Teije Travaille uit Tzummarum (83) zeventig jaar organist
‘Spelen ter ere van God’

Tzummarum - Teije Travaille (83) uit Tzummarum is een bescheiden mens.
Zelfs nu hij liefst zeven decennia organist is, hoeft het wat hem betreft ,,echt niet’’ in de krant.
,,Als je vóór zo’n lange periode staat, lijkt het heel lang.
Als je terugkijkt, is het echt zomaar voorbijgevlogen’’, grapt hij. Zondag wordt de jubilaris in het zonnetje gezet.

LODEWIJK BORN
Teije Travaille begon op dertienjarige leeftijd met de begeleiding van de samenzang in de diensten van de Hervormde Evangelisatie ‘Het Mosterdzaadje’ in Tzummarum; in het lokaaltje waar tegenwoordig christelijke muziekvereniging De Bazuin oefent.
,,Mijn leermeester was Bindert Posthuma.
Op een dag kwam hij bij me met de vraag of ik een koraal wilde spelen in de middagdienst.
‘Zo moeilijk was dat niet’, zei hij.’’
Hij werd dus ‘voor de leeuwen gegooid’, maar Travaille vond het spelen prachtig.
Wat was de reden dat Posthuma juist hém vroeg? ,,Ik denk omdat de moeder van Posthuma ziek was.
Dan kon hij zelf op zondagmiddag haar bezoeken in het ziekenhuis.
Zo werd de verdeling: hij ‘s ochtends en ik ‘s middags.’’
Muzikaal was Travaille zeker.
,,Wat me zo aanspreekt in het organist zijn, is dat je de gemeente meeneemt in de dienst tijdens het spelen van de gezangen en psalmen.
Ik heb zelf ook altijd graag gezongen bij het orgel.
Het mooie ritmische zingen trekt me.’’
Eind jaren zestig ging Travaille over naar de ‘Grutte Tsjerke’ en werd daar bespeler op het Van Dam-orgel.
Altijd heeft hij de voorkeur gehouden voor het spelen in de middagdiensten, mede omdat hij op zondag ook vaak moest melken.
,,We hadden een gemengd bedrijf.
Zoals er hier rond Tzummarum een heleboel gerniers waren.
Het was dan ‘s ochtends eerst melken, snel naar de kerk en dan wéér melken.
Ik wilde voorkomen dat mijn hele dag bezet was, daarom liet ik de zondagochtend het liefst aan iemand anders over.’’

Preekstoel
De Tzummarumer maakte ook de periode nog mee dat het orgel boven de preekstoel hing.
,,Veel oogcontact met de dominee had je dan niet.
Hij kon wel vertrokken zijn zonder dat je het merkte’’, grapt hij.
Later werd het orgel verplaatst naar de overzijde en was er meer contact mogelijk.
Doordat hij al zolang ‘in het vak’ zit, heeft Travaille ook de ontwikkeling van de liturgie meegemaakt in de Hervormde Kerk.
Het zingen op hele en halve noten en de introductie van diverse nieuwe liedbundels.
Hoogtepunt is voor hem geweest de komst van het Liedboek voor de Kerken .
De gemeenteleden moesten natuurlijk al die nieuwe gezangen en psalmen leren.
In Tzummarum gebeurde dat onder meer doordat Travaille en ds Altena de liederen voorzongen.
,,Dan stonden we daar samen voor in de kerk.
Een prachtig tijd, want Altena was ook zeer muzikaal ingesteld.’’
Voor Travaille is de invoering van die liedbundel een enorme stimulans geweest voor het gemeenteleven.
,,In de psalmen en gezangen zit zó veel. Ik geniet van die liederen.
’’ Hij heeft er meer mee dan met bijvoorbeeld de liederen van Johannes de Heer, durft hij wel te zeggen.
,,Ik heb er niks op tegen en speel ze ook graag op verzoek, maar het Liedboek blijft mijn favoriet.
Die passen veel meer bij me, zijn meer mijn stijl.
Anders kan ik het niet uitleggen.’’
Naast de wekelijkse gemeentezang begeleidde hij als organist ook veel rouw- en trouwdiensten.
,,Je moet je in je spelen aanpassen aan wat in de dienst naar voren komt.
Bij een trouwdienst weet je dat beter dan met een rouwdienst.
Bij trouwen is er de vreugde.
Wat me altijd goed hielp, was de tekst van de preek bij een rouwdienst.
Dan wist je ongeveer al wat voor sfeer en versjes daar bij zouden horen.’’

‘Nij Bethanië’
Momenteel, ook al weer zo’n twintig jaar, begeleidt hij wekelijks de samenzang tijdens de kerkdiensten in het plaatselijke zorgcentrum ‘Nij Bethanië’.
Hij valt nog in in de grote kerkelijke Samen-op-Weggemeente wanneer de vaste organist ziek of verhinderd is.
,,Het spelen op zondag hoort er voor mij nog echt bij.
Ik zou ook niet weten wat ik anders moet.
Al zal zo’n gat, als het er ooit komt, ook wel weer opgevuld worden.’’
Veel gestudeerd heeft hij niet in het orgelspel.
,,Twee jaar praktijkles, om de twee weken.
Plus twee jaar theorieles.
Toen mijn vader overleed, moest ik meehelpen in het bedrijf.
Brood op de plank, daar ging het om.
Het was in de jaren dertig, de crisisjaren.
Mensen weten tegenwoordig niet meer hoe erg dat toen was.
Je móest werken, anders ging je dood.’’
Is een 70-jarig organistenjubileum niet een mooie gelegenheid om toch maar eens te stoppen? Travaille heeft er zelf ook heel even over nagedacht, maar is er stellig over: het orgelspelen zit hem in het bloed en ‘voorlopig’ zal hij dan ook nog niet stoppen.
,,Zolang ik er nog plezier in heb én het kan, blijf ik spelen.
Waar je ook mee zit, is dat er weinig aanwas is van jeugd.
Ik ben 83 jaar, maar ik speel nog altijd met genoegen.
Ook omdat het uiteindelijk niet voor mezelf is, maar voor God. Ik speel om Zijn naam groot te maken.’’
Naast zijn organistschap is Travaille een zeer betrokken gemeentelid.
Hij is zelfs nog diaken op deze hoge leeftijd.
,,Op de achtergrond weliswaar, want ik ga de gemeente niet meer in, hoor’’, vertelt hij glimlachend.
Diverse kerkelijke functies heeft hij bekleed.
,,Mijn credo is dat je iets voor de gemeenschap - zowel binnen als buiten de kerk - moet doen.
Als je daartoe in staat bent, moet je het niet nalaten.’’
In een gezamenlijke dienst, van de ‘gewone’ gemeente en die van het zorgcentrum, in recreatiezaal Nij Bethanië wordt Travaille zondagochtend in het zonnetje gezet door de Samen-op-Weggemeente Tzummarum-Firdgum.
Vanaf 9.30 uur is er koffiedrinken, 10.00 uur begint de feestelijk jubileumdienst

Bron Friesch Dagblad zaterdag, 11 oktober 2003.