevindt, is in 1766/67 gemaakt door de Groninger orgelmaker Albert A.Hinsch.
De orgelkast is rijk versierd met snijwerk.
De vleugels beelden uit een hoorn des overvloeds waaruit bloemranken en vruchten komen.

Het orgel is bekroond met 3 beelden waarvan het middelste David met de harp voorsteld, De beide flankerende beelden zijn bazuinblazende engelen met een palmtak in de hand.

Het snijwerk verraadt eveneens de vaardige hand van een bekwaam meester en daar het karakter veel overeenkomst vertoont met dat van de preekstoel en het doophek, Is het zeer waarschijnijk ook door dezelfde beeldhouwer vervaardigd.

In 1923 is het Hinsz-orgel uit de orgelkast verwijderd en vervangen door een Duits romantisch orgel door Bakker en Timminga,terwijl het pijpwerk gemaakt werd door de Fam.Walcker uit Duitsland.
In 1948 is het orgel vervolgens weer drastisch aangepast.
In 1995 is het orgel onbespeelbaar geraakt door de bestrijding van de bonte knaagkever, d.m.v. hete lucht.
De lijm,waarmee diverse onderdelen waren gelijmd,is door de te hete lucht losgelaten.
Van 1983 tot 2000 is getracht het Hinsz-orgel terug te plaatsen in de orgelkast.
In 1999 leek dit te lukken,maar uiteindelijk is dit toch niet doorgegaan omdat de benodigde oude onderdelen niet meer terug te krijgen waren.