Liauckama poort 1982.

Twee jaar later kreeg Sexbierum een nieuwe 'heer van het dorp' in de persoon van Alexander Josephus van der Laen en Merchten, zoon van Catharina van Liauckama en Dierick van der Laen, ridder en heer van Schrieck en Grootloo, burgemeester van Mechelen.
Hij had de state van zijn oom Eraert van Pipenpoy geërfd, maar moest tante Anna tot haar dood op het landgoed laten wonen.
Hij woonde op Liauckama State tot 1702 met zijn vrouw Ael van Hiddema, met wie hij in 1672 getrouwd was.
In 1672 werd ons land van alle kanten belaagd door de buurlanden Frankrijk, En¬geland, Munster en Keulen, die in maart en april van dat jaar de oorlog verklaar¬den aan de Verenigde Nederlanden.
Toen nog geen eenheidsstaat zoals tegenwoordig, maar een aantal onder elkaar harrewarrende ministaatjes, waarin het staatje Holland de dienst wilde uitmaken.
Met de 80-jarige oorlog en alle daaropvolgende knokpartijen nog vers in het geheugen, vertrouwden de Sexbierumers deze Katholieke nieuwkomer niet verder dan ze hem konden zien.
Ook waren de mensen destijds nogal bijgelovig èn goedgelovig en op geruchten gebaseerde spookverhalen gingen er in als zoete koek.
Dat resulteerde op een gegeven moment in een rel, die door dominee Balthasar Becker, de destijds alom verguisde strijder tegen bijgeloof, met de volgende woorden opgetekend werd:

"Het gebeurde dan, dat bloothertige menschen twee scheepjes met stroo geladen, daer pas anderhalf man op was, op de Wadden onder Sexbierum, voor een deel der Engelsche vloot aansagen, die daer welligt moght willen landen.
Daerover de klok getrokken int eene dorp braght aan¬stonds meer klepels aan boord.
Men geloofde met een dat op 't huis te Liauckema tot Sexbierum bij den Here van der Laen en Merchten als Roomschgezind, kraght van krijgsvoorraad op solder en van gewapende mannen in bedekte kelders onder tuin en boomgaerd verborgen waren.
's Avonts liep elk uit Fraeneker sonder last of order na 't geweer en daer met na poort en vesten; 's anderen daags vond ik 't voornoemde huis met menigte van volks, mannen en vrouwen en kinderen gewapend en ongewapend rondom beset, de poort, om de sekerheit van binnen dight gesloten, en de valbrug opgehaelt.
De Heer vernemende wie ik was, deed mij met een schuitje over de gracht binnen halen en neffens anderen die ik daer vond, alles ten nauwste bezightigen. Daer was nauwelijks lijftoght voor syn eigen huisgesin, en voor onderaerdsche kelders de minste gelegenheit niet.
Hij hadde self, gelijk een ander, syn beste goed in de Steden gebergt.
Wy teekenden zamen een geschrift van deese waerheit en dat liet hij door den druk 't gehele landt overgaen, dat geschapen stond door sulk een bloot ijdel gerught plotseling 't onderste boven te keeren."

Het paar heeft verder waarschijnlijk rustig in Sexbierum gewoond.
Wel vertelt Halbertsma in het boek 'Rimen en teltsjes' een smakelijk verhaal over het 'Grouwe pak', dat zich in 1673 op Liauckama State afgespeeld zou hebben.
Dit verhaal is echter 'geleend' door Joost Halbertsma uit het boekje 'The Long Pack'; een volksverhaal uit de Engelse provincie Northumberland.
De Jonker Liauckama die hij noemt, was toen al 30 jaar dood. Ook de slaapplaats van de beide dorsers Hessel en Sicke, in een schuur die tegen de state aan gebouwd was, klopt niet met de bestaande situatie.
Dorsers werkten in de boerderij op het voorplein en zij sliepen daar ook.
Als de slotheer hen ’s nachts in het huis betrapte zouden ze op zijn minst gegeseld en uit Friesland verbannen zijn.
Alexander en Ael stierven kinderloos en de state werd in 1718 eigendom van een tweede Alexander Josephus van der Laen.
Een neef van de eerste Alexander, in 1717 gehuwd met Maria Walburgia van Coudenhoven.
Hun drie dochters werden op Liauckama State geboren en de oudste, Maria Christina Clara, erfde de state.

Zij had weinig geluk met de keuze van haar echtgenoten.
In 1733 trouwde zij met Matthias Victor de Cannart d'Hamale, hoofddrossaard over de stad en het land van Sichem en Scherpenheuvel.
Matthias stierf enkele jaren na dit huwelijk en Maria hertrouwde op 22 jarige leeftijd in 1740 met Ernestus van Ewsum, majoor bij het regiment Oranje-Friesland.
Die overleed al in 1748, maar in die acht jaren huwelijk werden er zes kinderen geboren.
Maria trouwde voor de derde maal rond 1750, nu met Bernard Allard baron van Hackfort, kapitein bij het infanterie-regiment van Brakel.
Dat liep uit op een gerechtelijke scheiding, "...uithoofde hij haar uittermate kwelde en mishandel¬de...", zo schrijft mr. Andreae.