Hendrik Oberman: een kwarteeuw inzet voor de Gereformeerde kerk van Tzummarum (1903-1927)

Ten slotte, als beeldbepalende figuren uit deze tijd, de omschrijving van Hendrik Oberman en Johannes Blesma, zoals Sijbe D. Sijbesma die geeft in 1940: ,,In 1927 leed onze kerk een gevoelig verlies, door"het vertrek van broeder Oberman naar Groningen.
25 jaar is hij in ons midden geweest. R
Reeds spoedig trad hij op den voorgrond.
Hij was een vraagbaak voor velen en nimmer was hem iets te veel.
Hij was de man van het woord - o zeker - maar niet minder van de daad.
Moeilijkheden waren er voor hem alleen om die te overwinnen.
Jarenlang, alleen met verplichte tusschenpozen, heeft hij de Kerk als ouderling gediend en vooral in zijn laatste ambtsperiode 1923-1926 heeft hij zeer veel arbeid verricht.
De gehele administratie voor Kerkbouw had hij onder zijn berusting en het zal hem voldoening hebben gegeven, deze arbeid tot zulk een goed einde te brengen.
Naast velerlei, dat door zijn initiatief en werkkracht in de plaats onzer inwoning, blijvend aan zijn persoon herinnert, zal ook, zolang dit bedehuis, zal zijn gewijd tot den dienst onzes Gods, zijn naam daaraan steeds verbonden blijven.
Nog rest ons te noemen het droevig verlies door het overlijden van broeder J. Blesma in october 1936.
Reeds 3 jaar, nadat onze kerk tot openbaring kwam, werd hij tot diaken gekozen en sindsdien heeft hii tot aan het jaar van zijn dood, behalve door korte tusschenperioden van verplichte aftreding, onze kerk in het ambt van ouderling gediend.
Broeder Blesma was een Petrusfiguur.
Rotsvast was z’n geloof, krachtig, forsch in z’n optreden.
Hij was een geboren leider.
Vooral tijdens vacatures kwam hij naar voren.
Dan kon de kerkeraad z'n vaste leiding niet missen en werd alleen voor hem de verplichte aftreding op nonaktief gesteld.
Hij was een man van gezag en zijn woord had grooten invloed.
Zoo was hij in z'n leven zoo ook in z'n sterven.
Z’n sterfbed- getuigenis was: ,,wij weten, zoo ons huis dezes tabernakel wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, eeuwig in de hemelen."
Zoo is hij gestorven, ten volle bereid.
Groot was de droefheid in heel de gemeente en groot de belangstelling bij zijn begrafenis.
Hij was het die de eerste steen aan dit kerkgebouw gelegd heeft, hij was ook de eerste,wiens stoffelijk overschot vanuit dit kerkgebouw werd uitgedragen naar zijn laatste rustplaats".