De schoolmeesters te Sexbierum.
De Spaanse regering beloofde een premie van 50 gulden aan degene, die Laurens Coster, gewezen schoolmeester te Sexbierum, en voortvluchtig ter zake van vervolging der hervormden, hetzij levend of dood in handen van de justitie zou leveren. .
Dit moet dus vòòr 1580 geweest zijn.
In 1578 en 1582 was Thomas Jellis schooldienaar te Sexbierum.
In mei 1599 was Johannes Haefkens dorprechter te Sexbierum, terwijl in mei 1600 hier ook reeds mr. Hinne IJsbrantsz voorkomt.
Op 25 juni 1608 was mr. Jan Haefkens dorprechter en mr. Hinne Isbrantsz. ontvanger te Sexbierum.
In mrt. 1622 was sprake van wijlen mr. Jan Haffkis weduwe.
Reeds op 27 apr. 1615 was hier Claes Simens Smede. In 1616 was Claes Sijmensz. Smeede hier als schoolmeester, zoals blijkt uit een akte van 17 jan. 1716, waarbij "Grietman en Kerkvoogden van S.bierum protesteeren de effectu van de opsegginge der schoole en costerije sampt huisinge en landen daartoe behoorende, Claes Sijmensz Smeede en Heert Boekes elx respect. gedaen omme dselve te verlaeten en in vrijdom te hebben".
Dit is blijkbaar niet gebeurd, daar Claes in 1621 nog voorkomt.
Zijn vrouw Jantie Claases is hier in 1623 overleden.
Hij is later naar Franeker vertrokken.
In de jaren tussen 1623 en 1627, bijv. in juli 1626, komt in het lidmatenboek van Sexbierum voor ene mr. Hendrik Tebbetman en zijn huisvrouw Tiedt Fedt.
Dit kan de schoolmeester geweest zijn.
(Dan misschien dezelfde als in 1631 te Oudeschoot opduikt?)
Ook was hier in 1625 mr. Christinis en Sasz, zijn huisvrouw; zij vertrokken naar Franeker.
Op 4 mei 1625 was mr. Bastiaen Laeszoen schooldienaar te Sexbierum.
Op 8 juli 1627 werden mr. Sicke Lollius en Barbara, zijn huisvrouw, hier als lidmaat aangenomen.
Hij was eerder schoolmeester te Vrouwenparochie en te St. Jacobiparochie.
Op9 sept. 1629 was mr. Sicke Lollius, schoolmeester te Sexbierum, wegens "de coop van een barg" aan Sas Seerps 18 c.g. schuldig.
Hij was hier in jan. 1630 nog, maar is later dat jaar overleden, want op 22 aug. 1630 vertrok Barbara met attestatie.
Op 5 sept. 1630 kwam attestatie in van mr. Gerlef Pieters en van Aef Cornelis, zijn huisvrouw.
Ook hij heeft het hier niet lang volgehouden.
In mei 1638 was mr. Sipke Jansz. (of Jansen) hier schooldienaar.
Hij verlatiniseerde (in 1641 bijv.) zijn naam tot mr. Cyprianus Joannis.
Van hem zijn hier de volgende kinderen gedoopt: Douwe op 5 mei 1638, Jan op 12 sept. 1641, Marten op 27 aug. 1643, Douwe op 31 mei 1646 en Hilbrand op 21 jan. 1649.
Van 1645 af zijn hier de kerkvoogdij-rekeningen bewaard gebleven, waarvan mij welwillend inzage werd toegestaan.
Daaruit blijkt dat het schoolland dat hier aanwezig was, door de kerk werd beheerd en dat de meester een vast traktement genoot van 200 c.g. per jaar.
Hij ontving hiervan ieder kwartaal 35 goudgulden (à 28 st.) plus 20 stuivers.
Hierbij kwamen nog enige emolumenten, zoals de schoolgelden en de schoolhuizinge natuurlijk.
Een ander was dorprechter, namelijk de chirurgijn mr. Hendrik Douwes van 1687 tot 1699.
Ook voor klokluiden en kerkpad wieden (anders meestal tot de plichten van de meester behorende) was een andere bediende.
In mei 1655 hertrouwde mr. Sipke Jansz hier met Ittie Jans van Pietersbierum.
Zij leefde niet lang: reeds op 1 mei 1661 werd een nieuw huwelijk aangegaan met Tziaertie Fransen van Sexbierum en op 2 juli 1671 opnieuw met Elbring Jansen.
(Het is niet goed dat de mensch alleen zij!)
Eindelijk, oud en afgeleefd, verzocht hij in 1691, indien hij afstand deed, een jaarlijkspensioen te mogen genieten.
Hierop namen de stemgerechtigde landeigenaren het volgende besluit, dat we hier letterlijk uit het oude kerkboek overnemen:
In febr. 1694 was een Jan Fransen knecht bij de heer Kingma te Zweins.
(Kerkvoogdij-rekeningen Schingen) 15 Copia
3. Dat de schoolmeester, het alleen niet connende doen, dewijl de klock swaar is te luijden, een behulp tot sijn costen daartoe sal hebben te neemen.
4. Sal met alle vlijt en neerstigheijt de Institutie der kinderen doen, 's somers van St. Petri tot Michiel [29 sept.] 's morgens van 7 uijren tot 9 uijren, wijders van elven tot 2 uijren en van 3 uijren tot 5 uijren; en des winters van 8 tot 10 en van 12 tot 3 uijren.
5. Dat de Schoolmeester van ijder kindt int varndeljaers tot schoolpenningen sal genieten ses stvs., doch de gealimenteerde sullen pro Deo worden geleert.
6. Dat de schoolmeester sal hebben 't gebruick van voorsz. Dorps Schoolmr. huijsinge en Hovinge, alsmedehet profijt van de Duyven en duyvemist op de Kercke en Thoorn; doch 't halve schorstiengelt [een belasting] sal coomen tot sijn laste.
7. Dat dese nieuwe Schoolmeester voor eerst jaarlijx tot vast tractament van de Kerckvoghden sal genieten 100 car. gld. en voor 't bedienen van 't kosterschap en luijden der klocken mits stell vant uijerwerck 50 car. gl. Daarbij is hem belooft, wanneer door sijn goede diensten sulckx coomt te meriteren, dat dit sijn tractament met 50 car. gld. sal worden geaugmenteert naar 't overlijden van de olde schoolmeester Sipke Jans.
8. Ook sal de Schoolmeester in Dorpssaaken geholden weesen de gemeenteaansegginge te doen, bij huijscondinge end clockclippinge, als sij naer vereijs van saken bij malcanderen moeten comen en daervoor genieten jaerlijcs een paar nieuwe schoenen.
9. Soo de Kerck- en armevoghden genegen mochten wesen, hun Reeckeningen deur de Schoolmr. te laaten stellen en schrijven, sal daer voor genieten 14 car. gld., te weten van beijde reeckeningen.
10. Sal ook genieten op 't minst 12 stvs. van ijder paar, die haar Huwelycxe proclamatien comen aan te geven.
Alle welcke conditien bij voorm. nieuwe vercoren Schoolmr. danckelijck sijn geaccepteert en bij hem aangenomen sich in sijn dienst met alle vlijdt en neerstigheijt te sullen comporteren en voorsz. Instructe naer behooren achtervolgen en waarnemen, gelijck een goet, geschijckt en modest Schoolmr. betaamt en schuldigh is te doen.
Actum Sexbierum, onder de handt van Welgedachte Heere Grietman en mij Mathijs Idsinga, secretaris van opgemelden Deele, tot bevestinge deses op 't versoeck van de gemene Stemdragende Ingesetenen hier onder gestelt, desen 23en Februaris 1691, om int Kerckeboeck geregistreert te worden."
(w.g.) W. Schwartsenbergh M. Idsinga Collat. [gecollationeerd = nagezien] bij mij ondergeschreeven Kerckvooght des Dorps Sexbierum den 30 Martius 1691.
(w.g.) Eelco Harinx
Op 15 maart 1691 aanvaardde mr. Gerlof Fransen zijn ambt; hij was er dus ook koster en klokluider bij.
Op het voordelige salaris kon hij nu wel trouwen, wat hij dan ook deed op 10 mei 1691 alhier met Doetie Jansdr. van Zweins.
Met ingang van Lichtmis (febr.) 1693 besloten de ingezetenen de in art. 7 genoemde 50 c.g. aan mr. Gerlof Fransen toe te kennen, nu de oude mr. Sipke Jans overleden was.
(Deze had op Allerheiligen 1692 zijn pensioen nog ontvangen.)
Voortaan bedroeg mr. Gerlofs salaris dus 200 gulden: 150 gulden voor de a Kerkvoogdij-rekeningen. b Kerkvoogdij-rekeningen.
17schooldienst en 50 gulden voor het kosterschap.
Niet lang profiteerde hij ervan: twee weken voor Allerheiligen van 1694 vertrok hij met zijn vrouw naar Minnertsga. (Zie eerder.)
Hubert Clasen nam "zestehalve week 't voorsingen en costerschap" waar.
Op 9 nov. 1694 werd door de stemhebbende ingezetenen tot "schoolmeester, voorsinger en coster vercoren": mr. Johannis Anthonides, schooldienaar tot Oudega (Sm.).
Het traktement bedroeg 200 c.g.
Hij kreeg 12 c.g. 17 st. "ter saacke schipvracht nopens het vervoeren van sijn huisgeraaden van Oudega naar Sexbierum".
Hij was eerder schoolmeester te Pingjum geweest, noemde zich ook Johannes Anthonides Boekholt en was in 1683 aldaar getrouwd met Elisabeth Greydanus.
Zij was weduwe van de schoolmeester Gerrit Douwes te Achlum en was een dochter van professor Greijdanus te Franeker.
Op 31 mei 1696 werd hun zoon Gerrit gedoopt.
In 1699 werd mr. Johannes Antonides provisioneel tot dorprechter aangesteld, doch in 1702 reeds was Sijmon Nauta de vaste dorprechter.
Het dorprechterschap bleef dus van het schoolmeestersambt gescheiden.
De meester is reeds op 4 april 1703 overleden; Elisabeth ontving op 10 juni nog een" varndeljaerstractament van haar sal. man Anthonides, verschenen mei 1703, groot 50 car. gl.".
Op 14 sept. van hetzelfde jaar is ook zij gestorven.
In mei 1703 kwam de nieuwe meester: mr. Tierck Freerks, van Schalsum, met zijn huisvrouw IJtie Abes.
Op 13 sept. 1713 werd hier hun zoon Abe gedoopt.
In okt. 1711 tekent hij als mr. Tierk Freerks Swijnstra.
Hun zoon Tierck Tiercks Swijnstra was schoolmeester te Oosterbierum.
Mr. Tierck te Sexbierum ontving op 2 febr. 1713 (Lichtmis) nog traktement; in mei van hetzelfde jaar ontving IJdtje, zijn weduwe, het geld.
In mei 1713 was in functie getreden als schoolmeester en dorprechter: mr. Sicke Clasen, geboren omstreeks 1688.
Deze benoeming kon zo vlug in zijn werk gaan doordat mr. Sicke nu hij schoolmeester werd, liet hij zich eerst in juli 1713 aannemen tot lidmaat; toen zag hij om naar een geschikte huisvrouw, die hij op 1 sept. 1715 voor de preekstoel leidde: IJtie Pijters.
Op 29 nov. 1716 is hun zoon Pieter hier gedoopt.
In de eerste jaren bleef hij ook nog schoenmaken.
Maar mr. Sicke Clasen klonk zo plat voor een zo gewichtig personage in het dorpsleven: weldra zien we hem ondertekenen als mr. Sicco Nicolai.
Dat leek heel wat beter.
Daar hij de schoenen toch voor slijtersgeld had, werd het paar schoenen dat hem jaarlijks toekwam volgens art. 8 van zijn beroepsbrief (zie eerder) vervangen door 2 c.g., zodat hem voortaan 202 c.g. werd uitbetaald.
Een halve eeuw bekleedde hij hier trouw zijn post; op 6 aug. 1763 deed hij afstand.
We lezen dienaangaande in het oude kerkeboek: "Wij ondergeschr. Stemgerechtigde Ingezetenen van Sexbierum" etc. etc., "gehoord hebbende de Propositie [voorstel] van Mr. Sikke Clases, tegenwoordige schooldienaar aldaar, om aan hem jaarlijks een pensioen van 100 car. gld. uit te keeren uit de Kerkbeurse, uit aanmerking van zij 50-jarige dienst als schoolmeester aldaar.
Zoo is na deliberatie goedgevonden en geresolveerd met eenparige stemmen, behalve een enige [!] aan hem Mr. Sikke Clasen toe te staan een jaarlijks pensioen van 100 car. gld., zoo lang hij in leven bevonden sal worden te zijn, uit consideratie van zij 50-jarige diensten, ouderdom en verval van kragten, welke penningen in quartalen sullen worden betaald, 50 car. gld. uit de Kerkebeurs en sal de nieuwe te verkiesene Schoolmeester provisioneel worden belast met de uitkeering van de andere 50 car. gld., ter tijd en so lange mr. Sikke Clases in leven is.
Wijders verklare ik, Mr. Sikke Clases, de school- en kerkedienst bij desen vrijwillig af te staan en op te dragen aan de Stemgerechtigde Ingesetenen van Sexbierum, mogende dieshalven wel lijden, dat er een nieuwe schoolmr. en kerkedienaar werde geëligeerd, aannemende de huisinge c.a. bij sijn komst te ruimen.
En is wijders bij de Stemgerechtigde Ingesetenen geresolveerd de nieuwe Schoolmr. niet anders te beroepen als met de voors. beswaringe.
In kennis der waarheit is deze door de comparanten beneffens de mederegter Jelle Gerrijts Orsma en de gesworen clercq B. Tuininga vertekend in de kerk van Sexbierum, den 6 Augustus 1763."
De oude meester nam tot Allerheiligen 1763 de school waar, toen de nieuwe schoolmeester en dorprechter kwam: mr. Hermanus Broos, geboren te Kloosterboer (Gron.) op 12 sept. 1739.
Hij trouwde te Sexbierum op 22 nov. 1763 met Helena Maria Seerps, die met attestatie van Leeuwarden kwam, doch van Minnertsga afkomstig was.
Ontving hij de eerste jaren 4 maal 37 c.g. 10 st.; na maart 1766, toen de oude meester Sikke gestorven was, werd dit 4 maal 50 c.g. 10 st. of 202 c.g. (de 2 gulden natuurlijk weer vanwege de schoenen).
Omstreeks 1765 kwam er een (nieuw?) orgel in de kerk, zodat mr. Hermanus ook organist werd.
Uit deze jaren 1765-1768 dateert ook de prachtige preekstoel en ander snijwerk in de kerk, vervaardigd door de Harlinger "beeltsnijder" Johannes George Hempel.
Hermanus Broos ontving op 24 sept. 1775 219-6-8 als een douceur voor het waarnemen van het orgel en "spelen in den godsdienst" van mei 1767 tot mei 1775.
Het traktement bleef echter in het vervolg weer 202 c.g.
Mr. Broos maakte hier de veranderingen van de Franse tijd mee, ook op onderwijsgebied, welke een vervolg waren van de Schoolwetten uit het begin van de 19e eeuw.
Een rang heeft hij evenwel niet meer gehaald.
Nadat hij op 21 aug. 1816 zijn vrouw verloren had (ze werd 84 jaar), vroeg de 78-jarige meester in het begin van 1817 eervol ontslag.
Hij had de school toen 53 ½ jaar bediend.
Hier waren dus twee meesters in een eeuw tijds!
De meester werd weer een pensioen toegezegd.
Hij overleed op 12 okt. 1824 te Sexbierum.
Zijn opvolger werd zijn kleinzoon Ebbing Olpherts Kiestra, die we hier reeds in 1807 ontmoeten als adjunct van zijn grijze grootvader, Hij was in 1789 te Oosterlittens geboren als zoon van mr. Olphert E. Kiestra te Oosterlittens en Anna Hermanus Broos.
In 1808 had hij de 3e rang verworven; de tweede heeft hij niet gehad. In 1817 werd hij te Sexbierum eerst provisioneel aangesteld; op 8 sept. 1817 kreeg hij een vaste aanstelling.
De school telde toen 75 leerlingen; het traktement bedroeg ƒ 250, plus de schoolgelden en een vrije woning.
Ook was hij ontvanger van het gemaal (ƒ 100 per jaar).
Hij is niet oud geworden; hij stierf reeds op 14 jan. 1826, oud 36 jaar, nalatende als weduwe Jetske Johannes Gerkema.
Zijn ouders leefden toen ook nog.
Zijn jongste broer, Sjoerd Olpherts Kiestra, was ondermeester te Berlikum.
(Een andere broer Hermannus was schoolmeester te Wier.)
Sjoerd werd nu te Sexbierum beroepen en nam eerst nog provisioneel voor de weduwe (zijn schoonzuster) de school waar, doch ontving reeds op 11 juli 1826 zijn vaste aanstelling.
Hij was in 1801 te Oosterlittens geboren; haalde op 17 april 1822 de 4e en op 16 okt. van hetzelfde jaar de 3e rang.
Op 15 juli 1826 is hij te 29 febr. 1848. Menaldumadeel getrouwd met Geertje H. Dijkstra.
In 1829 werd de oude dorpsschool verlaten en werd in de buurt een nieuwe school gebouwd.
Er waren toen gemiddeld 90 leerlingen.
In 1845 bezat hij de 2e rang; toen gingen hier op school van 105 ('s zomers) tot 130 leerlingen ('s winters) en was Jan Hemsen hier ondermeester.
In 1862 werd hier een nieuwe school gebouwd.
Mr. Sjoerd Kiestra heeft tot zijn dood op 13 nov. 1862 de school bediend.
Ook te Sexbierum zien we dus bijna een eeuw (99 jaar) leden uit één familie aan het hoofd der school: grootvader Broos met zijn twee kleinzoons Kiestra.
Op 18 mei 1863 kwam Wijtze van der Meer, hulponderwijzer te Leeuwarden.
Hij ging in1907 met pensioen.
Hij was geboren te Leeuwarden op 21 maart 1831 en is te Sexbierum overleden op 13 jan. 1918.
Op 1 jan. 1908 kwam Heert Dokter van de opgeheven school van Pietersbierum.
In 1929 werd weer een nieuwe school gebouwd en geopend op 2 okt. Meester Dokter ging op 16 aug. 1930 met pensioen.
Hij is te Leeuwarden op 87-jarige leeftijd overleden op 2 okt. 1952.
Toen werd zijn zoon Daniël Dokter, hoofd van de school in de Westhoek onder St. Jacobiparochie, werd in zijn plaats benoemd en trad op 16 aug. 1930 in functie.
Hij was geboren te Pietersbierum in 1898.
Hij overleed op 41-jarige leeftijd op 1 okt. 1939 in het ziekenhuis te Leeuwarden.
Op 30 nov. 1939 werd tot hoofd van de school te Sexbierum benoemd: E. Douma, onderwijzer te Amsterdam.
In de herfst van 1946 werd hij hoofd van school-B te Franeker.
Hij werd toen opgevolgd door U. Zondervan, onderwijzer te Huizum.
In 1950 werd hij onderwijzer aan de VGLO te Baarn.
In 1950 kwam Y. Schilstra uit Weteringen, die eind 1953 naar Nij Beets vertrok.
In 1954 kwam zijn opvolger: L. Rinzema, onderwijzer te Stiens.
Bijzonder onderwijs.
Op 15 juni 1863 werd te Sexbierum een christelijke (ned. herv.) school geopend.
De bouw van deze school werd in juni 1863 aanbesteed.
In dat jaar werd J.C. de Puy aangesteld als hoofd.
In 1891 vertrok hij naar Oosthem.
Hij werd toen opgevolgd door J. de Ridder uit Oldemarkt, die in 1907 vertrok.
Sedert 1 jan. 1908 was C. Grunstra hoofd van deze school.
Op 1 mei 1938 kreeg hij eervol ontslag en werd toen opgevolgd door Jac. de Bruin uit Spannum.
Hij was een zoon van H. de Bruin te Tzum.
Op 4 juni 1930 werd een nieuwe school in gebruik genomen.
In 1901 is te Sexbierum een tweede bijzondere school gesticht; deze gereformeerde school kon begin 1902 worden geopend.
Van 1901 tot 1933 was Sierk Goïnga hoofd van deze school; hij was daarvoor onderwijzer bij Van Munster te Leeuwarden.
Op 13 april 1931 werd een nieuwe school in gebruik genomen.
Sierk Goïnga is op 74-jarige leeftijd te Leeuwarden overleden op 21 maart 1943.
In 1933 werd N.H. Wildeboer uit Hemrik benoemd als zijn opvolger.
In 1953 was hij hier nog als hoofd van deze school.
Fryske Akademie.