SEDERT DE HERVORMING PREDIKANTEN TE WIJNALDUM.
Ctijsbertus Winaldus moest in 1567 vlugten.
1582. Fredericus, de predikant van Baarderadeel,
is ongetwijfeld dezelfde, die in 1574 stond te Venhuizen,
in 1579 naar Midlie en Quadijk ging, en in 1580 ten
dienste van Friesland werd ingeëischt, x) en zal in het
laatst van 1580 reeds voor Baarderadeel gebruikt, zijn;
hij werd den 19 Mei 1582 predikant van Dantumadeel;
en is hij dezelfde als Freder. Isbrandi, dan is hij naderhand
te Menaldum geweest, 2) bediende in het genoemde
jaar deze gemeente en ging daarop naar Dantumadeel den
19 Mei 1582.
1585. Sibren Gterrits of Sibren Vomelius te Pietersbierum
heeft in 1585 ook deze gemeente bediend , zonder
dat het juist een eigenlijke combinatie was.
Henricus . . . . diende hier alleen volgens het kerkeboek
van deze plaats tusschen den reeds genoemden en volgenden
, doch het is onzeker of hij toen en hoe lang 'hij hier
was ; of hij dezelfde is, die op Tjum voorkomt, durven
wij, bij gebrek aan bescheiden, niet bepalen.
1603. 1ST. Johamies Overney werd denkelijk hier beroepen
van Stavoren in 1602, stond hier ten minste volgens
een der kerkboeken in 1603; datzelfde boek vermeldt,
ook dat hij hier geweest is in 1608, doch ten
onrechte, (zie slechts op zijne opvolgers); eerder geloof
ik, dat hij van hier vertrokken is naar Haskcrdijken in 1605.
160 . Paiilus Johaimis, geboren te Sneek , zoon van
Joh. Roukcs , broeder van Daniel te Berguin etc. en Rochus
te Blija.
In de Synodale acten van 1607 wordt van een
verschil tusschen den kerkeraad van Harlingen en P. J.,
benevens Hossel Alberti, zekerlijk Reen te Midlurn staande,
gemeld.
Hij werd in ditzelfde jaar wellicht verroepen
naar Gaast, waar hij clan reecis den 1 Mei was.
1607. Jacobus Eernardis Schotanus, Henricus en Gellius
broeder, is beroepen van Roordalmizum, en overleden
den 3 Februari] 1617, oud 70 jaren, volgens grafschrift.
1617. Griialtherus Johamies à Steenkist.
In 1615
was een Gualtherus Hansonis van Steenkist (zoo schreef
hij zelf) Th. St. te Franeker.
Hij is als kandidaat bevestigd
den 31 Augustus, nadat het dispuut over de leer van
Vibr. Hectoris te Oudwoude was afgeloopen, en overleden den
1 Maart 1627, oud 36 jaar, volgens grafschrift.
1628. Sibrandus Menaldum, dus genoemd omdat Menaldum
wellicht zijne geboorteplaats was, als kandidaat
hier beroepen, werd hoogleeraar in de godgeleerdheid te
Franeker den 12 Januarij 1633 , en overleed aldaar in jeugdigen
leeftijd den 29 Junij 1633, liggende in het Oostereinde
van de kerk te Franeker begraven.
Den 9 Augustus werd Bogerman tot zijn opvolger
benoemd.
1633. Focco Gerardi (Geri'its), als kandidaat bevestigd
den 8 April, en vertrokken naar Wommels, deed daar zijne
intreerede den 25 Februari] 163(5.
1636. Albertus Hessels Reen, Hessels Albertus zoon
te Midlum , was als kandidaat in liet voorjaar hier; door eeno
partij te IJlst beroepen in 1644, vertrok hij derwaarts
zonder approbatie en dimissie, doch deze beroeping werd
van de Synode in 1646 voor nietig verklaard.
Zoo is
hij te Warns in dienst gekomen in 1646. Zie op IJlst.
1645. Yilthetus Henrici Faber , kandidaat, werd vroeger
te Stiens en Dongjum beroepen, doch deze keuzen liepen
te niet; ook hier was een Pibo Johannes te gelijk met hem op
den 27 Januarij beroepen, en daar men den tijd van appèl door
zich bij eenen inconipetentcn rechter, de deput. ordinis.
en niet de deputaten Synodi, te vervoegen, liet voorbijgaan ,
werd hij bevestigd in liet laatst van Maart; — verroepen
naar Minnertsga en gedimitteerd den 5 Jan. 1655, vertrok
hij 22 Februari]'.
1655. Wilhelmus Suffridi (Sjoerds) Fabritius, kandidaat
, is hier bevestigd en beroepen den 4 Maart, en overleden
den 9 Maart 1679, in het 55ste jaar zijns ouderdoms.
1680. Michaël Wilhelmi, kandidaat, is beroepen en bevestigd
den 22 Februarij, verroepen naar Tjummarrum,
en gedimitteerd den 29 Januarij 1685.
1685. Simon Attania, geboren te? Conradi zoon
te Gerkenklooster , kandidaat, is beroepen den 15 Maart,
en overleden den 31 Maart 1710.
1711. Justus Ludüiga, geboren te Hiaure, Abbas
zoon, kandidaat, is beroepen den 17 Mei, en overleden
den 28 Januarij 1761 , oud in het 84ste jaar.
1761. Lolke Westra, geboren te Harlingen, zoon van
Jarig, burgemeester aldaar, kandidaat, deed zijn intreerede
den 11 Mei; door een toeval in de spraak belemmerd
is hij emeritus geworden in November 1773 en overleden
te Dronrijp den 8 Maart 1778, oud 42 jaren on
5 maanden.
1773. Thomas Joha, geboren te Britswerd den 24
Oetober 1750, Ant. zoon, Phil. broeder te Oosterbierum,
nam als kandidaat den dienst eenigen tijd waar te Huins;
hij is hier beroepen en bevestigd den 7 November, en
deed veiToepen naar Reitzum c. a. zijn afscheidsrede
den 2 Mei 1779.
1779. Laurentius Johannes Florison, geboren te
Metzelawier, Joh. Jac. zoon, Wibr. broeder te Lekkum,
kandidaat, beroepen den 13 Junij, verroepen naar Veenwouden,
deed zijn afscheidsrede den 9 Oetober 1791.
1792. Reinier Matthijs Cloppeiiburgh, geboren te
Leeuwarden, gedoopt den 4 Oetober 1769, kandidaat,
beroepen den 26 Augustus , werd emeritus den 1 Januarij
1843 , en overleed te Hardegarijp den 7 Januarij 1860, oud
ruim 90 jaren. In het doodsberigt staat lieiuder.
Er ontbreken: J. P. Escher, Th. Dr. 1843—48. P. G.
Farret 1848—56.
M. v. d. Tuuk v. Slooten 1856—58.
J. G. Aldershof 1859—65.
B. W. Colenbrander 1866—68.
J. Helder, Th. Dr. 1868—85.
J. T. Tenthof 1885 — .
Bron: Wumkes