Dus géén monniken zoals sommige schrijvers zonder blikken of blozen durven verkondigen.
Deze conversen gingen zó ver hun boekje te buiten, dat abt Eelco in 1337 besloot daar persoonlijk iets aan te gaan doen.
Hij reisde naar Boksum en waarschuwde de heren dat het uit moest zijn met zuipen, herrieschoppen, roven en moorden in de omgeving.
Die leken de waarschuwing ter harte te ne¬men en dronken na een goed maal gezellig samen met de abt een glas wijn.
Omdat, zo staat ver¬meld, de abt "een vroem man was en niet gewent tot den dronk" werd hij al gauw dronken en moest overgeven.
Een van de verschillende verhalen vertelt ons dat het de opzet van de bewoners van Ter Poorte was hem dronken te voeren en hem te vermoorden door hem in de gracht te verdrinken.
Dat mislukte, omdat de abt zich op tijd terugtrok in zijn kamer.
Omdat de stevige eiken deur goed gesloten was, drongen ze door een raam zijn kamer binnen en verweten hem dronken te zijn en dat hij, dronkelap die hij zelf was, geen enkel recht had hun daden te veroordelen.
De abt ontkende stellig dronken te zijn en als bewijs mocht men zijn pij uitschudden.
Dat gebeur¬de, maar in plaats van een stinkende maaginhoud vielen er geurige rozen uit zijn kleed.
Toen ze dat zagen, maakten ze hem, in hun door dronkenschap ingebeelde quasi-rechtschapenheid, uit voor duivelskunstenaar en hebben ze abt Eelco "met een kodde soo geweldelijck ende furauselijck op't hooft geslagen dat het bloedt ende hersenen aen de wanden sprongen.
Doe wierpen se 't Lichaem ter vensteren uyt in de gracht".
Kort daarop werden de boosdoeners door een list gevangengenomen, aan staken ge¬bonden en levend verbrand.
Het lijk van abt Eelco Liauckama werd naar Sexbierum gebracht en daar bijgezet in de grafkelder van de familie.
Een schilderij van deze moord op Eelco Liauckama, gemaakt omstreeks 1672, hangt in het Fries Museum te Leeuwarden.