Drie eeuwen later duikt de naam Liauckama weer op uit de historische duisternis van de middeleeuwen.
Dat was in 1096, toen de broers (of neven) Eelco en Sicko Liauckama met hun schildknapen Epo Liauckama en jonker Van Adeelen op kruistocht gingen naar Jeruzalem.
De legende verhaalt dat Sicko sneuvelde bij het beleg van Nicea in Klein Azië en dat Eelco, na de verovering van die stad, daar een tijd¬lang gouverneur is geweest.
Later trok Eelco mee op naar Jeruzalem en bij de verovering van de Heilige Stad moet hij wonderen van dapperheid hebben verricht.
Volgens een verhaal in de Fryske Almanak werd Eelco daar in Jeruzalem door Godfried van Bouillon tot ridder geslagen.
Nadat hij op verzoek van Godfried enkele jaren in Jeruzalem was gebleven, kreeg hij heimwee en keerde hij in 1106 terug naar Sexbierum.
Hij had echter geen 'sittend gat' en volgens de legenden teerde hij zelfs weg door ziekte.
Toen zijn vriend en vroegere reisgenoot Feicke Botnia aanbood om weer mee te gaan naar het Heilige Land, knapte hij zienderogen op.
Andere edelen als Godfried Roorda, Watze Herama en zijn neef (oomzegger) en vroegere schild¬knaap Epo Liauckama sloten zich bij hen aan voor deze tweede tocht.
Hun bedoeling was om opnieuw tegen de Saracenen te vechten, maar kort na aankomst in Joppe overleed Eelco daar in 1109 en werd naar zijn wens in Jeruzalem begraven.