Johannes van der Laen 1622 door Wybrand de Geest.

Het verhaal dat Schelte Liauckama op zeker moment overgelopen is naar de Prins¬gezinden mogen we gerust als een fabeltje beschouwen.
Schelte is tot de laatste snik Spaansgezind en Katholiek gebleven.
Als een echte Fries bleef hij zijn over¬tuiging trouw, 'dwars troch alles hinne'.
Hij vluchtte voor de Geuzen en overleed op "H. Sacramentsdach " (2 juni) 1579 in Oldenzaal, dat toen nog stevig in handen was van de knechten van Philips II.
Tijdens de afwezigheid van de heer des huizes werd Liauckama State driemaal geplunderd door de prinsgezinde opstandelingen.
De laatste keer vanuit het blokhuis (kasteel) te Harlingen, dat net als de blokhuizen van Leeuwarden en Stavoren in handen was gevallen van Dirck Sonoy.
Dircks hopman Jan Bonga uit Holwerd gaf zijn luitenant Gerrit de Jong in juni 1580 opdracht de state aan te vallen, bij welke aanval het huis geplunderd en in brand gestoken werd.
De onthutste weduwe werd als gevangene meegesleept naar Harlingen.
Deze gevangenschap heeft niet lang geduurd, maar Jel, haar negen kinderen en haar moeder Tryn van Camstra, bijna 90 jaar oud, waren wčl dakloos.
Gelukkig werden ze opgevangen en geholpen door familie en (rijke) vrienden.
Tegen al deze spanningen en ellende is Jel van Decama blijkbaar toch niet goed bestand geweest, want vier jaar later, op 3 april 1584 overleed zij.

Bron: Fries Museum.