Kwartierstaat Van Koudekerk-van Tol
2 Fotos: Wapens Van Poelgeest en Van Tol (tekeningen: Sytze van der Laars)
Verantwoording
Deze kwartierstaat sluit aan bij de kwartierstaat Kuiken-Bouritius. De probandus Gerard Laurenszoon van Koudekerk is nr. 4898 in die kwartierstaat.148
De eerste nu volgende generaties zijn een aanvulling op de hoofdstukken over de
families Van Poelgeest (lees: Van Koudekerk), Van Tol en Van Leeuwen in het Friese Genealogysk Jierboek (2009).149
De familie Van Koudekerk, een bastaardtak van de adellijke familie Van Poelgeest, noemde zich naar het dorp (‘ambacht’) Koudekerk aan den Rijn waar de heren van Poelgeest de rechtspraak (‘heerlijkheid’) uitoefenden.
In de vijftiende eeuw gold een officieel voorschrift dat bastaarden van zulke adellijke heren zich noemden naar het heerlijkheidsgebied van hun biologische vader.
In de zestiende eeuw hielden de Van Koudekerks zich hieraan.150
In de zeventiende eeuw zijn nakomelingen in Zuid-Holland en Friesland zich toch weer (Van) Poelgeest gaan noemen.151
Bij de naamsaannemingen in de jaren 1811/1812 zijn deze namen ook voor het nageslacht vastgelegd.152
Als schakel tussen de adellijke familie en de Van Koudekerks wordt een ‘Willem, bastaard van Poelgeest’ aangenomen die op 21-04-1355 uit ballingschap terugkeerde in Holland.
Ik heb in 2003 beredeneerd dat hij in 1344 in Koudekerk te boek stond als Willem Fyen sone, een buitenechtelijke zoon van heer Dirk (II) van Poelgeest bij een zekere Sofie, die vermoedelijk voluit ‘Sofie van der Mersch’ heette.153
Deze degelijk onderbouwde, maar genealogisch
niet strikt bewezen aansluiting vindt u hier terug aan de kop van generatie IX. Hij wordt daarna niet voortgezet.
Via de familie Van Tol vertakt deze kwartierstaat zich wel in een middeleeuws adelsnetwerk rondom de heren van (Klein) Poelgeest en vóór 1300 rondom de heren en vrouwen van Brederode en Voorne, cliënten en volgens sommigen tevens verwanten van het Hollandse gravenhuis (880-1299).154
Deze laatste veronderstelling wordt hier niet gevolgd, maar wel de aanname dat de heren van Voorne in vrouwelijke lijn afstamden van de burggrafelijke familie Van Kuik in Utrecht.
Die laatste lijn wordt hier opgevoerd tot het jaar 1096.155
Van deze reis van ruim negenhonderd jaar, van Kuik via Koudekerk naar Kuiken, wordt het tweede gedeelte hieronder beschreven.
1. = 4898. Gerard Laurenszoon van Koudekerk
Generatie II (= XV)
2. Laurens Gerardszoon van Koudekerk, tr. 2e
bakker156 Leiden 26-04-1499
bakker158 Leiden (Overmare Rijnzijde) 1502
welgeboren man Rijnland 1523, 1526
pachter159 Koudekerk 1531-1539 †
memorie Koudekerk (pastoorsregister B)
tr. 1e vóór 26-04-1499 Agaat Stevensdochter160
3. Eemsje Jansdochter
postuum vermeld157 Leiden 09-12-1590
148 De namen worden niet gespeld volgens de thesaurus op www.tresoar.nl maar volgens de namenindex bij OHZ (zie de afkortingenlijst verderop).
149 O. Schutte en Y. Brouwers, ‘Kwartierstaat Van der Mey in parentelen’, Genealogysk Jierboek (2009) 246-265.
150 Onder meer K. Kuiken, ‘Bevoorrechte bastaarden. Hun identificatie en sociale identiteit in Holland (1200-1525)’, Virtus 16 (2009) 135-136.
151 Onder meer de zilversmid Pieter Jans Poelgeest (tr. Bolsward 08-11-1646 Lijsbet Johannes Heemstra, DNL118 (2001) 675).
152 A.A. van Poelgeest, ‘Stamreeks VAN POELGEEST’, Onze Voorouders 4 (2001) 191-208.
153 K. Kuiken, ‘De oudste generaties Van Poelgeest: Willem, de bastaard van Poelgeest’, DNL120 (2003) 365-372.
154 K. Kuiken, ‘De oudste generaties Van Poelgeest’, DNL120 (2003) 96-102.
155 Motivatie in K. Kuiken, ‘Na Unroch Godizo. Het taaie leven van een falsum’, DNL121 (2004) 238-256; vergelijk Greidanus, stamreeks 566.
156 K. Kuiken en A. van Poelgeest, ‘Steven van Warmond’, DNL120 (2003) 373..
157 Dirck, Adriaen, Beatrix ende Eemsgen […], alle kinderen van Jan Mourijnsz (RAL, oud notarieel archief (S.L. van der Woerd) inv. nr. 19). Eemsgen (in GJ (2009) 264: ‘Eemsje’) is een koosnaam voor Emerentiana (in de thesaurus op www.tresoar.nl: Amerens; niet in OHZ).
158 Lourijs de backer (www.janvanhout.nl, ‘Vermogensbelasting 1502’).
159 RAL, weeskamer Leiden (grote bewijzen B) blad 128; De Nederlandsche. Leeuw 118 (2001) 673-674).
160 Volgens de Leidse ‘kenning’ (uitspraak van de schepenbank) stond niet vast dat zij een bastaarddochter was van Steven van Warmond (verder onbekend) en kon zij derhalve, behoudens tegenbewijs, aanspraak maken op een deel van de erfenis van wijlen Johanna (Dirks) van Rijswijk.