foto: Leen Bok

Pastoors en predikanten Oosterbierum kende in de Middeleeuwen verschillende belangrijke geestelijke heren.
Zo was er in 1354 een zekere Septimus, pastoor te Oosterbierum.
Hij onderhandelde met de abt van Staveren en wist zo een vrede tussen deze stad en overig Friesland tot stand te brengen.
Behalve de pastoor voor de dorpsparochie was er nog een vicaris en een prebendaris.
Wanneer de nabijheid van klooster Lidlum in aanmerking genomen wordt, kan gesteld worden dat de Oosterbierumers in de Middeleeuwen geen gebrek hadden aan geestelijke bijstand.
In 1580 kwam de kerkelijke ommekeer en ook de kerk van Oosterbierum werd voortaan gebruikt voor de protestantse eredienst.
Een dominee was niet gemakkelijk te verkrijgen, want er was in 1582 nog maar één beschikbaar, en dat voor geheel Barradeel!
Oosterbierums eerste eigen predikant was Sybrandus Vomelius, die tot 1606 de gemeente diende.
Hij stond eerder te Pietersbierum.
Over hem wordt geschreven dat hij - toen h! ouder werd - niet met emeritaat wilde gaan, hoewel hem dat herhaaldelijk was verzocht.
Het meningsverschil tussen deze predikant, zijn zoon (eveneens predikant) en de andere predikanten liep zo hoog op dat ds. Vomelius de toegang tot de Classis- vergadering werd ontzegd.
Waarschijnlijk was het goed vertoeven in Oosterbierum, destijds een rijke kerkelijke gemeente met vele pastorielanden.
In de achttiende eeuw raakten verschillende predikanten die van de pastorielanden moesten leven door de veepest en andere rampen in moeilijkheden.
Daarom zijn in veel dorpen de pastorielanden door de Staten van Friesland overgenomen, waarvoor de Staten dan een vast traktement voor de predikant garandeerden, meestal rond de f 500,-.
Het gebeurde echter ook wel dat de kerkvoogdij de pastorielanden overnam en dan het traktement garandeerde.
Dat laatste vond in Oosterbierum plaats.