Een van de vroegere hervormde predikanten was Ds. Pot hier met zijn vrouw op de foto.
Veel van de Oosterbierumers van 60 jaar en ouder zullen zich hem nog herinneren.Het was een man vangrote invloed.
Hij is na een arbeid van 16 jaar 1891-1907 te Oosterbierum begraven.
Zijn graf is vlakbij dat van zijn opvolger Ds. G. Cazemier, die van 1908-1925 te Oosterbierum stond, die ook logt temidden “zijns volks”, waarop hij een stempel heeft gedrukt.
Ds.Cazemier had als opvolgers: Ds.Vermet, Ds. Oosterzee, en Ds. Vermeer.
In 1949 kwam Ds.Loor.
Het zou allemaal veel te uitgebreid worden om van ieder iets te vertellen.

SEDERT DE HERVORMING PREDIKANTEN TE OOSTERBIERUM.
Fredericns de predikant van Barradeel, zie op Winaldum.
159 . Sibrandus Yomeîius, beroepen van Pietersbierum in 1591 of 't begin van 1592, was hier reeds den 2 Junij 1592 en toen lid der Synode te Leeuwarden; op de Synode te Franeker in 1595 was hij Scriba, zie klassis Franeker, bl. 78.
De Synodale acten van 1605 melden van zijnen ouderdom en oenen zekeren brief van hem , zoodat aan hem voorgesteld zoude worden om van zijnen dienst afstand te doen , mits hij met eenig onderhoud voorzien werd; tevens werden bij missive van Gedeputeerde Staten den 26 Julij 1605 de vader en zoon, Meinh. Sibr. V. te Schalsum, ernstig aangeschreven, wegens hunne kwade bejegening den gecommitteerde der Synode aangedaan, — en de klassis van Franeker tevens — hem bij provisie in geene klass. vergadering toe te laten.
Of hij nu wegens ouderdom emeritus geworden is of nolens volens zijnen dienst heeft nedergelegd , is niet zeker.
Hij leefde nog in 1614 en woonde toen te Franeker.
Franeker, til. 79. Volg. van der Aa, in vc. Oosterbierum , overleden in 1614.
Catalogus van liet Friesch Genootschap, bl. '235. 160 . Olferd Hendriks Belida, laatst te Finkum was, volgens een Hofsententie van den 15 Julij 1613, hier misschien al vóór of na 1609, toen Tjummarum vacant was en door hem bediend is geworden.
Zijn zoon Hendrik was burgemeester te Harlingen, wiens dochter Emmetje, de moeder is geweest van Ds. H. Sibersma.
Dat hij dezelfde is die te Ferwerd en Finkum gestaan heeft, geloven wij.
Hij is hier overleden en in de kerk begraven , gelijk ook zijne vrouw volgens de grafsteenen, zooals H. Sibersma, predikant te Amsterdam in zijn jubilé op bl. 18, te Amsterdam gedrukt in 1722, vermeldt, doch genoemde grafsteenen zijn niet meer te vinden volgens bericht van Ds. Florison.
Zie voorts over hem Greidanus, klassis Franeker bl. 79, en Syn. Acten 1592, 1595 en 1609.
Bernardus Hessels, bij de kl. Franeker den 11 September 1620 tot den kerkedienst toegelaten, noemt zich in de onderteekening der formulieren predikant hier ; hij stond reeds te Firdgum in 1625.
1627. Wibrandus Hectoris Hofman, beroepen van Oudwoude, bij de kl. gedimitteerd den 2 April 1627, overleed tusschen den 24 en 28 Februarij 1665. 1666.
Lanibertus Post, kandidaat geworden den 1 Augustus 1659 bij de kl. van Franeker, geapprobeerd den 31 Mei , overleed in November van hetzelfde jaar.
Hij was getrouwd met Geeske, dochter van H. J. Walkes te Franeker, dus een zwager van Balthasar Bekker, en liet een kind na , dat naderhand gealimenteerd is.
1667. Beriicus (Bienk) Antonides, kandidaat geworden den 15 September 1656 bij de kl. Franeker, hier beroepen en geapprobeerd den 14 November , is emeritus verklaard den 6 Augustus 1694, bij het Collegie den 18 Mei 1694.
1694. Gerardus Heins, geboren te Harlingen, kan- M Steensma, 2, A. A. Fr., daar Heinsius geschreven.
didaat, geapprobeerd den 3 September, overleed den 22 April 1736 en is in het koor der kerk begraven.
1737. Augustus *) Augustinus 3) Matthias Mebius, :i) geboren te Bernburg , broeder van Theod. Ern. te Haskerdijken, kandidaat geworden den 3 Aug. 1733 bij kl.
Franeker , geapprobeerd den 1 Julij, deed, verroepen naar Heerenvecn, zijn afscheidsrede den 3 November 1737.
1737. Cornelius Gonggrijp > beroepen van Akkrum, deed zijn intreerede den 1 December; emeritus geworden, deed hij zijn afscheidsrede den 3 Augustus 1777, overleed te Franeker reeds den 10 Augustus, oud 73 jaren, en is in de kerk hier begraven, volgens grafsteen.
1778. Philippus Joha, geboren te Britswerd, Ant. zoon, Theod. broeder te Wijnaldum, is als kandidaat bevestigd den 4 October; hij wijdde het nieuwe orgel in met Efes. 5 : 19, den 14 September 1813, overleed den 16 November 1819 , oud bijna 68 jaren, en is in de kerk begraven.
1821. Rutger Rodenburg Mentz, geboren te Leeuwarden , deed, als kandidaat bevestigd, zijn intreerede den 7 Januarij , en verroepen naar Burgwerd c. a. , zijn afscheidsrede den 21 Maart 1824.
1824. Lodewijk Lolcama, beroepen van Tjerkgaast, deed zijn intreerede den 15 Augustus; verroepen naar Deersum , deed hij zijn afscheidsrede den 22 Maart 1829. 1829. Petrus Conradi Florison, Joh. Wibr. zoon, Joh. Jac. broeder, beroepen van Oosterbierum, deed zijn intreerede 12 Julij.
Er ontbreken in het Hels. : F. W. Zimmerman Wz. 2 April—3 Junij 1848. J. G. Zimmerman 1848—56. W. v. d. Bijtel 1857—60. J. Westrik 1860—63. K. F. Crcutzberg 1864—66. IJ. Radersma 1867—68. H. v. Broekhuizen 1875—82. J. Doorcnbos 1882.
Bron : Wumkes.