Jan Schelhaas Hzn.
Geboren in 1899.
Getrouwd met Aaltje Slingenberg.
Stond in Tzummarum van 27 Juni 1926
(kandidaat in Hoogeveen) tot 15 augustus 1948
(naar Nieuwendam).
Overledenin1974.

In mijn herinnering aan de periode 1935-1948 zie ik de kerk van Tzummarum altijd als het centrum van zowel het kerkelijke als het sociale en culturele leven.
Enkele voorbeelden ter illustratie:
1. Zendingsavonden met lichtbeelden (lantaarnplaatjes), die gewoon op de witte kerkmuur geprojecteerd werden.
2. Feestelijke jaarvergaderingen van de knapen-, jongelings- en meisjesverenigingen, waarbij er rustig een podium van planken over een deel van de kerkbanken werd gemaakt, voor de opvoering van tableaus e.d. van Bijbelse verhalen.
3. De jaarlijkse uitvoering van de muziekvereniging 'De Bazuin', waarbij het muziekkorps met de grote blaasinstrumenten in het midden van de kerk zat,voor de vroegere preekstoel.
4. Declamatie-avonden, optredens van speciale gezelschappen (humoristisch en folklore)
5. Regionale vergaderingen of feestelijke bijeenkomsten van jongelings- en meísjesverenigingen.
In de tijd trok men gescheiden op.
6. Het afscheid van meester van der Veen, hoofd van de school met de Bijbel, waarbij we stukjes opvoerden, op of onder de preekstoel.
7. Bruiloften, als de consistorie annex de kerkeraadskamer niet genoeg ruimte boden.
8. Begrafenissen, meestal vanuit de consistorie, waarbij één opvallend gebruik me altijd bijgebleven is.
De predikant liep vlak achter de baar alleen, de z. g. voorstap, dan volgden eerst de mannen, meestal twee aan twee.
Vervolgens de vrouw van de predikant, ook alleen .
Deze fungeerde als voorstap voor de vrouwen, die ook twee aan twee volgden.
Er is inderdaad veel veranderd in de laatste vijftig jaar!
De 'Beroepsbrief , van mijn vader, opgesteld 16 november 1925, is in onze ogen nu een curiositeit.
Het meest opmerkelijke zal ik even aanhalen: ,,De Kerkeraad der Gereformeerde Kerk te Tzummarum, heden wettig bijeengekomen ter zake van de beroeping van eenen Herder en Leraar, gezien de medewerking van de daarvoor gehouden manslidmatenvergadering, heeft goedgevonden te beroepen, gelijk hij beroept bij dezen tot Herder en Leeraar dezer gemeente. . ." enz.
En verderop: ,,het onderwijzen van de Bijbelsche en Kerkelijke geschiedenis en van de Geloofsleer van den Gereformeerden Godsdienst in catechisatiën, gedurende het gansche jaar wekelijks te houden..."
Jaarlijks werden 's winters de huisbezoeken door dominee en ouderlíng, vanaf de kansel bekend gemaakt, als volgt: '(voorbeeld) 3 uur: fam. Sijbesma, 4 uur: fam. Harkema.
Er was nog geen telefoon en ieder zorgde dat hij op het afgekondigde uur thuis was om dominee en de ouderling te ontvangen!
In een interview met mijn vader n.a.v. zijn 40-jarig ambtsjubileum, kwam ik het volgende tegen over de oorlogsjaren: ,,In de oorlog kon men de kerk in Tzummarum niet verwarmen en,toen heeft de kerkeraad tegen de gemeente gezegd: als u de kou trotseert, dan beloven wij u, dat U dat niet langer dan een uur hoeft te doen.
" Daar heeft mijn vader kort preken van geleerd!
Wat ik mij ook nog herinner uit de bezettingsjaren, is dat de Gereformeerde Kerk van Tzummarum volop aan het verzet meedeed.
Iedere zondag werd er voor de Koningin, Haar Huis en de regering in ballingschap gebeden.
Daardoor was het ook mogelijk dat er in ons catechisatie-groepje een jodinnetje zat (zogenaamd een evacué uit honger end Rotterdam), waar wij pas na de oorlog van hoorden!
Terugdenkend zie ik een hechte gemeenschap, die elkaar en anderen hielp.
Misschien is dat ook één van de redenen, dat de vrijmaking in Tzummarum niet heeft toegeslagen gelukkig en er geen scheuring heeft plaatsgevonden.
Ik herinner me nog wel de grote trek na de oorlog van veel grote gezinnen uit onze kerk naar Canada en Amerika.
Doorlopend moesten we afscheid nemen van vriendjes en vriendinnetjes.

P. J. Parlevliet- Schelhaas ( NeIIy)
Katwijk aan Zee.