Bewoners fam. Bruinsma.

In 1940 werd Nederland onder de voet gelopen door de Duitse legers.
Daardoor veranderden de zaken op Liauckama state ook drastisch.
Door de 'export' naar Duitsland brachten de landbouwprodukten meer geld in het laadje dan tijdens de voorafgegane crisisjaren. Maar de gedwongen leveringen aan Duitsland, het oppakken van jonge mannen om ze te laten werken waar de bezetters dat nodig vonden en de vele andere onderdrukkings-praktijken zaten Rients
Bruinsma lang niet lekker. In 1943 was hij dan ook graag bereid onderduikers een schuilplaats te bieden.
Er werd een speciale kelder aangelegd, waarvan de ingang in een hoek van de gewone kelder zat.
Deze ingang was zo ingenieus gemaakt, dat er geen enkele onregelma¬tigheid in de betegelde vloer te bespeuren was.
Bij een eventuele inval zouden de onderduikers niet gevonden worden.
Toch gebeurde dat... door het verraad van Frans Michon.
Een jongeman met (te) veel praatjes en te veel vragen.
Hij kwam hongerig, ziek en in lompen gehuld bij Bruinsma aan.
Wekenlang heeft mevrouw Bruinsma hem verpleegd, verzorgd en ten¬slotte in een fatsoenlijke plunje gestoken.
Maar Rients Bruinsma vertrouwde hem niet helemaal.
Frans vroeg te veel dingen die hij niet hoefde te weten en was daarnaast nogal loslippig.
Twee grote tekortkomingen in het verzetswerk.
Frans werd naar andere onderduikadressen overgebracht, maar na een tijdje wilde hij beslist terug naar Sexbierum, om mee te werken in het verzet.
Nadat Bruinsma, die leider was van deze KP-afdeling, hem een paar keer op een leugen betrapt had, werd er een vergadering belegd om te bepalen wat er met dit onbetrouwbare figuur moest gebeuren.
Er werd geopperd dat liquideren de beste oplossing zou zijn, maar daar schrokken deze verder zo onverschrokken mannen toch voor terug.
Frans werd daarom te verstaan gegeven, dat zijn aanwezigheid niet langer gewenst was en dat hij maar terug moest gaan naar zijn ouders.

Een week later was Frans terug op Liauckama state... mèt zo'n 50 Duitsers.
Hij leidde de overvallers rechtstreeks naar de geheime kelder, waar Gerrit Schuil en Gerben Oswald zonder plichtplegingen uitgeranseld werden.
Bruinsma had zelf ook in de kelder willen schuilen, maar hij kwam te laat.
Hij verschool zich daarom maar in het hooi, waar hij tot twee maal toe werd ontdekt, maar niet gepakt!
De Duitse soldaat die hem vond moet een 'goeie' geweest zijn.
Mevrouw Bruinsma en zoon Feike, toen 17 jaar, werden geslagen en bedreigd om de schuilplaats van Bruinsma te vertellen.
Ze hielden vol dat ze niet wisten waar hij was.
Zelfs toen er gedreigd werd de boerderij in brand te steken -er was al op een aantal plaatsen petroleum uitgegoten- gaven ze geen krimp.
Zo ontsnapte hij aan een wisse dood.
De boerderij werd niet in brand gestoken, maar wel werd het huis leeggeplunderd.
De laatste anderhalf jaar van de oorlog hebben de Bruinsma's ondergedoken gezeten op vele plaatsen in Nederland.
Op 6 mei 1945 kwamen ze weer thuis.
Die avond werd het gezin door enkele honderden Sexbierumers uit hun huis gehaald, waarna het einde van de oorlog werd gevierd met een gigantisch vreugdevuur.
Tijdens de oorlog was de toenmalige eigenaresse, de laatste in de rij Hanekuijks, overleden in Baden-Baden.
Haar erfgenamen verkochten in 1947 Liauckama state met bijbehorende landerijen aan Rients Bruinsma.
Deze bleef eigenaar, hoewel zoon Feike vanaf 1954 het bedrijf overnam.
In 1979 had die het boerenbedrijf na 25 jaar wel bekeken en werd de zaak verkocht.
De landerijen werden gekocht en onder elkaar verdeeld door familieleden Kooistra, Bakker en P. Bruinsma.

De poort was al in 1967 voor 1 gulden overgedragen aan de gemeente Barradeel om restauratie mogelijk te maken.
Die restauratie heeft nog tot 1980 op zich laten wachten.
Deze restauratie werd uitgevoerd door bouwbedrijf Tiedema van Sexbierum en heeft bijna tweeëneenhalf jaar geduurd.
Niet doordat de bouwers niet wilden opschieten, maar doordat de gemeente regelmatig krap bij kas zat.
Er moest steeds met het werk gestopt worden tot er weer geld was om verder te gaan.
Door architect Reitsma was een eerste begroting van het werk gemaakt van f 19.000,-, maar toen de restauratie klaar was, had het al met al bijna f 70.000,- gekost!

De boerderij werd verkocht aan een mevrouw Rietveld, wiens zoon er wilde gaan wonen.
Toen de verloving van deze zoon echter verbroken werd, had die geen zin meer om naar Friesland te verhuizen.
Zeven jaar bleef de boerderij leeg staan, in welke tijd het verval hard toesloeg.
Rients Bruinsma bleef in het rond 1954 gebouwde huis wonen, terwijl Feike Bruinsma van de boerderij naar de vroegere 'tuinmanswoning' verhuisde.

Het beheer over de boerderij van Liauckama state werd gevoerd door de Harlinger aannemer De Bock, die ook het beheer voerde over het onroerend goed van mevr. Rietveld in Harlingen.
Op zekere dag werd de heer De Bock gebeld door collega aannemer Bergman uit Sexbierum... 'of die boerderij achter het poortje soms nog te koop was'.
Dat was hij dus.
Die avond werd de toen in Woerden wonende Gosse Bloem over¬vallen door een telefoontje van zijn zwager dat hij in Sexbierum die boerderij wel kon kopen die hij zo aardig vond en of hij ‘eventjes’ langs kwam om die zaak te regelen.

Bloem kwam, waarna weer contact werd opgenomen met De Bock.
Die meldde dat hij de boerderij niet zomaar kon verkopen, omdat deze van een zekere mevrouw Rietveld was.
Die woonde helemaal in... Woerden! Reactie van Gosse Bloem: "Dan had ik ook wel thuis kunnen blijven.
Die mevrouw woont zowat bij mij om de hoek."

Zo kwam de familie Bloem in 1986 naar Sexbierum.
Er werd meteen op eigen kracht begonnen met de restauratie.
Eerst werden er toiletten t.b.v. de te openen mini¬camping gebouwd en een terras aangelegd.
In 1987 kwamen de eerste campinggasten.
In dat zelfde jaar werd het dak van de schuur vernieuwd en werd begonnen met de bouw van het restaurant.
Dat laatste was niet de bedoeling geweest, maar Bloem werd door de gemeente geattendeerd op de mogelijkheid een horecabedrijf te beginnen.
De vergunning daarvoor was dan ook geen probleem.
In 1988 werd het restaurant door de toenmalige burgemeester, de heer Hartkamp, geopend.

En de zaak liep als een trein!
Wat geen wonder is op zo'n prachtige plek en in zo'n sfeervolle zaal.
Het liep zelfs zó goed, dat er in 1989 al uitgebreid moest worden.
Meteen daarna werd begonnen met een aparte zaal in de vroegere stal.
Die werd korte tijd later alweer verbouwd.
Deels opgenomen in de nieuwe, veel grotere keuken en deels bij de nieuwe, ruime zaal in de schuur getrokken.
Deze zaal is in het voorjaar van 1993 gereedgekomen.
Tussen de verbouwingen aan het bedrijfsgedeelte door, werd er gestaag doorgewerkt aan het woonhuis.
Het woongedeelte is in de herfst van 1993 in gebruik genomen.
In het begin van 1994 is de groene 'keet', waarin het gezin bloem zo'n zeven jaar ¬heeft gewoond, eindelijk afgebroken.
Daarna werd er gebouwd aan gastenka¬mers op de bovenverdieping van het woonhuis.
Dat het niet allemaal eventjes snel ging, lag aan het feit dat de familie Bloem bijna alles zelf deed.
Daarvoor had Gosse Bloem geen hele dagen tot zijn beschikking.
In drukke perioden moest hij vaak in het restaurant of in de keuken bijspringen.
Met de restauratie en verbouwingen meegeteld was hij zo'n 80 uur per week bezig, bezig, bezig... en zijn vrouw niet minder.

Poort, singels, grachten en boerderij herinneren na ruim 165 jaar nog aan de verdwenen groot(s)heid van het huis dat volgens velen nooit had mogen verdwijnen.

Dit verhaal is in 1987 geschreven als een serie artikeltjes voor Silhouet, het maandblad van de Vereniging voor Dorpsbelang Sexbierum-Pietersbierum.
Sindsdien is het verhaal herhaalde malen aangepast en aangevuld.
Sexbierum 1994

Jan Leemburg