De jonge dochtersvereniging

Staand van links naar rechts: Grietje Buren, Neeltje Osinga. Berber Osinga, Geiske Dijkstra, Geertje Wielinga, Richtje Terpstra en Elisabeth Andringa.
Zittend van links naar rechts: Trijntje de Vries, Doutje Haima, Janke Dijkstra, Tetje Post en Berber Post.

Het jaarverslag over 1947 van de evangelisatievereniging vermeldt na het jubileum van de knapenvereniging ook nog het volgende:

En nog geen week later (dus na 27 februari) was weer ons Evangelisatiegebouw versierd en vierden wij met onze meisjesvereniging haar 50 jarig jubileum, ook hierbij ontbrak het niet aan belangstelling, daar verschillende spreeksters en sprekers de jubilerende vereniging Gods besten Zegen toewensten.

Het was dus in die 50 jaar in ieder geval gekomen tot een naamswijziging, namelijk van 'jonge dochtersvereniging' naar 'meisjesvereniging'.
Het aantal leden bedroeg in de dertiger-jaren ongeveer 12 en liep rond 1940 op tot ± 20.
In 1944 wordt Klaske de Haan als presidente van deze vereniging genoemd.

De jonge dochtersvereniging volgt dan in 1949 het voorbeeld van de jongelingsvereniging en staakt ook haar vergaderingen.
Niet omdat zij te weinig leden heeft, maarom voortaan samen met de jongelingsvereniging één vereniging te vormen: de M.V. en J.V., die één keer in de veertien dagen vergadert.
Niet iedereen is overigens gelukkig met deze gang van zaken, want in het volgende jaarverslag schrijft de secretaris.
... doch de J.V. en M.V. vergaderen nog steeds te samen.
Bestaat hier geen mogelijkheid om terug te keeren tot de oude toestand?
Is het niet beter, daar er zijn van de jongeren die wel apart wenschen lid te worden doch thans niet meedoen, en tevens is het geen idiale toestand, of is soms de gemakzucht de oorzaak?

Weer een jaar later klaagt hij nog steeds over deze toestand, maar daarna hoort men hieroverniets meer.